Restaureren met toekomst
Met de geboorte van christus kreeg de mensheid een concreet beeld van het goddelijke en werd het ontastbare plotseling zichtbaar. Ook kunstwerken verbeelden vaak het ontastbare: verhalen en ideeën in het hoofd van de kunstenaar krijgen in schilderijen een gezicht.
Een gesprek met Hans Schalken en René Hoppenbrouwers, bestuursvoorzitter en adjunctdirecteur van Stichting Restauratie Atelier Limburg (SRAL), over het restaureren van kunstwerken met een huid, een ruggengraat en een ziel. En over de belangrijke rol die hierbij is weggelegd voor natuurwetenschappelijk onderzoek en internationalisering.
DE HUID
Elk kunstwerk vertelt een verhaal of creëert een emotie. Dat verhaal zit in de toplaag van het schilderij, de huid, en bestaat uit een enorme variëteit aan uit de natuur afkomstige materialen. Deze huid is meestal flinterdun en kwetsbaar. Veroudering en beschadiging liggen op de loer: van vergeling en verkleuring tot craquelé en krassen. Om beter te begrijpen wat er in de loop van de tijd in de huid van het kunstwerk is veranderd, bieden de natuurwetenschappen uitkomst. In verband met restauratie van de beschilderde, goudleren wandbespanning in de burgemeesterskamer van het stadhuis in Maastricht trad SRAL in contact met prof. dr. Ron Heeren van het Massaspectrometriecentrum (M4I) in Maastricht UMC+. Met innovatieve, moleculaire beeldvormingstechnieken kunnen onderzoekers van M4I duizenden moleculen in cellen en weefsels in kaart brengen. Dit levert informatie op waarmee een persoonlijk behandelplan voor patiënten kan worden opgesteld. Zou het mogelijk zijn deze techniek toe te passen op de huid van een kunstwerk, vroeg SRAL zich af? „Onze samenwerking is een eerste aanzet om te kijken of je met massaspectrometrie een beeld kunt krijgen van de dwarsdoorsneden van de verflagen. De resultaten zijn veelbelovend. We hopen met behulp van deze techniek beter inzicht te krijgen in de veroudering van verflagen,” licht Hoppenhouwers toe. „Met meer kennis van het materiaal en van eerdere restauraties kunnen we een betere diagnose stellen en veel gerichter, veiliger en minder ingrijpend restaureren.”
DE RUGGENGRAAT
Een schilderij kan niet bestaan zonder drager; een skelet dat stevigheid biedt en zo bepalend is voor de duurzaamheid van het kunstwerk. Linnen en houten panelen zijn gebruikelijke dragers in de schilderkunst. Het veelgebruikte linnen is kwetsbaar: het wordt langzaam bros en valt uit elkaar. SRAL ontwikkelt al twintig jaar een veilige manier van ‘bedoeken’ of verstevigen van verzwakte schilderijen op linnen. Voor deze Mistlining technique ontving SRAL van de prestigieuze Amerikaanse Getty Foundation een beurs, die in 2019 gebruikt wordt voor de organisatie van workshops voor restauratoren uit internationaal toonaangevende musea en restauratie-instituten. „We dragen op deze manier onze kennis over aan de top van de huidige en toekomstige generatie restauratoren, die deze op hun beurt weer overbrengen op anderen.” Mede dankzij deze beurs kan de stichting, die in de afgelopen 31 jaar van een klein lokaal atelier uitgroeide tot een kennisinstituut van wereldfaam voor restauratie, onderzoek en opleiding, zich internationaal verder positioneren. „Dit soort activiteiten past volledig binnen onze provinciale rol als erfgoed kennisinstituut en onze ambities voor de nabije toekomst,” aldus Schalken.
DE GEEST
Waarom koos een kunstenaar een bepaalde kleur of vormentaal, waarom en hoe bracht hij diepte, overgangen, nuances en schaduwpartijen aan? „Met restauratie kun je de idee van de kunstenaar weer dichterbij brengen,” legt Hoppenbrouwers uit. Bij het restaureren van hedendaagse kunst gaat een restaurator in gesprek met de kunstenaar om zijn bedoelingen te achterhalen. Bij oude kunst biedt bronnenonderzoek op sommige vragen antwoord. „Voor de rest is het Crime Scene Investigation (CSI) Maastricht,” zegt Hoppenbrouwers lachend. „Bij SRAL is de meerwaarde dat we interdisciplinair werken met een veelzijdig team. Door de huidige ethische codes in ons vak kennen we tegenwoordig onze grenzen. Helaas hebben veel kunstwerken in het verleden onder restauraties geleden. Er is veel weggepoetst, waar-door informatie verloren is gegaan. Deze informatie breng je met behulp van moderne, natuurwetenschappelijke technieken soms weer aan het licht. Zo vinden we verfrestanten of producten die je met het oog niet meer ziet. Die tonen bijvoorbeeld aan dat er oorspronkelijk andere kleuren gebruikt zijn of dat er veel meer nuance in een schildering aanwezig was.”SRAL werkt al langer met röntgenfotografie en infraroodtechnieken. De nieuwste massaspectrometrietechnieken kunnen aantonen hoe het materiaal oorspronkelijk in elkaar zat, hoe het is veranderd en wat er onherroepelijk weg is. „Hierdoor krijgen we een beter inzicht in wat een kunstenaar met een werk bedoeld heeft. Of je het dan weer terugbrengt in de oorspronkelijke staat, is een volgende vraag.” Hoppenbrouwers tekent een koord tussen heden en verleden met in het midden een balancerend poppetje. „Een restaurator is net een koorddanser. De idee van de kunstenaar wil je doen herleven of op zijn minst zo dicht mogelijk benaderen. Maar hoe ver ga je met de restauratie? Terug naar het origineel is geen optie want sommige processen zijn onomkeerbaar en ook heeft veroudering een waarde gekregen. Een veertiende-eeuws altaarstuk bijvoorbeeld met fel rood en knal geel? Toen prachtig, maar nu zou het kitsch zijn!”
Fotografie: Richard Stark en Harry Heuts
__________________________
Chapeau Nieuwsbrief
Wil jij wekelijks het laatste nieuws ontvangen over het goede leven in Limburg NL/BE? Schrijf je dan in voor onze mooie nieuwsbrief -> inschrijven <