Als er één plaats in Oostelijk-Zuid-Limburg -tegenwoordig aangeduid als ‘Parkstad’- is te vinden waar de delfstoffenwinning haar sporen in het landschap en in de bebouwde omgeving heeft achtergelaten dan wel in de Kerkraadse wijk Eygelshoven. Tot 1982 was Eygelshoven een zelfstandige gemeente. Zelfs nu, al jaren na de herindeling ademt de wijk nog steeds een geheel eigen karakter.
Aan het begin van de twintigste eeuw werd Eygelshoven in sneltreinvaart de moderne tijd ingeslingerd. Het karakter van het dorp transformeerde van een agrarische gemeenschap in een modern industriestadje met twee rokende schoorstenen van de particuliere Belgische mijn ‘Laura en Vereeniging en de mijn Julia.
Kerken
Architectonisch is Eygelshoven in de delfstoffengeschiedenis interessant. Niet alleen vanwege het Kleine Kerkje (in de elfde eeuw gebouwd en in de dertiende eeuw voor het eerst vermeld), maar ook vanwege de markante Johannes de Doperkerk die in 1922 werd opgeleverd naar een vroeg ontwerp van Alphons Boosten en Jos Ritzen. De kerk is buiten baksteen en beton opgetrokken uit diverse delfstoffen uit de regio: mergelsteen, nievelsteinerzandsteen en Maastrichter turfkrijt.
De prominente steenkolenwinning heeft in Eygelshoven gezorgd voor een aantal prominente woningtypologieën voor de arbeiders, die uit alle delen van het land en Europa naar de mijnstreek kwamen. De hiërarchische verhoudingen binnen het mijnbouwbedrijf (van sleper/leesjongen tot houwer en van opzichter tot bedrijfsingenieur/directie) werden in de woningbouw goed weerspiegeld. Rond de Johannes de Doperkerk bevinden zich mooie voorbeelden van zogenaamde ‘beambtewoningen’ voor mensen met hogere – meestal bovengrondse – functies.
De volgende typologieën zijn er nog te zien:
• Beambtenwoningen aan Laurastraat 60-82, van 1901, voor de mijn Laura.
• Opzichterswoningen Veldhofstraat 81-83, van 1917, door K. Bonekamp.
• Opzichterswoningen aan Sint-Janstraat 3-13, van 1922, door Anton Bartels.
• Hoofdingenieurswoning Sint-Janstraat 15, van 1925.
• Ingenieurswoningen aan Rimburgerweg 3-5, van 1925, door P. Jaspar in Engelse landhuisstijl.
• Villa Veldhofstraat 117-119, van 1926, door Frits Peutz.
• Villa Pierre, aan Torenstraat 28, van 1901, door architect Linse uit Aken gebouwd voor R. Pierre, directeur van Laura en Vereeniging. In 1929 hoofdkantoor van de maatschappij, in 2001 omgebouwd tot appartementencomplex.
Kolonie
Een mooi voorbeeld van een bijzondere wijk – ofwel ‘kolonie’ in het gangbare mijnwerkersjargon – betreft de Hopel. Een wijk met veel groen en royale (moes)tuinen, gesticht door het mijnbedrijf Laura en Vereeniging. De wijk, grenzend aan de voormalige steenkoolmijn Laura, werd gesticht in 1906-1910 en omvatte 46 mijnwerkerswoningen. Architect was A. Reichpietsch. Een deel van de woningen heeft klokgevels. De wijk – ook wel de Witte Kolonie genaamd – is tot op de dag van vandaag populair. In 1978 vormde de in sobere Jugendstil gebouwde wijk het decor voor de bioscoopfilm Doodzonde (1978), een psychodrama over de invloed van het zeer orthodox katholicisme in de jaren dertig in de Nederlandse mijnstreek. In deze productie van cineast René van Nie figureerden te midden van de inwoners van De Hopel diverse beroemde acteurs, onder wie de hoofdrolspelers Willeke van Ammelrooy, Renée Soutendijk, Josée Ruiter en Jan Decleir.
Contrast
Dat de mijndirectie veel waarde hechtte aan goede huisvesting in de nabijheid van de mijnzetel kan men door de wijk lopend nog steeds zien. De huizen zijn voorzien van rode Tuile du Nord dakpannen met donkergroene boeiboorden en hier en daar een houten dwarsverbinding. Naast de spitsvormige gevels komen er ook klokgevels voor. Als versiering op de daken een piroen of pirankel, een bolvormig torentje dat overigens ook elders voorkomt, zoals in Beersdal. Alle huizen werden wit geschilderd, de 50 tot 100 cm hoge plinten werden afgecementeerd en met zwarte teer bestreken waardoor ze waterdicht werden gemaakt en er een sterk contrast ontstond.
Ook het fenomeen van de sociale controle speelde in de ontstaansgeschiedenis van de wijk een belangrijke rol. Zo zijn de huizen (oorspronkelijk 47, nu 46) in het plan gegroepeerd rond een open hof. Het gehele dorp bestond slechts uit vier straten: Kanarie-, Lijster-, Mees- en Merelstraat en twee kruisgewijze verbindingsstraatjes.
1.Horeca
Brasserie De Kanunnik in Kerkrade ademt een klassieke kloostersfeer, de koks leggen hun ziel en zaligheid in de gerechten net zoals de kloosterbroeders vroeger de kloostermaaltijden bereidden. Dit alles met seizoensgebonden streekproducten.
Heyendallaan 82, Kerkrade (NL) – rolduc.com
2.Activiteit
De oudste steenkolenmijn van Nederland: Schacht Nulland. De 349 meter diepe ventilatieschacht werd in 1907 aangelegd. In de schacht zijn de originele lift, een mijnfi ets, kolenwagens, diverse machines en allerlei voorwerpen en foto’s uit de mijntijd te bewonderen. Je kunt er ook terecht voor rondleidingen.
Domaniale Mijnstraat 30, Kerkrade (NL) – schachtnulland.nl
3.Overnachten
B&B De Stegelshof is een oude karakteristieke Limburgse hoeve uit het midden van de 18e eeuw. In de voormalige familieboerderij in Eygelshoven zijn een aantal twee- tot negenpersoonsappartementen gerealiseerd. In het gebied zijn mooie fiets- en wandelroutes in het dal van de Anstelerbeek en langs het grensriviertje de Worm.
Grote Stegel 21, Eygelshoven (NL) – destegelshof.nl