Europa opent zijn deuren: ultieme roadtrip door Frankrijk
Dat het dit jaar een andere zomer zou worden dan we gewoon zijn, was in maart al duidelijk. Het coronavirus zou reizen moeilijk, zo niet onmogelijk, maken. Maar Europa opende toch zijn deuren. Hét sein om een mooie roadtrip uit te stippelen. Met een volgeladen auto en honger naar de zon trapten we vorige week het gaspedaal in naar La Douce France.
Een roadtrip in Frankrijk, de mogelijkheden zijn eindeloos. Mijn vriend Pieter is fan van meren en bergen, ik neig meer naar de zee en het warme, charmante gevoel in het zuiden. Samen met ‘reisbureau Google’ en een frisse rosé voor onze neus kreeg project ‘Roadtrip 2020’ vorm. We beslissen dit keer de tent mee te nemen voor flexibiliteit, maar wisselen af met enkele boetiekhotels. Klaar voor vertrek? On y va!
1 – Blauwe verrassing in de Jura
520 kilometer, oftewel zeven uur karren, is de afstand van Limburg tot het hart van de Jura. Dit heuvelachtige gebied wordt wel eens over het hoofd gezien – ten onrechte! Het wauw-gevoel dat je overvalt als na een bocht het zoveelste appelblauwzeegroen meer opduikt, is écht de moeite waard. Onze eerste stop is Cascade des Tufs, een paradijselijke waterval die je normaal gesproken enkel in een exotisch land zou tegenkomen.
Een uur verder rijden installeren we ons tentje aan een al even paradijselijk meer: Lac de Narlay. In de gelijkgenaamde camping ga je slapen met het achtergrondgeluid van het kabbelende water en word je ‘s anderendaags gewekt door goedgemutste vogels. Héérlijk, een ochtendduik in het glasheldere water om de dag te beginnen. We spenderen hier twee dagen. We maken een fixe wandeling langs de zeven watervallen van Hérisson (jawel, nog meer watervallen!) en rusten uit aan het slangvormige stuwmeer Lac de Vouglans. Als je van Surchauffant komt en Pont de La Pyle over rijdt, kun je iets verder aan de rechterkant een pad naar beneden lopen dat je naar een prachtig, afgelegen privéstrandje brengt.
Let wel: het ontbreekt in deze regio een beetje aan gezellig dorpjes om een hapje te gaan eten. Voor ons was daardoor twee dagen als tussenstop genoeg.
2 – Ardèche, een kabbelende klassieker
De Ardèche, voor velen is het een vaste vakantiestek. Logisch ook, je vindt er middeleeuwse dorpjes, wijngaarden in overvloed en natuurlijk ook de rivier waaraan deze streek haar naam te danken heeft. Onze eerste stop is in Sampzon, letterlijk aan de oevers van de Ardèche. We spenderen twee nachten op de rustige camping Le Mas de la Source, waar Christelle en Julien ons met een glimlach opwachten.
In deze regio mag een afvaart op Frankrijks bekendste kayak-hotspot niet ontbreken. Wij huurden de onze bij Cap 07. Lang op voorhand reserveren is niet nodig, je kunt een dag ervoor nog beslissen en boeken. De lange toer is echt de moeite waard – met als hoogtepunt de Pont d’Arc, een natuurlijke uitgeholde rotsbrug. Maar ook van bovenaf is de Ardèche een indrukwekkend schouwspel. Tenminste als je de route ‘Les Gorges d’Ardèche’ volgt. De uitzichten hier laten niets aan je verbeelding over. Reserveer voor onderweg zeker een lunchplekje in het gezellige La Grotte des Tunnels.
‘s Avonds braden we gezellig zelf een lokaal vleesje op de barbecue naast onze tent, waarna we met de auto op een fantastisch uitzichtpunt voor de zonsondergang terecht komen: de heuvel met de zendmast van Sampzon. Ik laat de foto spreken.
De Ardèche is meer dan de rivier alleen – dat merken we als we een uur meer zuidwaarts rijden. Via de prachtige lavendelvelden in Saint-Rémèze (drink hier een glaasje op het gezellige terras van de lavendelplantage) en een tussenstop in het gezellige dorpje Vogué, eindigen we voor de komende paar dagen in Cornillon. Oftewel middeleeuwse charme omgeven door kilometers lange wijngaarden. Ga hier gezellig tafelen bij La Vieille Fontaine als je van mooi uitzicht en zonsondergang houdt en proef/koop lokale wijn bij Château Saint Nabor. De vriendelijke dame vertelt in geuren en kleuren hoe hier al zes generaties lang fantastische wijnen worden gemaakt. Die ook nog eens heel goed geprijsd zijn, doordat je ze direct op het domein koopt. Verder is het dorpje Montclus de moeite waard om te bezoeken. ’s Avonds kun je een hapje eten langs het water in Goudargues en kijk je je ogen uit aan de Cascades de Sautadet.
