Theater aan het Vrijthof wil voorop lopen
Ze staan wat onwennig bij elkaar op het immense podium van de Papyruszaal, de grote zaal van het Theater aan het Vrijthof. Het is veel werk ze ontspannen op de foto te krijgen. En dat terwijl de vier programmeurs van het theater, directeur Hugo Haeghens (muziek en opera), Diana Herz (familie- en jeugdtheater), Peter Noten (musical, show en cabaret) en Fons Dejong (dans) − samen 120 jaar ervaring − de bühne als geen ander kennen.
Het gesprek gaat over visie. En over de koers die nodig is om de schouwburg in de toekomst zijn specifieke rol te laten spelen. Een uitdaging waaraan doorlopend gewerkt wordt, benadrukken de programmeurs. Natuurlijk moet het aanbod aansluiten bij de behoefte van de inwoners. Maar het Maastrichtse theater heeft nóg een opdracht. „Door de programmering af te stemmen op de internationale ambities van Maastricht laten we het publiek kennismaken met gezelschappen die de toon zetten in Europa,” zegt Haeghens. „We vernieuwen voortdurend en zijn niet bang te experimenteren.”
Als hij de brochures van de afgelopen jaren doorbladert, raakt hij vervuld van trots. „Elk jaar blijkt te zijn geclusterd in een fantastisch mooi programma.”
Toch wordt gezegd dat zijn keuze té gedurfd is. Haeghens weet het. „Wij zijn theaterentrepreneurs, maar nemen wél onze verantwoordelijkheid door voorstellingen te boeken die een goed publiek aantrekken. Zie het als onze bijdrage aan de vernieuwing van het culturele landschap. We doen dingen waarvoor je normaal gesproken naar Breda, Rotterdam, Amsterdam of Utrecht moet. Veel producties beleven hun Nederlandse première in Maastricht of op het Holland Festival.” Het Vrijthof theater is goed in het binnenhalen van producties die internationaal hoog scoren. „We reizen veel, hebben in heel kwaliteit te ontdekken,” zegt Peter Noten. „Makers van voorstellingen die internationaal bejubeld worden komen maar wat graag naar Maastricht,” vult zijn collega Fons Dejong aan.
„Zo kunnen wij laten zien dat er meer is tussen hemel en aarde. Zie het als een fruitschaal, waarop behalve appels, sinaasappels en een banaan, ook een passievrucht ligt, een kiwi en een nashi peer. Geen fruit dat iedereen gewend is, maar daarom niet minder lekker.” Met het onbekende trek je lang niet altijd volle zalen, erkent Haeghens: „Het is niet moeilijk om je programmering zo in elkaar te steken dat je elke avond vol zit, maar daar ligt onze taak niet. Wij zijn een kunststad en een kennisstad en dus hebben we te maken met een internationaal publiek. Dan moet je soms wat vooroplopen. De programmering van een theater zegt iets over de ambities van een stad. Maastricht is gezegend met een rijke internationale culturele infrastructuur, een toneelgezelschap, een operagezelschap, een orkest en twee dansgezelschappen. En dan praat ik nog niet over opleidingen. Het is onze taak om op een goede manier verbindingen te leggen. Dat is nodig, want de financiële armoede is groot. Niemand heeft geld, dus moeten we alles op een goede manier op elkaar zien af te stemmen.”
Een gedurfde programmering gaat prima samen met commercie, zegt Peter Noten, die bij veel grote producties is betrokken. „Neem Intouchables, waarvan we zelf coproducent zijn. Vier voorstellingen die lopen als een trein. Of The Sunshine Boys, met André van Duin en Kees Hulst. Het enige andere theater in de buurt waar deze show te zien is, ligt 125 kilometer verderop.” Cabaret loopt zelfs zo goed dat het theater er zijn begroting mee sluitend maakt, zegt Haeghens „De winst wordt gestoken in nieuw talent dat optreedt in de bovenzaal. Onze bijdrage aan talentontwikkeling.”
Ook is er het platform P2, waarin de theaters in Hasselt en Maastricht samenwerken bij de productie van familie- en jeugdvoorstellingen, zegt Diana Herz. „De samenwerking bestaat nu tien jaar en heeft geleid tot voorstellingen in elf landen. Een springplank voor Limburgse gezelschappen om internationaal door te breken. Zo geven we ook iets terug.”
Qua kwaliteit en koers zitten ze op één lijn, verzekeren de programmeurs. „Het artistieke Fingerspitzengefühl zit in ons DNA We appreciëren elkaars ervaring, vullen elkaar aan en staan open voor nieuwe dingen. Zo boekten we een tijdje geleden een theatermonoloog van de Amsterdamse psychiater Damiaan Denys, die op meeslepende wijze sprak over de manier waarop wij als samenleving omgaan met zaken als angst en gevaar. Een kruisbestuiving met Studium Generale. We hebben moeten bijboeken.”
De cijfers vertellen dat het theater een juiste koers vaart, aldus Haeghens. „De bezoekcijfers zijn vijf jaar constant en de interesse voor nieuwe dingen groeit. Economisch kruipen we uit een dal. Mensen zoeken het vertier weer op.”