Geen categorie

Het laatste interview met Ruud Lubbers (1939-2018)

Oud-premier Ruud Lubbers, vandaag op 78-jarige leeftijd overleden, speelde in 1991 een belangrijke rol bij de totstandkoming van het Verdrag van Maastricht. Chapeau-hoofdredacteur Jo Cortenraedt is de laatste journalist tegen wie Lubbers uitvoerig zijn verhaal vertelde. In de laatste maand van 2016 belden de twee elkaar geregeld. Aanleiding was het 25-jarig bestaan van het verdrag, waarover Cortenraedt samen met Maarten van Laarhoven het boek schreef. Bij wijze van in memoriam hierbij het complete (onbewerkte) hoofdstuk dat aan Lubbers is gewijd.

***   

De wellicht meest delicate gesprekken voor dit boek voerde een van beide auteurs met oud-premier Ruud Lubbers, die tijdens de Eurotop in 1991 een sleutelrol speelde als voorzitter van de conferentie. Insiders gaven ons weinig hoop om nog met hem te kunnen spreken, gezien zijn zwakke fysieke gesteldheid. Nadat we hem een brief hadden gestuurd met het verzoek om een interview, belde hij enkele dagen later zelf om mee te delen dat het weinig zin had om ‘met een oude man nog hierover te praten’. 

Maar aan de telefoon groeide langzaam maar zeker een vertrouwensband en in enkele maanden tijd werd er over een weer meer dan tien keer uitvoerig gebeld, tot en met de vraag van zijn kant hoe de kerstdagen in Maastricht waren verlopen. Zijn stem klonk fragiel en breekbaar, maar hij bleek wel gemotiveerd om de voor hem historische periode rond de Europese top in Maastricht uitvoerig te beschrijven.  

Meerdere malen werd een dag en tijdstip geprikt om naar zijn huis in Rotterdam te komen. „Als u opnameapparatuur meebrengt, dan hijs ik me wel in het pak.” Evenzovele malen werd die afspraak op het laatste moment afgezegd omdat zijn fysieke toestand het niet toeliet.

Uiteindelijk is ervoor gekozen om het hele interview telefonisch te doen, verdeeld over een aantal dagen. Daardoor komt hij wel in het boek ruim aan bod, maar niet in de parallel geproduceerde televisiedocumentaire.

In de telefoongesprekken bleek Ruud Lubbers (76) nog zeer begaan met wat zich destijds in Maastricht heeft afgespeeld en ook hoe Europa zich daarna heeft ontwikkeld. Opvallend open sprak hij over zijn persoonlijke contacten met de politieke leiders van toen en ook over soms de kleinste details, met hier en daar een grap of een cynische opmerking. Wel in het voor hem zo typerende ‘wollige’ taalgebruik.

LEES OOK: ‘Ich bin hungrig’, over de moeizame relatie tussen Lubbers en de Duitse Bondskanselier Helmut Kohl 

Lubbers geldt als een van de succesvolste Nederlandse politici van na de oorlog. De CDA-leider gaf van 1982 tot en met 1994 leiding aan drie kabinetten (Lubbers I, II en III). Hij stond bekend als een harde werker met een goede dossierkennis. Als premier begon hij met het aanpakken van de te hoog opgelopen staatsschuld. Maar hij voerde niet alleen bezuinigingen door, maar kwam ook met een eerste ‘Nationaal Milieu- en Natuurbeleidsplan’ dat moest zorgen voor duurzame ontwikkeling. Eind jaren tachtig was dat begrip in Den Haag nog niet zo ingeburgerd.

Door zijn achtergrond als ondernemer – met zijn broer runde hij voordien het familiestaalbedrijf Hollandia Kloos – opereerde Lubbers vooral als manager en zocht hij op soms onnavolgbare wijze naar oplossingen voor gerezen problemen, waarbij sommige vakministers wel eens klaagden dat de minister-president wel erg veel naar zich toetrok.

Na Den Haag lag een internationale carrière voor de hand, want zijn netwerk was enorm. Maar Helmut Kohl blokkeerde zijn benoeming tot voorzitter van de Europese Commissie en nadien zagen de Amerikanen er geen brood in om hem tot secretaris-generaal van de NAVO te benoemen. Uiteindelijk werd hij Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen van de VN en nadien maakte hij zich nog sterk voor een strenger milieubeleid en mensenrechten.

