Kunst en Cultuur|TEFAF

JEAN-MICHEL BASQUIAT IN URBAN HEERLEN

Auteur: Ludo Diels

De tentoonstelling Basquiat, The Artist and His New York Scene lijkt Heerlen volledig onder te dompelen in een sfeervolle mix van street art, urban culture en high art. Bij Basquiat vloeien stadsrumoer en museumkunst samen.

Ruim een jaar voordat de expositie zou openen was de stad al zwanger van opwinding over deze wereldberoemde pionier van het Amerikaanse neo-expressionistische en urban culture. Begin februari was het eindelijk zo ver: koningin Máxima opende de happening door een tag te zetten op Kunrader steen. Tijdens het openingsweekend sprak ook Basquiats vriendin Alexis Adler in Schunck over zijn werk en over het groezelige flatje in New York waar de kunstenaar zijn vorm zocht en vond.

Ambitieus
Ook bij de organisatie was de opwinding over de komst van Jean-Michel Basquiat groot. Het is met afstand de meest prestigieuze tentoonstelling die de Heerlense cultuurtempel Schunck tot nu toe organiseerde. Niet alleen vanwege de naam en faam van de kunstenaar, maar ook vanwege de ermee gemoeide kosten voor bewaking, verzekering en huur. De tentoonstelling kostte in totaal negen ton. Schunck-directeur Kor Bonnema noemt de onderneming ‘ambitieus’ en benadrukt dat de tentoonstelling past bij de wederopstanding van Heerlen als urban stad. „Basquiat was een van de roemruchte grondleggers van de urban culture in de jaren ’80 in New York,” zegt Bonnema. „Hij is een symbool geworden van hoe straatkunst een stad nieuw leven in kan blazen. Dat we zijn werk naar Heerlen hebben kunnen halen, is zon-der twijfel een impuls en bron van inspiratie voor de stad.”

Deposit Box
De tentoonstelling is een bonte verzameling van artefacten die Basquiat (1960-1988) maakte terwijl hij met zijn toenmalige vriendin Alexis Adler in het inmiddels befaamde appartement in de destijds vervallen East Village woonde. De collectie bevat een indrukwekkende hoeveelheid schetsen, collages, beschilderde kledingstukken en notities van de toen negentien-jarige Basquiat. Ze vertellen gezamenlijk het verhaal van de zoekende kunstenaar. Hij zocht vorm, maar ook inhoud. De grenzen tussen leven en kunst, tussen canvas en straatmeubilair werd door hem opgeheven. Alles wat Basquiat met zijn trefzekere toets en feilloos oog voor compositie aanraakte werd kunst. De ‘werken’ die hij maakte terwijl hij in het kleine, gehavende appartement woonde, werden door Adler zorgvuldig bewaard in een bankkluis. Adler, die zelf carrière maakte als celbioloog, keek vijfentwintig jaar lang niet om naar haar deposit box. Samen met een goede vriend dook ze uit-eindelijk in de verzameling en stelde, met hulp van Basquiat-kenners, een tentoonstelling samen die in Schunck nu zijn Europese debuut maakt.

Straatkunst
Twee dagen na de officiële opening van de tentoonstelling voor het publiek sprak Adler ten overstaan van een goed gevulde filmzaal van Schunck over hun leven samen. Tijdens een interview met Nora Burnett, de curator van het Museum Of Contemporary Art in Denver, waar de tentoonstelling zijn wereldwijde debuut maakte, schetst Adler het beeld van Basquiats stomping ground dat weinig aan de verbeelding overlaat. De Lower East Side was begin jaren tachtig een puinhoop: de lokale overheid had haar handen van de wijk afgetrokken, huisvuil werd niet meer opgehaald en pandjesbazen lieten massaal hun eigen gebouwen uitbranden om verzekeringsgeld te claimen. Het was er wetteloos, crimineel en smerig. En tegelijkertijd een uitzonderlijk vruchtbare voedingsbodem voor straatkunst. De jonge Basquiat struinde er door de straten en spoot op blinde muren en gesloten rolluiken zijn welbekende tag. De straat was tegelijkertijd zijn speelplaats en zijn canvas. Hij spoot zijn tags welbewust in het arts district van New York om zo de aandacht te trekken van de gevestigde, voornamelijk witte kunstscene. Een scene die hij aanvankelijk sterk bekritiseerde, maar die hem later volledig zou omarmen. Ook het appartement dat hij deelde met Adler moest het ontgelden: deuren, muren, kleding en zelfs huishoudelijke apparatuur ontkwamen niet aan de gretig scheppende kunstenaar. In het verhaal van Adler rijst niet het beeld op van een gefrustreerde kunstenaar die naar erkenning zocht. Nee, Basquiat leek vanaf het begin overtuigd van zijn eigen relevantie en zijn latere roem leek in het armoedige flatje al binnen handbereik te liggen.


 Painted television in the apartment, c. 1979–1980. Photograph by Alexis Adler.
Basquiat Before Basquiat: East 12th Street, 1979-1980 is organised by Museum of Contemporary Art Denver. 

Tijdsbeeld
De tentoonstelling toont Basquiats eerste schreden in de kunstwereld, maar toont tevens werk van zijn tijd- en wijkgenoten. Meer dan vijftig originele werken uit de tentoonstelling The Times Square Show uit 1980, een groepstentoonstelling waarin Basquiat voor het eerst zijn werken aan het publiek toonde, vormen de context waarin de kunstenaar artistiek volwassen werd. Werken van onder anderen Jenny Holzer, Kiki Smith, Alan Moore en Keith Haring schetsen een tijdsbeeld waarin de grenzen tussen hoge kunst en populaire cultuur onder druk staan. En waar thema’s als seksualiteit en multiculturalisme met een gezonde dosis rebellie aan bod komen.

Marion Busch. Jean-Michel Basquiat at work in 1982 in the basement below the gallery of Anina Nosei.

Fotografie: Jules Roosenboom

_____________________

Abonneer je op Chapeau Magazine
Sluit nu een jaarabonnement af voor slechts €29,50 en ontvang vele extra’s -> meer info <

Deel dit artikel:
Meer artikelen over:
Kunst en Cultuur, TEFAF

Gerelateerd nieuws