Kunst en Cultuur

Ambachtelijke klokken als pure kunst

tekst Ludo Diels
, fotografie Hugo Thomassen

Wie zich dagelijks omgeeft met zoveel tikkende uurwerken aan de muur als Frans Mulders, die moet ofwel mijmerend melancholisch van aard zijn vanwege het hoorbare verstrijken van de tijd, ofwel in het bezit zijn van stalen zenuwen. Een bezoek aan Patoe Ateliers in Maastricht.

Of de klok secuur loopt, is meestal geen hoofdzaak

Zenuwachtig oogt de klokkenmaker allerminst en een aanleg voor zwaarmoedig gepieker over de voortsnellende tijd is aan hem evenwel niet besteed. Vanaf 1984 bevindt de door hem gestarte klokken- en horlogemakerij zich aan de Alexander Battalaan. Veertig jaar dus al. Zijn expertise geldt als onbetwist en heeft hem door de jaren heen opdrachten opgeleverd voor de reparatie, restauratie en bouw van klokken door het hele land. „Perfectie is niet iets wat we nastreven, het is in dit metier een noodzaak.”

Een kopje koffie drinkend achter de tafel in een van zijn sierlijk comfortabele Thonet-stoeltjes hoor je het getik van de klokken die de muren bedekken. Een zo rustgevend geluid dat je moet uitkijken niet te gaan knikkebollen wanneer Frans Mulders daartoe aangespoord zijn verhaal vertelt. Hij zegt dat er mensen zijn die dat geluid inderdaad graag in de slaapkamer horen om zodoende gemakkelijker de slaap te kunnen vatten. Zelf hoort hij het bij wijze van spreken niet meer. Hoewel hij niet zegt buitengewoon gefascineerd te zijn door het verschijnsel tijd, heeft hij voor de deur op straat wel een zonneklok getekend en laat zijn werkkamer een aantal oude prenten zien die gaan over het fenomeen tijd. „Ik vind dit leuk. Meer niet.”

De afgemetenheid van zijn antwoorden wordt gaandeweg het gesprek steeds minder wanneer het over de schoonheid van klokken en hun mechaniek gaat. Mulders blijkt een levende encyclopedie die moeiteloos uren kan praten over de historie van zijn klokken. Hij beschrijft cultuurhistorische perioden aan de hand van verschillende klokken die hij in zijn zaak illustreert. Victoriaans Engels, Franse romantiek, art-nouveau en uurwerken van het eerste uur toont hij in zijn winkel. Klokken veelal die volgens hem destijds expliciet werden opgevat als meubelstuk. Pure kunst. Ambachtelijk handwerk. „Om je een idee te geven: in de tijd van de VOC waren sommige klokken zo duur als een half grachtenpand. Het was dus een statussymbool. Je zou het kunnen vergelijken met mensen die er een Ferrari op na houden, pure luxe.”

Een klok maken behelsde een aantal disciplines. Er kwamen buiten bronsgieters, metaalbewerkers ook houtbewerkers aan te pas. „Met de komst van de Industriële Revolutie werd de exacte tijdmeting nóg belangrijker. Arbeidswerktijden werden door de klok gedicteerd. Rond 1872 werd de batterij uitgevonden en zagen de eerste elektronische klokken het levenslicht. De klok van toen is het best te vergelijken met de computer van nu.”

Maastricht herbergde in het verleden een paar honderd klokkenmakers, zo vertelt Mulders. „In de zeventiende en achttiende eeuw genoot deze stad een grote reputatie op het gebied van de wapenmakerij en de zilversmeedkunst. Ook waren er destijds dus veel klokkenmakers. Buiten de tijd valt aan een klok ook de geschiedenis van een land af te lezen. Neem de Franse klokken uit de Napoleontische tijd. Met hun rijkelijk bewerkte gietwerken, afbeeldingen van bijvoorbeeld Egypte, veldtochten en zelfs erotiek, geven ze een fraai tijdsbeeld. Engelse klokken daarentegen zijn door de bank genomen een stuk soberder. Die legden meer nadruk op de functionaliteit van de klok. Door de jaren heen heb ik veel gelezen over de geschiedenis. Ik ga steeds verder. Kijk maar naar die boeken daar in de kast. Natuurlijk kun je alles opzoeken via Internet, maar ik prefereer het boek.”

Voor zijn plezier werkt Frans Mulders aan een replica van de klok die de Nederlandse wis-, natuur- en sterrenkundige Christiaan Huygens ooit in de zeventiende eeuw had ontworpen. „Het nabouwen van zo’n slingeruurwerk is best ingewikkeld. Alle opgedane kennis uit die tijd zat als het ware in deze klok. Ik heb er plezier aan om dit te maken. Door de jaren heen heb ik uiteraard veel kennis opgedaan. Ooit heb ik mijn diploma als meubelmaker behaald. En me ook nog toegelegd op fijnmetaalbewerking.” Lachend: „Eigenlijk had ik ooit chirurg willen worden. Dit werk komt in de buurt.”

Over de toekomst van zijn vak is hij, anders dan men zou verwachten, niet negatief. „Ik geloof dat er ook in de toekomst mensen zullen zijn die met hun handen willen werken. Die niet de hele tijd achter de computer zitten. Ik ben positief gestemd. Ook al heb ik geen bedrijfsopvolger. Mijn dochter Renée is vioolbouwer, mijn zoon Philippe werkt aan vooroorlogse auto’s en mijn echtgenote Bernadette is edelsmid. Er zijn opleidingen voor dit vak, zoals in Antwerpen en in Schoonhoven. Dus kennelijk bestaat er nog steeds interesse voor het vak.”

Wat Frans Mulders fascineert, is dat in de klokkenbouw en -restauratie het vakmanschap een bepalende rol speelt. „In feite geloof ik in het oude meester-gezel-systeem. Zo leer je van de ervaring van de ouderen. Volgens mij is dat een goed systeem. Je kunt niet lukraak aan een klok gaan werken. Ook kun je onderdelen in de meeste gevallen niet zo maar bestellen. Je moet zelf aan de slag. Daarbij dien je iets te weten van de te gebruiken materialen en tevens op de hoogte te zijn van de historische achtergrond van zo’n klok. Niet zelden moet ik daarbij werken met oud gereedschap en materiaal. Wat restauraties betreft, proberen we de klok zó te restaureren dat de oorspronkelijke bedoelingen van de klokkenmaker in zijn ontwerp weer zichtbaar worden. Wij zijn altijd dienstbaar aan het ontwerp. Of de klok secuur loopt is meestal niet de hoofdzaak. Zolang mijn ogen en handen nog naar behoren functioneren ga ik door. Het vak bevalt me nog steeds. Daar krijgt de tijd geen vat op.”

De afbeeldingen geven een fraai tijdsbeeld, van veldtochten tot erotiek

Deel dit artikel:
Meer artikelen over:
Kunst en Cultuur

Gerelateerd nieuws