De natuurschoonwet voor fiscaal voordeel
Als ik in de gelegenheid ben tv te kijken, dan is ‘Liefde voor het landgoed’ wel een programma dat ik met interesse volg. Logisch vanuit mijn vak als rentmeester. Maar ik moet de makers een compliment geven dat het niet alleen romantiek is wat je te zien krijgt, maar dat ze ook de realiteit tonen, namelijk dat het tegenwoordig een hele opgave is om zo’n landgoed in ere te houden.
Als je een kasteel of domein op het eerste oog ziet, dan denken veel mensen al gauw aan deftige adel, aan mensen die daar genieten van thee uit porseleinen kopjes en goede wijn uit kristallen glazen. Dat zullen ze af en toe wel doen, maar het is tegenwoordig vooral hard werken om alles te onderhouden. En sterker nog, om het überhaupt in bezit van de familie te houden. Dat is wat veel generaties van dezelfde familie als een opgave zien, om dat familiebezit te koesteren. Daar zit passie in. Maar de uitdagingen voor hen zijn steeds groter geworden. De kosten van onderhoud zijn enorm gestegen, om over de energieprijzen maar te zwijgen.
Daar komt bij dat veel landgoederen in de loop der eeuwen kleiner zijn geworden, omdat het budget om die kosten te betalen vaak werd gehaald uit de verkoop van stukken grond. Maar dat houdt een keer op natuurlijk. Anderzijds is er ook altijd het onderwerp belastingen bij de overdracht aan een volgende generatie. Dat kan voor menige familie erg zwaar worden.

Frank Klement, Rentmeester
Vanuit ons bedrijf hebben wij gelukkig veel kennis en ervaring opgebouwd om deze families daarbij zoveel mogelijk te helpen. Een van de instrumenten is de Natuurschoonwet, die al dateert van 1928. Bijna een eeuw dus, maar nog altijd een interessante optie voor fiscale voordelen. Het komt erop neer dat wanneer je minimaal 30 % van je landgoed van minstens vijf hectare natuur maakt, dat je dan wordt vrijgesteld van schenk- en erfbelasting, om versnippering tegen te gaan.
Wij wijzen onze relaties daarop en begeleiden hen daar ook in. We komen het niet alleen tegen bij kastelen, maar tegenwoordig zeker ook bij grote boerderijen met het nodige areaal aan grond. Veel boerenbedrijven staan voor het dilemma om wel of niet te stoppen. Maar wat dan? Wat wordt een nieuw economisch model? Bijvoorbeeld het stallen van campers of klassieke auto’s, of een deel van de boerderij ombouwen tot appartementen of B&B? Moet het eigendom opgesplitst worden? Het kan allemaal en voor zo’n herbestemming zijn er veel regelingen en subsidies.
Over bedrijfsopvolging naar de volgende generatie hebben we vaak gesprekken. Dan ben je eigenlijk de verbinder tussen de huidige en de opvolgende generatie. Tegenwoordig praten wij veel met boeren die zogenaamd piekbelaster of PAS melder zijn, vooral in Limburg en Brabant. Wij stellen de juiste vragen die deze families moet helpen een stip op de horizon te zetten en daarover de juiste beslissing te nemen. En we begeleiden ze in het vervolgtraject.
Maar niet alleen bij boerderijen. Ook bij kastelen worden we betrokken bij opvolging door de volgende generatie. Dan kan het gaan om verkoop of om pacht of erfpacht. De nieuwe generatie wil daar ook weer goede afspraken over maken en daar worden wij vanwege onze know-how bij betrokken om het beste advies te geven voor het behoud van deze bijzondere parels.