Historisch paneel Château Neercanne gespaard
Bij Château Neercanne kunnen ze, ruim een week na het uitbreken van de rampzalige hooibrand die vooral door rook- en roetvorming voor tonnen schade aanrichtte, in elk geval over één ding opgelucht ademhalen. Het historische en onvervangbare stukje mergelwand waarop alle regeringsleiders en staatshoofden van de Europese Unie in 1991 hun handtekening plaatsten, is onbeschadigd.
Een geluk bij een ongeluk, want de plek waar het kwetsbare historische gedenkteken zich bevindt, is al sinds jaar en dag de trots van Camille Oostwegel, de eigenaar van Château Neercanne. Hij kreeg alle deelnemers aan de top – afgelopen december precies 25 jaar geleden – zover, dat ze – buiten alle protocollen om – hun handtekening zetten in het mergelwandgedeelte, dat sindsdien op trotse wijze is omlijst. Het stukje mergelwand en de ruimte waarin het zich bevindt, worden sfeervol verlicht op het moment dat gasten de ruimte betreden om voor zij aan tafel gaan het aperitief te gebruiken. Het leidt vaak tot boeiende conversaties, want Europa is natuurlijk immer actueel.
Ook Peter Harkema – nog altijd directeur van het bijzondere terrassenkasteel annex sterrenrestaurant – kan, ondanks alle misère van de afgelopen week, tevreden zijn. Het bijzondere plekje heeft mede door zijn koele vastberadenheid de plaats in de geschiedenis gekregen die het verdient. Het had namelijk niet veel gescheeld of de ceremonie rond het zetten van de handtekeningen had, als gevolg van een bizarre fout van de kunstenaar die niet meer te bereiken was, niet kunnen doorgaan. Maar Harkema greep in, met alle risico’s van dien.
In het boek Het Verdrag van Maastricht 25 jaar later; de impact van een historische Eurotop dat begin van dit jaar verscheen, geschreven door de journalisten Jo Cortenraedt en Maarten van Laarhoven, gaat kasteelheer Camille Oostwegel uitgebreid in op de totstandkoming van de verzameling handtekeningen, die dus gelukkig voor het nageslacht bewaard gebleven zijn. Hier volgt zijn verhaal:
,,Het idee om de staatshoofden en de regeringsleiders in de mergelgrotten hun handtekening te laten zetten, was iets dat geheel buiten protocol viel. In het oorspronkelijke draaiboek – en in de afspraken die met het hof en met het kabinet van de gouverneur waren gemaakt – stond dat het aperitief in de salon zou zijn. En toen heb ik gezegd: ‘dat moeten we niet doen’. Dit is een mooie salon, maar een salon als deze vind je overal ter wereld. Het bijzondere aan Neercanne zijn de grotten en vooral de handtekeningen die in de loop der geschiedenis in de mergel zijn aangebracht. Tsaar Peter de Grote, Napoleon, koningshuizen… allemaal hebben ze in de grotten – in de Sint-Pietersberg of hier – gesigneerd als ze op bezoek kwamen. Dus ja, als je zo’n gezelschap hebt dan probeer je dat ook te realiseren.
Maar dat was niet vanzelfsprekend. Het hof wilde het niet hebben. De koningin zei: ‘ik kan de gasten niet in een kelder ontvangen. Dat is te koud en wat moet ik in een kelder?’ Desondanks heb ik voet bij stuk gehouden. Ik vond dat als die gasten de grot niet zouden zien, ze eigenlijk niet in staat waren de sfeer van Neercanne goed te beleven. Bovendien wilde ik natuurlijk heel graag die handtekeningen hebben. En toen heb ik gezegd: ‘als het niet doorgaat, dan gaat het hele feest hier niet door, want dan kan ik onze gasten niet ontvangen zoals wij dat hier gewend zijn’.
Dat was in een heel grote bespreking en toen werd het even stil. Ik wist dat ik daarmee een risico nam. Maar ik dacht: ‘het kan niet anders’. Ik moest het op een gegeven moment doorbreken. Toen heeft Leo de Bruin, de kabinetschef van de gouverneur, contact opgenomen met voormalig DSM-topman Leo Kretzers, die toen kamerheer van de koningin was. Hij is naar haar toegegaan, heeft het verhaal uitgelegd en gezegd: ‘majesteit, als u niet in de grotten bent geweest, dan bent u niet op Neercanne geweest. Een half uur na dat gesprek heeft de majesteit akkoord gegeven. Ik kreeg een telefoontje met de boodschap: ‘aperitief gaat door in de grotten’.
Overigens was alles was onderzocht qua veiligheid, behalve de grotten. Die zaten niet in het veiligheidsgebeuren. Dat vond ik merkwaardig. Want als je – als iedereen binnen was – de deur zou hebben afgesloten (destijds was er nog maar één entree naar de grot), dan zat bij wijze van spreken heel Europa gevangen. Maar dat heeft totaal geen rol meer gespeeld in de veiligheid. Wat ook heel bijzonder was, dat was dat eerst koningin Beatrix heel groot – in oranje – haar handtekening (Beatrix) zette en daarna de Franse president. Daar zat nog een probleem. Want, zo ontdekte de chef-ceremoniemeester Monod de Froideville van het koninklijk huis: ‘Mitterrand’ was maar met een ‘r’ geschreven: er stond dus ‘Mitterand’. We konden de kunstenaar die het allemaal ontworpen had niet meer laten terugkomen. Alles was zo extreem beveiligd dat hij nooit meer op tijd zou zijn om de vergissing te herstellen.
Directeur Peter Harkema van Château Neercanne greep heel snel in. Hij heeft een groot mes uit de keuken gehaald en de letters ‘r and’ weggekrast en opnieuw ‘rr and’ daaraan vast geschreven. Als je heel goed kijkt, zie je een heel klein verschil in schrijfwijze. Tien minuten later Mitterrand binnen, samen met koningin Beatrix. We waren net op tijd, want de president van Frankrijk had het zeker niet plezierig gevonden als zijn naam verkeerd geschreven was. Het zou een affront geweest zijn. Misschien had hij er een opmerking over gemaakt tegenover de majesteit. Maar misschien had hij er uit beleefdheid ook niets over gezegd. In artikelen wordt de naam nog altijd fout geschreven. Mitterand, et één r. Mij valt dat natuurlijk altijd erg op.