3 – Provence: genieten in grandeur
Een plusplunt aan de Ardèche is dat het direct grenst aan de Provence, de regio waar alle (positieve) stereotypes helemaal waar worden: de geur van lavendel, lokale marktjes met verse kazen en charcuterie, pittoreske straatjes, cypressen en olijfbomen langs de lange dreven… Een plek die je meteen doet smelten. Onze uitvalsbasis ligt vlak boven Aix-en-Provence, waar we de tent inruilen voor het majustueuze Château de Fonscolombe. Dit achttiende-eeuwse kasteel – een geklasseerd monument – is omgebouwd tot een prachtig ‘Relais & Chateaux’-hotel met kamers en een omgeving die je de koning te rijk doen voelen. Daarnast ben je hier ook nog eens omgeven door Fonscolombe’s eigen wijngaarden. De smaakvolle oogst daarvan belandt ’s avonds in ons glas bij een verfijnd diner in restaurant The Orangerie. Ook als je niet in het hotel verblijft, is een uitgebreid etentje hier een aanrader.
Van hieruit gaan we op ontdekking in de regio. Nummer één op onze wishlist is wijn proeven in Châteauneuf-du-Pape. Dat de wijn hier zeer lekker zou zijn wisten we, maar dat ook het dorpje zelf zo gezellig was niet. Wandel er dus eens door en drink een glaasje wijn in de gezellige bar Le Jardin de Paval aan het château boven in het centrum. Met uitzicht op de wijngaarden én de Mont Ventoux op de achtergrond smaakt het nog beter! Later op de dag staat ook de stad Avignon nog op de planning. Hier gaan we zonder verwachtingen naartoe, maar worden we héél positief verrast. De bekende pont is tof om mee te beginnen, maar vooral het centrum met het bombastische Palais des Papes is de moeite waard. We verdwalen in de gezellige straatjes, kopen enkele lokale souvenirs en genieten van een zalige lunch bij Le Carré du Palais met uitzicht op het historische paleis van de stad. Avignon voelt aan als een gezellig, provençaals dorpje, maar met de levendigheid van een grote stad.
Later die dag geven we onze ogen de kost langs uitgestrekte zonnebloemvelden, stoppen we langs de weg om verse meloenen te kopen, en plonsen we nog even in het zwembad van Château de Fonscolombe. De grote klok op het traditionele torentje aan de ingang van het hotel staat stil, om gasten rustig te laten genieten zonder stress om op tijd ergens aan te komen. Zalig! We blijven liggen tot de zon ondergaat en genieten enkele minuten rijden verder van een diner bij Villa La Coste. Dit is de Provence op zijn best: lokale ingrediënten op hoog niveau in een zuiders decor aan het water.
4 – Cassis en de betoverende Calanques
Bij de Franse kust denk je al snel aan de mondaine Côte d’Azur. Maar een stuk dichterbij vind je een badplaats die minstens zo charmant is: de verborgen parel Cassis, op een uurtje rijden van Aix-en-Provence. Dit kleurrijke en sfeervolle stadje ligt vlak langs het indrukwekkende ‘Parc National des Calanques de Marseille’. Ideaal voor wie naast gezellig rondkuieren en terrasjes doen ook actief wil zijn op vakantie. De calanques zijn namelijk een reeks rotsen tussen Marseille en Cassis waarop je stevige hikes kunt doen. Door natuurlijke erosie zijn er tussenin die rotsen helderblauwe kanalen gevormd waarop je langs de wandelroute een fantastisch zicht hebt. Maar minstens zo leuk is dit wonder van de natuur vanop het water zelf te ontdekken met een kayak of huurbootje.
In Cassis zelf vinden we het perfecte hotel om onze reis in stijl te eindigen: Les Roches Blanches. Dit elegante gebouw op rotsen staat er al sinds de jaren twintig –toen beroemdheden als Edith Piaf en Winston Churchill er geregeld een bezoekje brachten. Intussen is het hotel omgebouwd tot vijfsterren luxe met een onovertreffelijk uitzicht op zee. De gastvrijheid, het comfort en de twee unieke infinity pools geven je het gevoel dat je hier nooit meer wilt vertrekken. Verblijf je hier niet, reserveer dan zeker een tafeltje bij Les Petites Canailles of geniet van een hapje en drankje in de Loup Bar met zicht op zee. Andere opties, meer in het centrum, zijn La Stazione voor de perfecte pizza of La Table de Marie, het restaurant van een inwoonster va Bilzen die naar Cassis getrokken is. Smakelijk!
Aan de rand van het zwembad met uitzicht op het rotsgebergte in de zee kijken we terug op een fantastische voyage. Merci, La France!