Algemeen gezien liggen de hoogtijdagen van Ruud Lubbers in zijn langdurige premierschap. Internationaal gezien is de Eurotop in Maastricht wellicht zijn meest memorabele optreden. Hieronder zijn relaas:

,,Maastricht is zeker een belangrijk verdrag geworden, dat een grote impact heeft gekregen op de inwoners van de Europese Gemeenschap. In die zin beschouw ik dat ook zelf als een van de belangrijkste politieke momenten die ik mocht beleven. Alleen was het verdrag niet af, dat wist ik al voordat we aan de Eurotop begonnen. Vanaf het begin was voor mij helder dat tegelijk met een monetaire unie ook een politieke unie moest komen in Europa. Dat was mijn plan. Het was gebaseerd op de voorstellen van Hans van den Broek, minister van buitenlandse zaken en Piet Dankert, destijds staatssecretaris Europese zaken.

Maar dat plan werd op 30 september op een vergadering in Brussel afgeschoten. Het werd de beruchte ‘zwarte maandag’. Alleen de Belgen wilden met ons meegaan. Voor Nederland was het een enorme deceptie. Hans van den Broek was verbijsterd. En ik vroeg me af of het nog zin had om in Maastricht te streven naar welk verdrag dan ook. Ik ben op een gegeven moment naar Mitterrand gegaan in Parijs. Die was heel duidelijk. Hij vond het niks. Letterlijk zei hij: ‘de Europese Commissie is zéro, het Europees Parlement is ook zéro. En zéro + zéro = zéro’.  ’s Avonds belde ik Helmut Kohl. Ik zei hem dat het niet verantwoord was om nog verder te streven naar een monetaire unie, omdat Mitterrand er geen verdergaande samenwerking aan wilde verbinden. Maar Kohl hield de deur open. Hij zag het meer als een proces van stap voor stap, terwijl ik vond dat je het in één keer goed moest regelen. Politiek gezien stond ik dichter bij Kohl dan bij Mitterrand. Logisch, want we waren beiden christendemocraten, we hadden elkaar ook nodig.

De suggestie als zou de beslissing voor de invoering van de Europese munt door Kohl en Mitterrand zijn genomen tijdens hun ontbijt in Valkenburg, is onzin. Zij waren het daar al voor de Eurotop over eens, maar we moesten in Maastricht ook nog de Britten over de streep zien te trekken, dat was veel ingewikkelder.

Margaret Thatcher was faliekant tegen een monetaire unie en dus ook tegen een Europese munt. Tijdens een lunch in Parijs bleef ze weigeren. Maar voor de Europese top in Maastricht was zij al teruggetreden en met haar opvolger John Major heb ik het kunnen regelen. In feite was hij de sleutelfiguur in Maastricht. Hij wilde instemmen met een Europese munt, als de Britten wel een uitzonderingspositie konden behouden. Dan zouden ze het proces niet blokkeren. De taak om de Britten binnenboord te houden, kwam op mijn schouders terecht, omdat ik voorzitter was van de conferentie, maar ook omdat ik goed met Major kon opschieten. Hij was een joviale man. Maar ook hij hield zich nadien niet aan zijn afspraken. Toen hij uit Maastricht vertrok, beloofde hij me nog dat hij zich in de volgende periode meer ging inzetten voor Europese eenwording. Maar tijdens de volgende top in Portugal was daar weinig meer van te merken. Het schijnt dat hij zich nu vooral bezighoudt met het becommentariëren van cricketwedstrijden. 

Helmut Kohl wist dat ik goed kon opschieten met Major, dus hij vroeg mij om met hem hierover te praten. Kohl verkeerde in die tijd, na de Duitse hereniging, in een euforiestemming. Hij voelde zich Mister Europe. Hij zei tegen mij: ‘Ruud, we maken van Maastricht een succes, we gaan die Europese munt doorvoeren’.  Ik zei hem dat de zaken op termijn dan ook politiek geregeld moesten worden, niet alleen monetair. En ik was terughoudend tegenover een verdere uitbreiding met de satellietlanden van de Sovjet-Unie. Bovendien stelden Wim Kok, Frans Andriessen en Hans van den Broek ons vragen bij de begrotingsdiscipline van een aantal zuidelijke landen. Zij speelden een belangrijke rol bij het tot stand komen van het verdrag.

