Zitkuil en oranje: ode aan de jaren zeventig
In de zoektocht naar mijn eigen interieurstijl neem ik vaak wat afslagen en zijwegen, om uiteindelijk nog steeds niet echt op het hoofdspoor te belanden. Want net als ik denk te weten wat het is, komt er weer een nieuwe fase om de hoek kijken. Zo heb ik nu mijn liefde voor interieurs uit de jaren zeventig herontdekt.
Ik was onlangs een weekendje in Antwerpen en ging daar eten bij Yust, een hotel en restaurant. Dat was een aanrader, en niet alleen vanwege het eten. Het was namelijk een en al jaren zeventig wat daar de interieurklok sloeg. Ik raakte meteen geïnspireerd en wilde thuis ook weer wat van deze seventiessfeer toevoegen aan het geheel. Maar waar te beginnen? Ik trok een paar conclusies uit mijn bezoekje en zet ze hier voor je op een rijtje.
1. Het mag opvallen
In de jaren zeventig was een goed designstuk niet weg te denken uit het interieur. Gelukkig vind je anno nu veel designklassiekers die een comeback maken, passend in deze stijl. Neem bijvoorbeeld de Togo zithoek van Ligne Roset – ontworpen in 1973, maar nu nog steeds onverminderd populair. Ook B&B Italia bracht vorig jaar een echte jarenzeventigklassieker terug in de collectie: de Camaleonda. De modulaire bank is in exact dezelfde vorm geherintroduceerd. Want waarom zou je iets veranderen wanneer het zó klopt?
2. Graaf een kuil (voor jezelf)
Iets wat écht iconisch was in de jaren zeventig, was de zitkuil, ook wel de ‘conversation pit’ genoemd. Voor degenen die dit hebben gemist: het is in feite een verlaging in je woonkamer – een kuil – waarin je de zitmeubels en salontafel plaatst, en in het beste geval nog een open haard. Zo maak je een duidelijk afgebakend zithoekje. Het niveauverschil geeft je kamer extra sfeer, en houdt het spannend. Tegenwoordig worden zitkuilen nog bijna uitsluitend toegepast in de tuin. Daar mag dus weer eens verandering in komen.
3. Wees niet bang voor kleur
Een jarenzeventiginterieur kenmerkt zich door ronde vormen, zachte materialen en een ‘gezellige’ uitstraling. Dit laatste wordt veelal bereikt door veel kleur. Een zwart-wit interieur vond je in de seventies niet snel. Nou is oranje, de populaire kleur uit dat decennium, niet per se een kleur die iedereen aanstaat. Gelukkig zijn er alternatieven. Iets wat nu populair is, maar niet meteen te heftig, is koningsblauw. Een warme, mooie basiskleur die tegelijkertijd zorgt voor een tof contrast met de kleurrijke meubels en accessoires uit deze stijl.
4. Rotan is here to stay
Loop een willekeurige interieurwinkel binnen en je ziet gegarandeerd rotankasten, -stoelen en ander meubilair. Het materiaal heeft een flinke comeback gemaakt en lijkt voorlopig nergens heen te gaan. Ga je voor de echte jarenzeventigvibe? Kies dan de Pauwstoel: een beetje boho en heel erg retro. Laat hem volledig tot zijn recht komen in een apart hoekje in huis. Vloerkleed eronder, grote kamerplant ernaast en die mooie koningsblauwe kleur op de achtergrond. Meer seventies ga je het niet krijgen.