Óngerwaeg: Bijzondere verhalen van gewone mensen
In zijn programma Óngerwaeg treft Bas van der Zwaan willekeurige Limburgers. Het zijn ontmoetingen die amuseren én ontroeren. Slow tv op z’n best.
De teller staat inmiddels al op 1.600 afleveringen. Toch is tv-maker Bas van Zwaan elke dag weer nieuwsgierig wie het pad van hem en Jo Smeets en Rudi Ebbinge, zijn vaste geluids- en cameraman, zal kruisen. Bas: „Nog steeds geloven mensen niet dat we van tevoren geen idee heb-ben wie we tegenkomen. Die spontane ontmoetingen zijn juist de kracht van Óngerwaeg. In twaalf minuten moet het gebeuren. Ik ben zelf ook nog steeds verrast dat gewone mensen hun bijzondere verhalen met ons willen delen. Soms hebben we het binnen vier minuten over de meest persoonlijke dingen. Mensen vertellen ons alles, vrolijke én trieste dingen. Ze voelen dat we oprecht geïnteresseerd zijn en hen nooit belachelijk zullen maken. Dat we niet uit zijn op tranen. We benaderen iedereen met respect.”

Nieuwsgierigheid, dat is wat Bas en zijn team leidt. „486 tuinkabouters in een tuin, een bijzonder plaatje bij de deurbel, iemand die net uit een kapelletje komt, oogcontact, we worden door de meest uiteenlopende dingen getriggerd. Aanvankelijk geloofde bijna niemand bij L1 in Óngerwaeg. Inmiddels zijn we zeven dagen per week op een vast moment, op prime time (17:15 uur), te zien. Ik denk dat de kijkers Óngerwaeg waarderen omdat het zo herkenbaar is. Het gaat over échte mensen. Het is puur, géén kunstje. We krijgen achteraf vaak berichtjes van de mensen die we ontmoeten. Soms worden uitzendingen op de begrafenis getoond omdat wij lieten zien wie pap of mam echt was. Dat is een mooi compliment. Blijkbaar we-ten we de juiste snaar te raken.”
Van de 75 jaar publieke omroep in Limburg is Bas al 21 jaar aan boord bij L1. „Ik heb me in die jaren breed kunnen ontwikkelen”, vertelt hij. „Ik ben als nieuwslezer begonnen, deed Goedemiddag Limburg en ben nu verslaggever en programmamaker. Sinds kort ben ik met Natuur en Zo op L1 Radio en vanaf mei ook op tv. En zolang de Limburgers me blijven verras-sen en ontroeren, blijft Óngerwaeg mijn kindje.”