The Monochrome House minimalistisch leven in een monumentaal pand

Toen de huidige bewoners het unieke Maastrichtse pand aankochten had het een kakofonie aan kleur, en was de tuin een wild geheel. Hoe anders is het nu. Daar ging wel een anderhalf jaar durende verbouwing aan vooraf. Wie dit serene eindresultaat voor hen ging bereiken lag voor de bewoners vanaf dag één al vast. Dankzij een eerdere succesvolle samenwerking met Niels Maier mocht de interieurontwerper ook dit keer voor hen aan de slag. De frisse en minimalistische stijl van Maier sluit goed aan bij hun gezamenlijke liefde voor designklassiekers en monumentale panden. De keuze voor de ontwerper bleek dan ook op deze bijzondere locatie een schot in de roos.
Van trouwlocatie naar privéwoning
Om het voormalige zusterhuis om te toveren tot een woonhuis voor het moderne leven kreeg Maier de vrije hand. Het Rijksmonument, dat tot voor kort dienstdeed als woning, trouwlocatie en bloembinderij, moest wel zoveel mogelijk in originele staat terug worden gebracht. Ook aanpassingen die het monument geen eer hadden gedaan, moesten ongedaan worden gemaakt. De vele handgemaakte houten deuren en kozijnen zijn, net als de originele plafonds en andere authentieke elementen, met veel zorg gerestaureerd.
De indeling van de ouderslaapkamer, de woonkamer en de keuken ging op de schop, en een aantal doorgangen die niet meer zichtbaar waren werden weer in ere hersteld. Maier maakte van de ronde, betegelde serre een eetkamer die aansluit op de leefruimte en uitkijkt op de door oude stadsmuren omringde tuin. Vanuit de eetkamer is er een logische overgang naar de twee zitkamers.


Schaduwspel in wit
In de woning werd gekozen voor een monochroom palet: de basiskleur is wit, waardoor de vele ornamenten in plafonds en muren buitengewoon goed tot hun recht komen. Maier vertelt: „Door de wanden, sierlijsten en plafonds helemaal wit te laten is alles op een mooie manier met elkaar versmolten. De schaduwval die zo ontstaat laat de ornamenten nu extra spreken. Wit zorgt ervoor dat het natuurlijke licht diep in het huis doordringt en dat eyecatchers, zoals de klassieke schoorsteenmantel, nog meer in het oog springen. De zelfontworpen lampen geven op een heel zachte manier licht, zodat de ornamenten in de avonden een beetje ‘gloeien’.”


Neoclassicstische schilderkunst
De historische vloeren zijn intact gelaten en de nieuwe vloeren zijn zodanig gekleurd dat ze weer aansluiten bij de rest. Het donkere hout van de vloer geeft de woonkamer warmte en de originele tegels in zowel de gang als eetkamer brengen de achttien-de-eeuwse sfeer in stijl terug. De werkkamer vormt het grootste contrast met de rest van het huis: de volledig monumentale ruimte is omringd door wandpanelen en originele neoclassicistische schilderkunst. Maier besloot de ruimte extra kracht bij te zetten door een tapijt uit zijde te laten maken, met daarin als hoofdkleur de kleur die ook domineert in het schilderwerk. Als pronkstuk staat er een zelfontworpen aluminium tafel die de kleur van de kamer als het ware absorbeert.


Gerenoveerde oranjerie
De keuken, drie badkamers en kastruimtes zijn geheel wit gebleven, met gepolijst Corian als hoofdmoot in zowel de keuken als badka-mers. De master badkamer is als middensegment gebouwd tussen de slaapkamer en walk-in closet, in een open lay-out. De junior badkamers zijn in dezelfde stijl uitgevoerd. Als grote tegenhanger van al dit wit zijn er de gang, overloop en het trappenhuis. Deze zijn volledig donker gemaakt, waarmee het hele middensegment als duidelijk centrum van de woning wordt gemarkeerd. Dit don-kere blok loopt door naar de aan de zijkant van het pand grenzende oude, authentieke oranjerie. Deze tuinkas werd gerenoveerd maar gitzwart behouden, om zijn bestemming te vinden als wijnbar. Het staal werd gereinigd en gelakt, en het glas volledig vervangen. Waar vroeger planten stonden te overwinteren, wordt nu op een ietwat andere manier in dorst voorzien. Vanuit de wijnbar is er uitzicht op de oude kapel, die is omgetoverd tot gastenverblijf.


Gevoel van rust
Maier mocht ook de tuin onder handen nemen; hij transformeerde deze tot een klassiek, modern geheel. Ook hier was het contrast tussen de in verwilderde staat aangetroffen tuin en het eindresultaat groot. „We hebben al het groen eruit gehaald en zijn helemaal opnieuw begonnen. De resten van de dertiende-eeuwse stadsmuur die de tuin omheinen, waren voor de helft ingegraven. Het eerste wat we hebben gedaan was het weer tevoorschijn toveren van de gehele muur.” Het doel was om ook in de tuin een rustige sfeer te creëren, zonder al te veel poespas. De ontwerper wist dat op een bijzondere manier te bereiken. De twee hard-stenen platforms, bij het gastenverblijf en bij de hoofdwoning, lijken als het ware over het landschap heen te zweven. Maier sluit af: „Dankzij de bijzondere bomen, de buxuswolken en de zwarte watertafels daalt er een enorm gevoel van rust op je neer als je in de tuin zit. Het is dan ook moeilijk voor te stellen dat je hier midden in de binnenstad van Maastricht zit. Ook mooi: wanneer je in de tuin boven op de vlonder staat zie je zo bijna alle kerktorens van de Limburgse hoofdstad. Wie kan dat nou zeggen?”