Te voet van de oudste brug van Nederland naar de voor Nederland unieke kerkentweeling aan het Vrijthof. Dat is kort door de bocht de historische route die de koninklijke familie tijdens Koningsdag wandelt door het centrum van Maastricht.
Sint Servaas, waarschijnlijk de eerste bisschop van de Nederlanden en zeker de eerste bisschop van Maastricht, is nadrukkelijk aanwezig aan het begin en het einde van deze stadswandeling. Maastrichtaren noemen hun brug liefkozend aw brögk, oude brug. Tot 1932 heette die brug gewoon Maasbrug, maar daarna werd deze in de dertiende eeuw gebouwde boogbrug de Sint Servaasbrug. Genoemd naar de patroonheilige van de stad wiens graf te vinden is in de crypte in de naar hem genoemde basiliek aan het Vrijthof.
Kanaal
Als het koninklijk gezelschap via de stenen brug Moeder Maas is overgestoken, slaat het linksaf naar Vissersmaas. Hier stond ooit een dertiende-eeuwse stadspoort, die eerst Visserspoort heette en later werd vervangen door een nieuwe poort, de Batpoort, die op haar beurt in 1849 is gesloopt. De koninklijke wandelaars en hun gevolg bereiken Het Bat, een oude aanlegplaats langs het toenmalige kanaal. Hier werd vroeger de steenkool uit Luik aangevoerd om Maastricht in de winter warm te stoken voordat dit gebeurde met Limburgse steenkool.
De basiliek Onze Lieve Vrouw Tenhemelopneming – dat is de volledige naam – en met name de kapel met het beeld van de Sterre der Zee en de honderden brandende kaarsjes vóór dit beeld vormen onbetwist de blikvangers van het Frans aandoende Onze Lieve Vrouweplein. Dit is zo’n beetje het oudste deel van Maastricht, gelegen nabij het vroegere laat-Romeinse castellum, gebouwd rond 333 n. Chr. Dit fort stond in wat tegenwoordig het Stokstraatkwartier heet. Enkele restanten kunnen de koninklijke stadswandelaars bekijken in de museumkelder van hotel Derlon.
Via Regia
Mogelijk reeds in de vierde eeuw stond hier op het Onze Lieve Vrouweplein al een kerkje. Dat zou dan het eerste kerkje in het huidige Nederland zijn geweest, maar het imposante kerkgebouw dat we tegenwoordig mogen aanschouwen, stamt uit de elfde en twaalfde eeuw. De kerk telt twee cryptes en een schatkamer. Langs de terrassen op dit plein wandelend en genietend van een miniconcert van André Rieu, bereikt het koninklijk gezelschap de Bredestraat, de straat die het Onze Lieve Vrouweplein verbindt met het Vrijthof. Een straat waarin vroeger stadspaleizen en herenhuizen stonden. Tegenwoordig zijn er vooral kantoren, deels chique winkels en galeries vol kunst gevestigd. Een tijd lang werd deze straat de Via Regia genoemd, de Koninklijke weg.
In de Bredestraat staat ook de kerk van het voormalige Jezuïetenklooster. In die kerk was na 1788 de Maastrichtse stadsschouwburg gevestigd, beter bekend als de Bonbonnière. Dat duurde totdat in 1992 het nieuwe Theater aan het Vrijthof opende, gevestigd in het voormalige Generaalshuis. Dat stadspaleisje was het woonhuis van de opperbevelhebber van Maastricht, generaal Dibbets, de man die voorkwam dat Maastricht en de rest van Limburg zich rond 1830 losmaakten van het Koninkrijk der Nederlanden om zich aan te sluiten bij het nieuw gestichte Koninkrijk België.
Vrijplaats
Ook de koninklijke stoet verplaatst zich vanaf de Bonbonnière naar het Vrijthof, het plein dat bekend is van het straatcarnaval, het eetfestijn Preuvenemint en de openluchtconcerten van André Rieu. Van oorsprong een kerkelijk plein. Vandaar die naam, Vrijthof. Die komt van vrijplaats, de plek in de stad waar de wettelijke machthebbers geen juridische macht bezaten. Oorspronkelijk was dit overigens een middeleeuws kerkhof. Rond de duizend graven bevonden zich hier op de plek waar nu een parkeergarage ligt. En de heerbaan Via Belgica kwam er pal langs, de Romeinse ‘snelweg’ van Bologne-sur-Mèr aan de zee via Tongeren, Maastricht en Heerlen naar Keulen aan de Rijn.
Absolute blikvanger van het Vrijthof is de eerder genoemde kerkentweeling. Aan de ene kant de protestantse Sint-Janskerk met de hoogste toren van Maastricht en aan de andere kant de Servaasbasiliek met het graf van de patroonheilige van de stad. En tussen de twee kerken een steegje dat luistert naar de Bijbelse naam Het Vagevuur. Dat is zoals bekend de plek waar gelovigen na hun dood ‘geparkeerd’ worden als hun ziel vanwege tijdens hun leven begane zonden nog niet helemaal zuiver is. Eerst moeten die gelovigen door het vuur gelouterd worden. Dan pas gaat ook voor hen de hemelpoort open.
De koninklijke wandelaars zullen inmiddels toe zijn aan een versnapering. Een koel glas pils op een van de gezellige terrassen met uitzicht op de twee kerken en de voormalige militaire hoofdwacht smaakt heerlijk na zo’n stadswandeling. Dat pilsje kan ook intiem binnen genuttigd worden in een van de oudste cafés van Nederland, In den Ouden Vogelstruys. Het huidige café staat er sinds 1730, maar al begin veertiende eeuw kon hier een pot bier worden gedronken.