FC Regenboog
Een carrière lang leven met een geheim. Het lijkt me een onmogelijke carrière. En toch zijn er vele voetballers die een leven lang spelen zonder hun seksualiteit te kunnen uiten. Vandaag markeert het einde van de Pride Week, de manifestatie voor acceptatie van homoseksualiteit. En veel meer dan dat: vandaar het soms ingewikkelde LHBTI+ , waarmee niemand wordt uitgesloten.
Gisteren maakte ik voor COC Limburg een aantal interviews over homoseksualiteit en acceptatie tijdens een speciale tv-uitzending. Ik sprak erover met culturele minderheden, met politici, met ouderen, met muzikanten, alleen de sport kwam er bekaaid vanaf. Ja, ik had een gast aan tafel om over homoseksualiteit in de voetbalsport te spreken, maar geen ‘ervaringsdeskundige’.
In de vrouwen(voetbal)sport is homoseksualiteit totaal geen issue. In de mannenvoetbalwereld is het taboe. Als ik u vraag: noem 5 homoseksuele voetballers, komt u waarschijnlijk nog niet tot 1. En dat is toch gek in een betaald voetbalcompetitie met 38 ploegen en minimaal 22 spelers per ploeg. Dus van de minimaal 836 profvoetballers in Nederland kennen we (haast) geen homoseksuele speler. Niet dat dat moet, maar opvallend is het wel.
Nu zou het natuurlijk kunnen dat ze er ook niet zijn of waren? Maar die kans is toch bijzonder klein. Aannemelijker is het dat minstens tientallen spelers over het veld rennen met een levensgroot geheim.
De machocultuur van de voetbalwereld staat homoseksualiteit kennelijk niet toe
De anonieme brief van een speler uit de Premier League in Engeland afgelopen maand was veelzeggend. Uit angst voor negatieve reacties zal hij zichzelf pas na zijn loopbaan bekendmaken.
‘Als kind wilde ik maar één ding: voetballer worden,’ begint de anonieme speler zijn brief. ‘Zelfs nu moet ik me soms in mijn arm knijpen voordat ik het veld op kom. Maar er is één ding dat me onderscheidt van andere spelers in de Premier League,’ vervolgt hij. ‘Ik ben homo. Zelfs dit alleen maar opschrijven is een grote stap voor me.’ Familie en een klein groepje vrienden zijn op de hoogte, schrijft de speler. Zijn teamgenoten en coach weten van niks.
De machocultuur van de voetbalwereld staat homoseksualiteit kennelijk niet toe. Gisteren deed Louis van Gaal er een boekje over open in de Gaykrant. Hij verwacht dat het nog lang gaat duren voordat een profvoetballer bij de mannen uit de kast zal komen. ,,Ik ben bang dat het nog langer zal duren dan iedereen denkt. Dat vind ik heel jammer”, zegt de gepensioneerd voetbaltrainer. Want, zo geeft hij aan: ,,Waarom zou je niet voor je ‘zijn’ willen uitkomen? Juist in de beslotenheid van de kleedkamer zou dat wel geaccepteerd worden.”
Feit is dat er niet één speler in zijn carrière voor homoseksualiteit is uitgekomen. ‘Ik heb het wel heel vaak gedacht en vermoed bij spelers. Maar als iemand daar niet zelf mee komt, wil ik hem daar niet mee belasten. Nee, bij welke club dat was, doet er niet toe. Ik wil juist die speler beschermen. En de meeste van hen zijn ook getrouwd met een vrouw en hebben kinderen. Dat kan ik ze echt niet aandoen.”
Nu weten we natuurlijk niet of dat klopt, het is een aanname van Louis. Maar stel je even voor: getrouwd zijn voor het algemene geaccepteerde plaatje. Het is een gevangen leven.
Ik zou hopen dat de anonieme speler in Engeland er publiekelijk voor zou uitkomen, gesteund door spelers, bestuur en vooral fans! Anno 2020 praten we over acceptatie van huidskleur, en hier over acceptatie van seksualiteit. Alsof we ons moeten verantwoorden tegenover de gemene deler. Het is beschamend dat dit stukje (en vele andere daarover) in de Pride Week wordt geschreven.
We willen toch mooie acties en goals zien van goeie spelers, ongeacht huidskleur of geaardheid?
Lees die zin eens na, hoe cliché!!! En toch gebeurt het niet….