Ultieme reisgids Zuid-Afrika deel 1

Zuid-Afrika. Een land dat al lang op mijn bucketlist stond door de indrukwekkende verhalen die ik erover heb gehoord, en natuurlijk door de foto’s en natuurdocumentaires. In het voorjaar van 2020 bezocht ik het zuidelijkste land van Afrika, maar mijn reisgids heeft door corona even op zich laten wachten. Na twee jaar is het eindelijk zover: mijn A-Z reisgids voor een roadtrip door het prachtige Zuid-Afrika. Deel 1 van een serie van drie.

Deel 1: Kaapstad en omgeving

Na een vlucht van 11 uur landen we in Kaapstad. Ik krijg al kriebels als ik door het vliegtuigraampje voor het eerst de Tafelberg, de wilde zee en de uitgestrekte wijndomeinen zie liggen! We verblijven hier drieënhalve dag en zijn van plan om deze tijd zo efficiënt mogelijk in te vullen. Hieronder een overzicht van onze stops in The Mother City, zoals de bijnaam van Kaapstad luidt.

Laat ik beginnen bij het begin. Om Kaapstad (en de rest van het land ook, trouwens) op de juiste manier te ontdekken, heb je een huurauto nodig. De pracht van deze stad ligt namelijk deels in de omgeving. Zuid-Afrika is over het algemeen een echt roadtrip-land. De weg naar je eindbestemming(en) is vaak even mooi als de bestemming zelf. 

Veilig en zonder zorgen een auto boeken doe je via Sunny Cars. De prijzen op de website van dit bedrijf zijn all-in, dus je bent volledig verzekerd bij eventuele schade. Fijn om te weten, maar ook om ’s nachts met een gerust hart te gaan slapen, ook gelet op het feit dat in de grotere steden in Zuid-Afrika vaak sprake is van vandalisme. Je bent dus volledig gedekt en helemaal klaar om het prachtige land te gaan ontdekken.

Ons boetiekhotel Kensington Place ligt in een prachtig, rustig deel van de stad, met een goede veiligheid, gezellige restaurants en altijd leven op straat. Voor ons de perfecte uitvalsbasis om de omgeving te verkennen. Een zalig vakantiegevoel overvalt me als ik de poort van Kensington Place binnenwandel en de dromerige binnenplaats ontdek. Als de charmante receptioniste me meeneemt naar één van de negen kamers, knijp ik bij het zien van het prachtige uitzicht op de Tafelberg, nog even in mijn arm.

Diezelfde avond rijden we naar Signal Hill om een eerste zonsondergang mee te pikken. En wat voor één! De warme zonnegloed op Lion’s Head, met op de achtergrond het geluid van ruwe golven, is de ideale plek om de eerste indrukken van Kaapstad in je op te nemen. Tip: loop een stukje verder dan de algemene picknickplaats, daar vind je nog enkele afgelegen bankjes met een eersterangs uitzicht op de stad.

De stad is nu volledig roze gekleurd. Als in een sprookje rijden we via de pittoreske Victoria Road naar ons eerste culinaire avontuur. De komende paar uur verblijven we namelijk in het #1 restaurant van heel Zuid-Afrika: La Colombe. Hier kom je in een wereld terecht waar pure smaken, verrassingen en elegantie centraal staan. Een ober en sommelier met perfecte kennis van zaken leiden ons gepassioneerd door het Chef’s Menu. Er blijft een exemplaar op tafel liggen, zodat we gedurende de hele avond kunnen bijhouden wat ons te wachten staat. En dan kan de culinaire ontdekkingsreis beginnen.

Tien gangen, tien verrassingen. Zo zou je de avond het beste kunnen omschrijven. Elk hoofdstuk brengt een onverwachte wending met zich mee: een blind tasting van een topwijn in een zwart glas om zo puur op de smaak te focussen, keuze uit vijf verschillende messen om je Karoo Lamb mee te snijden, een tussengerecht met droogijs om je smaakpapillen te neutraliseren. Mijn persoonlijke favoriet is een dicht gebrande passievrucht die ik zelf mag openknippen met een La Colombe-schaartje. In de vrucht blijkt een verfijnde curry met verse mossel schuil te gaan. De meest bijzondere eetervaring die ik ooit had én de gedroomde start van deze trip. 

Vlak voordat we de zaak verlaten krijgen, we nog een praline die verborgen zit in een origami-duif. Als ik deze tijdens de rit terug naar ons hotel openvouw, lees i: Food is our theatre. We hope you enjoyed the show… En of we ervan genoten hebben.

Het moge meteen duidelijk zijn dat het culinaire aspect één van Zuid-Afrika’s troeven is. Dat merk je ook tijdens een daguitstap naar Stellenbosch en Franschhoek – deze regio maakt deel uit van ’s wereld meest gewaardeerde wijngebieden. Onderweg kijk ik mijn ogen uit. Het groene landschap ligt in de schaduw van een ruw, imposant gebergte. Het liefst zouden we om de paar honderd meter willen stoppen om één van de domeinen op te rijden, maar je kunt ze natuurlijk niet allemaal bezoeken. Mijn tips: ga lunchen en proeven bij La Grande Provence op de middag, wandel vervolgens door de prachtige tuinen van Babylonstoren en zet je bourgondische trip voort in de magische setting van Delaire Graff Estate. Delaire heeft een onovertreffelijk uitzicht vanaf zijn domein en combineert dat met een prachtige accommodatie én een restaurant. We gaan hier op ontdekking en eindigen de dag zoals we hem begonnen zijn: met een glas wijn en aperitiefhapje voor onze neus. De menukaart en het spectaculaire uitzicht nodigen uit om hier ook te blijven voor een uitgebreider diner.

