Kunst en Cultuur

In the Spotlight: designer Mark Sturkenboom

tekst Runak Sharaf
Het is misschien wel zijn bekendste werk: ’21 Grams’: een handgemaakt kistje met mooie herinneringen die een weduwe heeft aan haar man. Er is plek voor precies éénentwintig gram as, een mythische verwijzing naar het gewicht van de menselijke ziel. Verder een trouwring, een zakdoek en zelfs een parfumverstuiver om de geur van de echtgenoot terug te kunnen halen. Het concept is verder doorontwikkeld en bevat nu ook een cyanidesigaret voor als je nog dichter bij je overleden geliefde wenst te zijn.

Het werk is te bewonderen in de gloednieuwe tentoonstelling van het Cube design museum: (Re)design Death, een expositie waarin de dood – en alle aspecten ervan – verweven in design centraal staat. Afgezien van de expositie heeft Mark Sturkenboom negen jonge genomineerde ontwerpers begeleid in de zogeheten Cube design labs. Centraal thema hierbij is juist het uitschakelen van de dood: zou je voor eeuwig door willen leven? In een Design Challenge dingen de ontwerpers mee naar een plek in de expositie. Wij gingen met Sturkenboom in gesprek over jonge designers van nu en zijn eigen gevoel bij zijn werk.

Wat vind je opmerkelijk aan de visie van de negen jonge ontwerpers die zijn genomineerd voor de Design Challenge?
Bij het thema dood wordt niet zo gauw design stilgestaan, anders dan het mooi maken van de kist of het esthetisch vormgeven van de urn. De nieuwe generatie ontwerpers heeft echter per definitie al een houding van toekomstgericht denken: ze zijn veel speculatiever bezig op dit vlak, schakelen makkelijk in science fiction en denken veel meer in de taal van technologie dan voorheen. Die informatie zit al helemaal in hun toolbox. Dat wordt natuurlijk ook gevoed door de groei van de mogelijkheden de laatste tien jaar op dat gebied. Zo onderzoekt één van de deelnemers hoe je rituelen van een overledene kan vangen in een algoritme, zodat bij wijze van spreken dagelijks die koffiemachine ook echt om half 8 aangaat, ’s avonds voor het slapengaan het toilet nog een keer extra doorspoelt; precies zoals je overleden echtgenoot dat ook deed. En naast dat het een heel technologisch verhaal is, speelt het juist ook in op de emotie. Iemand leeft dan dus daadwerkelijk voort in iemands herinnering, mét iemands algoritme. Al is de overleden persoon er zelf niet meer fysiek bij, zijn rituelen zijn er wel nog en dat brengt een stuk nabijheid. Toen ik zelf net afstudeerde, ging het juist meer alleen om het emotionele aspect.

Wat betekent het voor een beginnend designer om te mogen exposeren in het Cube design museum?
Veel mensen denken dat exposeren vooral goed is om gezien te worden en naamsbekendheid te krijgen. Maar wat misschien nog wel belangrijker is, is dat het moment een aanjager is voor nieuwe ideeën, het opbouwen van een netwerk én uitwisseling van ideeën. Juist in die eerste periode na je afstuderen is het maken van nieuw werk heel waardevol en vruchtbaar. Een expositie die ligt binnen je interessevlak is dan een hele mooie kans om daar binnen een professionele context gebruik van te maken. Het ene zaadje plant weer het andere en zo wordt het een wisselwerking die zich in de praktijk door ontwikkelt. Ik denk dat dat de grootste winst is. Ook al zullen niet alle deelnemers kunnen exposeren in de tentoonstelling (Re)design Death; toch is het heel waardevol dat je een nieuw idee hebt ontwikkeld, je in discussie kan gaan, waardoor het je verder brengt in een mogelijk volgend project. Daarom is het ook zo leuk dat die vraag er vanuit het Cube design museum ligt.

Wanneer is een design eigenlijk goed?
Mijn hoofddocent aan de academie, Wilma Sommers, zei altijd: ,,Het is moeilijk uit te leggen

of iemand te leren hoe ‘het’ moet, er is geen formule voor, maar als je er met een paar mensen omheen staat en het klopt, dan voelt iedereen dat.” Iets moet verwonderen. En daarnaast vind ik het belangrijk dat iets niet alleen maar statisch is en naar zichzelf terugverwijst, maar dat het de geest dusdanig prikkelt, en dat je er als kunstenaar iets van jezelf in kwijt kunt. Als toeschouwer vind ik het mooi als je weer denkend weggaat, omdat het iets bij je los heeft gemaakt. Alles wat je in je omgeving ziet, is vormgegeven: de bomen, de tafel, de pepermolen, noem maar op. Dat is functioneel design. Er zijn ook veel designers die op de markt inspelen: maak een aantrekkelijk ding, als het goed verkoopt maak je een tweede exemplaar, en nog meer, steeds afgeleid van het vorige ontwerp. Een aantal jaren geleden zag je ook vaak dat designers de rol kregen van probleemoplosser. De nieuwe ‘wereldredders’. Terwijl ik het nu juist mooi vind om te zien dat designers van nu een meer poëtische of filosofische rol innemen. Ik denk wel dat er in de huidige tijd minder ruimte is voor ontwerpers die alleen maar een stoeltje, lampje of kastje willen maken.

