Bijzonder etentje in een restaurant? Neem gerust je eigen bijzondere wijn mee
Als uitgesproken liefhebber van oude wijnen – let wel: vineuze ‘ouderlingen’ van waarlijk nobele afkomst – kom ik vaak in gesprek met mensen die zelf ook ergens één of twee bijzondere wijnen hebben liggen.
Meestal gaat het om wijnen uit iemands geboortejaar, of uit het jaar dat iemands zoon of dochter werd geboren. Ik ken zelfs iemand die een fles van de bijzondere wijn die geschonken werd tijdens haar huwelijk, koestert als een trouwring met daarop een briljant geslepen diamant, ook al heeft ze alweer vele jaren geleden – zonder heildronk – afscheid genomen van haar echtgenoot.
Het verbaast me altijd weer hoezeer dat soort wijnen worden gekoesterd. Vaak gaat het om grote wijnen, waarvan de gelukkige bezitter geen idee heeft wat de werkelijke waarde is. Op de keper beschouwd is dat niet zo gek, maar ergens toch ook weer wel. Als je iemand anders bij een bijzondere gelegenheid verblijdt met één of meerdere flessen wijn, verschijn je – als hij of zij je werkelijk lief is – immers ten tonele met iets wat een paar centen heeft mogen kosten (noblesse oblige, heet zoiets in mijn geval) én derhalve vele jaren meegaat.
Uiteraard krijg ik als veronderstelde kenner vaak de vraag wat zo’n oude fles nou waard is. Als ik naar waarheid antwoord dat de geldelijke waarde bijvoorbeeld tweehonderd euro bedraagt of – in uitzonderlijke gevallen veel – meer, maar dat de emotionele waarde zich natuurlijk moeilijk in geld laat uitdrukken, is de reactie vaak dat men van zins is zo’n fles te bewaren voor een heel bijzonder moment.
De grote vraag blijft natuurlijk wanneer een dergelijk moment aan de orde is. Moet je zo’n bijzondere wijn werkelijk bewaren tot sint-juttemis? Of juist niet, omdat het drinken van zo’n bijzondere wijn, zeker in het gezelschap van een bijzonder iemand, juist dé bijzondere gelegenheid bij uitstek is.
Vaak geef ik het advies om zo’n mooie wijn mee te nemen naar iemands favoriete restaurant. Mijn ervaring is dat sommeliers het doorgaans geweldig vinden om iemand aan de hand van een bijzondere – zelf meegebrachte – wijn de middag of de avond van zijn of haar leven te geven. Zeker in de betere restaurants en al helemaal als de wijnkelner in kwestie een paar slokjes mee mag proeven. Je scoort natuurlijk helemaal punten als je een half – of een heel – glaasje voor hem overlaat, voor als zijn dienst erop zit.
BYOB noemen ze zoiets in bijvoorbeeld Canada en de Verenigde Staten. Het meebrengen (Bring) van je eigen fles (Your Own Bottle) is daar aan de orde van de dag, zo lees ik geregeld in The Wine Spectator, een prachtig blad, dat vaak vol staat met lachende, van wijn genietende mensen.
In Nederland en België is het fenomeen nog vrij onbekend, laat staan dat we er een eigen pakkende term voor hebben. Misschien maar goed ook, want als iedereen die ‘op restaurant’ gaat met zijn eigen wijn gaat slepen, is het einde zoek.
Maar toch. Hoe leuk – en bijzonder – is het om bijvoorbeeld als je dertig, veertig vijftig of zestig wordt, een wijn uit je geboortejaar te drinken? Of een mooie Grand Cru Classé van vijfentwintig jaar oud, ter gelegenheid van je zilveren huwelijksfeest? En dat ook nog eens in een restaurant waar je je weken van tevoren op verheugt?
Natuurlijk zijn er aan het meebrengen van je eigen fles(sen) een aantal voorwaarden verbonden. Deels liggen die op zakelijk gebied, al is het ook een kwestie van etiquette. Zo geeft het uiteraard geen pas – ik noem maar een voorbeeld – om een meegebrachte Franse wijn te willen in een Italiaans restaurant, of omgekeerd. Ook in een eetcafé, waar wijnbeleving doorgaans niet echt een rol speelt, zal men vreemd opkijken als je je eigen wijn uit je binnenzak tevoorschijn tovert. En terecht. Een wijn meenemen die een restaurant zelf ook op de kaart heeft staan? Overbodig om te zeggen dat zulks helemaal not done is. Natuurlijk is het elegant om de bereidwilligheid van het restaurant te belonen door de bijzondere avond die ze je willen bezorgen compleet te maken met bijvoorbeeld een glas champagne als aperitief of een cognacje of likeurtje bij de koffie.
Uiteraard is het niet meer dan logisch dat het restaurant waar het personeel bereid is een bijzondere fles voor je open te maken, ruimschoots wordt gecompenseerd voor het verlies aan omzet.
Sommige restaurants die de BYOB-praktijk verwelkomen, nemen de prijs van een fles huiswijn als – zeer bescheiden – uitgangspunt. Andere eetgelegenheden rekenen vijftig euro voor het ontkurken, het ter beschikking stellen van het glaswerk en uiteraard voor de bediening.
Persoonlijk heb ik er geen moeite mee als het zogeheten ‘kurkengeld’ – althans in sommige gevallen – een veelvoud van het basistarief bedraagt. Zeker als het gaat om een fles meegebrachte wijn die onder normale omstandigheden voor de meeste mensen onbetaalbaar is.
Welk bedrag er ook op de rekening verschijnt (daarover kun je bij de reservering overleggen); belangrijk is en blijft dat je niet alles opdrinkt, maar ook iets overlaat voor de sommelier. Wees daarnaast niet krenterig en laat bij het verlaten van het restaurant een ruime fooi achter. Als teken van respect en van waardering. Per slot van rekening hebben ze je met het openen van de fles het bijzondere moment gegeven waar je altijd naar verlangd hebt.