En dan nu tijd voor wat actie en beweging ter compensatie! ’s Anderendaags maken we een wandeling door de binnenstad (Kloof Street naar Bo Kaap en V&A Waterfront). Die is vooral heel divers en levendig, met toffe marktjes op elke straathoek. Stop voor een koffie aan The Waterfront, maar bewaar je honger voor de lunch bij The Lawns. Hier rij je via het zeer welgestelde deel van Kaapstad naartoe – ook mooi om je ogen uit te kijken. Van daaruit ben je nog maar enkele minuten rijden verwijderd van de voet van Lion’s Head, één van de bergen midden in de stad. Geef op Google Maps ‘Lion’s Head Hike – Starting Point’ in en je fitness van de dag kan beginnen. Maar dan wel met vanaf de eerste minuut een waanzinnig uitzicht! Puffen en hijgen na al die wijntjes, maar het o zo de moeite waard. Reken op anderhalf uur klimmen naar de top, en op een uur terug naar beneden wandelen. Later op de avond eten we in het übergezellige Kloof Street House. Reserveer zeker een tafeltje in de tuin.

Nu neem ik je graag mee naar onze rustigste, maar mooiste dag in de Kaapstad-regio. ’s Ochtends vroeg zetten we met onze huurauto koers naar Cape Peninsula, oftewel het Kaapse Schiereiland. Eerste halte: Boulder’s Beach in Simonstown. Geen typische ‘strand-stop’, wel een stukje kust dat het thuis is van een gigantische kolonie pinguins. Tip: skip het grote uitzichtpunt, maar ga iets verder buurten óp het strand tussen deze zwart-witte vriendjes. We blijven er een dik uur en vertrekken dan naar Kaap de Goede Hoop. Onderweg verandert het landschap langzaamaan van de stadsdrukte naar de pure pracht van de natuur. We zien weinig andere toeristen en komen volledig in een zen-state of mind. Het heidelandschap strekt zich kilometers lang uit – af en toe duikt er een struisvogel op – en steeds als we iets hoger rijden, zien we ook af en toe de zee. ‘You reached your destination’, zegt de GPS na een uur genieten. We staan intussen op een indrukwekkende klif op het meest zuidwestelijke stuk van Afrika. Door de hevige wind en ruwe golven voelt het wel een beetje als het ‘einde van de wereld’, heel speciaal! En dan moet het mooiste nog komen. Wij dachten rustig terug naar Kaapstad te rijden, maar elke tien minuten verdubbelen we onze reistijd door te stoppen om van het waanzinnige uitzicht te genieten. De westkust van het schiereiland staat immers bekend om zijn uitgestrekte baaien, het toffe kustdorpje Scarborough (waar je kunt stoppen voor de lunch), wilde bavianen én de wereldberoemde Chapman’s Peak Road. Wat mij betreft de mooiste weg die ik ooit gereden heb: vlak naast de gigantische rotsen die uitmonden in de oceaan voel je je echt één met de natuur. Als dan, zoals in ons geval, opeens het lied ‘What a wonderful world’ op de radio komt, is het plaatje natuurlijk helemaal compleet.

Kaapstad, je bent er een om voor altijd te onthouden! We besluiten die avond om op de rotsen bij Camps Bay de zonsondergang te zien. Heerlijk op ons gemak, met uitzicht op de Tafelberg, surfers en de herinnering aan drie fantastische dagen.

• Reisperiode: Zuid-Afrika kent net als Europa vier seizoenen, maar dan omgekeerd. Van december tot en met februari is het er zomer. De winter duurt van juni tot en met augustus. Overigens gaan de zomermaanden wel af en toe gepaard met regen (in het noorden, regio Kaapstad blijft zonnig), waardoor de tussenmaanden en de winter ook aantrekkelijk kunnen zijn. Het is dan veelal droog, met bijvoorbeeld meer kans op wildlife-spotten doordat de grassen minder hoog staan. Wij kozen voor februari om zo ons vitamine D-level op te krikken. Goed om te weten: het is er absoluut niet vochtig, dus zelfs op zeer warme dagen is het goed uit te houden buiten. Dit is een handige site met meer details.
• Vluchten: ik zoek en boek vluchten steeds via flights.google.com. Daar zie je op welke dagen je beste kunt vertrekken tegen een aantrekkelijke prijs. Zo kwamen wij uit op een retourtje van €450 via British Airways. KLM is ook een optie. De Nederlandse luchtvaartmaatschappij  vliegt rechtstreeks van Amsterdam naar zowel Kaapstad als Johannesburg.
• Veiligheid: je hoeft je voor onderstaande route in Zuid-Afrika geen zorgen te maken, maar wat extra oplettendheid is geboden. Ga in het donker bij voorkeur niet alleen over straat (op aanraden van ons hotel namen wij ’s avonds bijvoorbeeld een Uber voor een afstand van 600 meter) en vermijd de townships aan de rand van grote steden. Daar val je als toerist nogal op.