Wat spreekt je aan in het thema Redesign Death?
Het is niet iets alledaags in design, terwijl het juist wel een groot onderdeel is van het leven, sterven. Alleen zijn wij er niet zo mee bezig, terwijl het wel iets is dat een enorme impact op ons heeft. Rouw bijvoorbeeld is een heftige emotie en dat maakt het een moeilijk onderwerp, terwijl mensen juist steeds ouder worden en men zelfs spreekt van het verlengen van levens. Dan is het een interessante vraag wat het betekent om je daarvan bewust te zijn en wat het betekent als ‘death’ wellicht een andere vorm aanneemt, bijvoorbeeld die van eeuwig leven. Heel spannend om daarover na te denken. De menselijke aspecten zoals ‘ontmoeten’ en ‘afscheid nemen’ zitten in mijn eigen werk verweven: ik ben veel bezig met de vergankelijkheid van de tijd en het menselijk leven. Zonder dat het meteen over de dood hoeft te gaan natuurlijk. Maar er zit wel een bewustwording in van hoe precair sommige onderwerpen kunnen zijn.

21 Grams: Poetic Justice is ook in de expositie (Re)design Death opgenomen. Waarom is deze tweede versie er gekomen?
Na mijn eerste werk kreeg ik veel reacties. ‘21 Grams’ ging de hele wereld over en dat heeft me ook veel gebracht. Maar het maakt ook veel los bij mensen, men vindt het controversieel. Ik vind het werk poëtisch verantwoord en hopeloos romantisch. Zo ontstond 21 Grams: Poetic Justice. Ik dacht, wat is de volgende stap: kan ik nog verder gaan? Stel je nou voor dat het de mensen die het werk daadwerkelijk gebruiken -of er alleen over nadenken-, de schaamte of intimiteit te veel wordt. Dan biedt dit werk een uitweg van dat gevoel. Of sterker nog: wat als het 21-Grams-kistje met onder andere de parfum, trouwring en de mogelijkheid om intiem te zijn met je overleden geliefde voor jou niet dichtbij genoeg is. Dan zit er in dit tweede werk een verborgen laatje met veiligheidsglaasje. Als je dat kapot drukt, kun je een cyanidesigaret pakken en oproken. Binnen een half uur kom je dan te

overlijden zodat je in de eeuwigheid bent verbonden. Ik vond het ook wel een mooie verwijzing naar het sigaretje na de seks. Het is ook een reflectie van mezelf op het eerste werk. Ik krijg veel vragen van mensen of je er echt zelfmoord mee kan plegen. De as, de parfum en de iPhone lever ik er niet bij, dat is iets voor de gebruiker om zelf toe te voegen, maar de sigaret wel. En dat roept natuurlijk wel wat vragen en weerstand op. Zo mag ik in Amerika niet exposeren met de sigaret in het kistje, dan verwissel ik die voor een andere. Maar ondertussen zijn er natuurlijk heel veel middelen waar je zelfmoord mee kunt plegen, een balpen of handvol aspirines volstaat, dus in die zin is het eigenlijk niet zo bijzonder. Dat vind ik zo interessant aan de menselijke geest. Soms als je een suggestie doet, dan komt de collectieve waardeperceptie om de hoek kijken. Zo maakte ik ooit een klokje, Watching time fly by´, welke je kunt opwinden en waarin een vliegje in een glazen stolp precies één omwenteling per minuut vliegt. Als je dan vervolgens zegt: als je goed kijkt, zie je dat dat vliegje gemaakt is van een bankbiljet van 500 euro. Dan gebeurt er iets met mensen. Een verandering in materiaal maakt dan ineens iets los. Dat is bij ‘21 Grams: Poetic Justice’ ook zo.

Zou je zelf eeuwig willen leven?
Dan hangt het er natuurlijk vanaf: leven andere mensen ook eeuwig en wat als je besluit uit het leven te stappen, leef je dan toch door? Kan dat dan ook niet meer? Maar in eerste instantie zeg ik ‘ja’. Misschien ben ik in mijn werk ook zoveel bezig met de vergankelijkheid, omdat er ergens in mij ook wel een angst zit om te sterven. Het zou mooi zijn als je je eigen moment in de eeuwigheid kunt kiezen om te sterven. Dus dan zie ik het niet zozeer als eindeloos leven, maar meer zelf de regisseur zijn van dat proces.

De expositie (Re)design Death is tot en met 24 januari 2021 te bezichtigen bij Cube design museum in Kerkrade. Ga voor meer informatie over het museum en de expositie naar cubedesignmuseum.nl

 

Deel dit artikel:

Gerelateerd nieuws