Maar Helmut voer op de hereniging van West- en Oost-Duitsland. ‘Die politieke unie komt er ook, maar in Maastricht moeten we eerst een beslissing nemen over de munt’, zei hij. In feite haalde hij de twee zaken uit elkaar, terwijl wij die parallel wilden laten lopen.  Kohl schoof de kwestie van de politieke unie steeds voor zich uit en uiteindelijk kwam het schandaal rond de financiering van zijn partij naar boven en was hij niet meer in staat om zijn belofte waar te maken.

In Maastricht kon ik tijdens de Eurotop kiezen tussen óf nul resultaat, óf wel alvast de monetaire unie, en vervolgens verder werken aan een politieke unie. Ik koos ervoor om alvast resultaat te boeken, in de overtuiging dat het daarna kon worden afgemaakt.

Het was in de tijd dat er sowieso belangrijke stappen voorwaarts werden gezet in Europa om nader tot elkaar te komen. Zoals de opmerkelijke veranderingen in de Sovjet-Unie. Met Michael Gorbatsjov, die in feite vanuit Moskou de val van de muur in Berlijn liet gebeuren, had ik een goed contact. Ik herinner me een top van Reykjavik (de historische ontmoeting tussen president Gorbatsjov en president Ronald Reagan, red.) waar de persoonlijke verhoudingen dusdanig werden dat daarna een val van de Berlijnse muur mogelijk was en door de Sovjet-Unie uiteindelijk getolereerd werd.

We hoopten dat na de val van de muur in Berlijn het invoeren van een gemeenschappelijke munt een volgende belangrijkste stap was tot de verdere ontspanning en samenwerking binnen Europa. Ook het vrije handelsverkeer met de open grenzen hoorde daarbij. De stemming was positief, er bestond een geloof in elkaar. Nagenoeg iedereen aan de onderhandelingstafel in Maastricht had de oorlog meegemaakt. We zagen een kans om een extra stap te zetten naar een bestendige vrede. Weliswaar ging het Verdrag van Maastricht over financiën en economie, maar we zagen het als een stap naar een verdere politieke integratie.

Maar in de eerste jaren na de Eurotop van Maastricht zag je het proces van eenwording in Europa enigszins stagneren. De Britten deden geen moeite om dichterbij te komen. Ja, en nu zijn ze er helemaal uitgestapt. In die zin hebben ze er nooit helemaal bij gehoord, maar van de andere kant stelden zij zich als handelsnatie wel actief op.

Overigens is de financiële crisis in 2008 niet veroorzaakt door de monetaire unie en is die ook niet ontstaan in de Eurozone. De financiële crisis werd ingeluid door de handel in derivaten, dat was een nieuwe manier van financieren in het begin van de 21e eeuw. Ik had daar mijn bedenkingen bij. Ik heb er met Onno Ruding en met Wim Duisenberg over gesproken en heb hen gewaarschuwd. Uiteindelijk heeft die handel geleid tot de problemen bij de Lehman Brothers in Amerika en dat had een sneeuwbaleffect op de financiële instellingen wereldwijd.

Toch is de euro overeind gebleven en is het in feite een solide munt. In dat kader heeft Jeroen Dijsselbloem voortreffelijk werk gedaan om betere afspraken te maken binnen het financiële Europese systeem, vooral binnen het systeem van de Europese Bank. En Herman Van Rompuy heeft de nodige nieuwe impulsen gegeven aan Europa. Dus om nou te zeggen dat het niks is geworden, nee, zeker niet. Maar ja, de stemming in Europa is nu anders door velerlei oorzaken. Ik ga me daar niet meer over uitlaten. Ik vind dat ik te oud ben om daar nog iets over te zeggen.  

Het is aan de leiders van vandaag om oplossingen te zoeken, niet aan oude mensen zoals ik. Op een gegeven moment moet je het stokje over geven. Helmut Kohl vond het indertijd lastig dat ik niet voor een vierde termijn ging als premier. Hij wilde zelf die vierde termijn in gaan, en voor de Europese samenwerking achtte hij het beter om een aantal ervaren mensen van christendemocratische huize er zo lang mogelijk bij te houden. In dat kader herinner ik me nog hoe Helmut Kohl indertijd sprak over Angela Merkel, die in zijn partij naar boven kwam als een mogelijke opvolgster. Hij had wel waardering voor haar kwaliteiten, maar tegelijkertijd noemde hij haar das Mädchen, om haar positie van toen weer te geven. Nou ja, zo kun je haar nu niet meer noemen.

 

Deel dit artikel:
Meer artikelen over:
Geen categorie

Gerelateerd nieuws