Salzburger Festspiele: Het beste van de klassieke muziekwereld
In de wereld van de klassieke muziek behoren de Salzburger Festspiele als festival al decennia tot het crème de la crème. Te vergelijken met Cannes voor de film en TEFAF voor de kunst. Een impressie van een lang weekend ter plaatse.
De tradities van de Oostenrijkse cultuur kom je in Salzburg tijdens de Festspiele nog dagelijks tegen. Zeker vlak voor een voorstelling in het Grosses Festspielhaus. De limousines rijden af en aan om de gasten – muziekliefhebbers en hooggeplaatsten – voor de deuren van het prachtige, tegen de rotswanden gelegen, muziekhuis af te zetten.
Stijlvolle kleding is het devies en dat varieert bij de mannen van zwarte smoking tot groene traditionele jas. De dames gaan in het lang of kort, als het maar chic of traditioneel is. Voor de voorstelling en in de pauze wordt er een glas champagne gedronken. De sfeer is opgewonden. Geen gekrijs van fans zoals in Cannes, maar wel het besef deel uit te maken van een cultureel sprookje. Maar uiteindelijk gaat het om hetgeen artistiek geboden wordt. En dat is de wereldtop. Zo verhuist de hele Wiener Philharmoniker, een van de beste orkesten ter wereld, maar liefst een maand lang van Wenen naar Salzburg. Met in het kielzog beroemde dirigenten zoals Riccardo Mutti, Daniel Barenbaum en Andris Nelsons.
De aanwezigheid van dit toporkest vormt de hoeksteen van het festival. Niet alleen met de eigen concerten maar ook met de begeleiding van de diverse opera’s. Een dubbelrol die dit muziekgezelschap gewend is, want in thuis-stad Wenen is dat het hele jaar door het geval. Maar ook buiten de ‘Wiener’ staan er heel wat andere grote namen op het programma. Orkesten als de Berliner Philharmoniker en het Pittsburgh Symphony Orchestra, dirigenten als John Eliot Gardiner en Kirill Petrenko en solisten als Lang Lang en Tabea Zimmermann. Die treden meestal maar enkele dagen op, zodat het totale aanbod heel gevarieerd is. Voor al deze musici en ensembles is een groot budget nodig, dat de organisatie bij elkaar haalt door ticketverkoop (vaak uitverkochte zalen), sponsoring en (regionale) overheidssteun.
Typisch is de uitgelatenheid van het toch zo deftige, dan wel degelijke publiek aan het einde van de voorstellingen. Aan de luide aanmoedigingen en applaus lijkt soms geen einde te komen. Dat merken we bij de drie concerten en voorstellingen die we kunnen bezoeken.
De opera Il Trittico van Giacomo Puccini is een van de hoogtepunten van het festival. In feite gaat het om drie aparte eenakters. Te beginnen met Gianni Schicchi, die gaat over een familie die ruziet over het testament van de overledene, die nog dood in bed ligt, terwijl de nazaten in dezelfde ruimte vertoeven. De hoofdrollen zijn voor Misha Kiria, Asmik Grigorian en Enkelejda Shkosa. Een helaas herkenbaar verhaal dat nog altijd heel actueel is maar in zo’n opera uiteraard nog wat sterker wordt uitvergroot. In eerste instantie vloeien er veel tranen vanwege het overlijden van de dierbare, maar die drogen al snel op zodra de pecunia aan de orde komen, en dan is er van een hechte familieband in het geheel geen sprake meer. Met het testament wordt gesold, de sluwste van allemaal gaat er met de buit vandoor.
Il Tabarro vertelt het verhaal van een jaloerse echtgenoot die de minnaar van zijn vrouw de keel dichtknijpt. De voornaamste rollen zijn voor Roman Burdenko, Asmik Grigorian, Joshua Gregero en Andrea Giovannini. Ook hier een thema uit het leven van alledag, maar omdat opera nu eenmaal meer drama vertolkt, is de afloop nooit om vrolijk van te worden.
En Suor Angelica laat de geestelijke ellende zien in een middeleeuws klooster, waar de nonnen elkaar de maat nemen, zich beroepend op wat de Heilige Maria moet hebben voorgeschreven. Karita Mattila, Hanna Schwarz en Enkelejda Shkosa stelen hier de harten van het publiek. Een van de concerten van de Wiener Philharmonieker is dat met dirigent Christian Thielemann. De negende symfonie van Bruckner zorgt voor een stevig concert, waarin vooral de blazers – naast de violisten – flink kunnen uitpakken. Hiermee geeft het orkest aan het begin van de reeks weer een visitekaartje af van zijn onmiskenbare kwaliteit. Bij het grote publiek is de ‘Wiener’ vooral bekend vanwege de Strauss-muziek op het traditionele Nieuwjaarsconcert in Wenen, dat wereldwijd op televisie wordt uitgezonden. Maar dat is slechts een klein deel van het zeer omvangrijke repertoire.
Zeer bijzonder tijdens het festival is ook de uitvoering van de complete Messiah van Händel in de Kollegienkirche door de bekende Spaanse dirigent Jordi Savall met zijn La Capella Nacional de Catalunya, Le Concerts de Nacions en de solisten Rachel Redmond, Raffaele Pe, Martin Platz en Matthias Winckhler. Het in totaal drie uur durende concert verveelt geen moment. De musici spelen puntgaaf, het even zo grote koor zorgt voor hemelse stemmen, met dan ook nog eens vier voortreffelijke solisten. Het publiek zit de hele avond ademloos te luisteren. Religieus geïnspireerde muziek van het hoogste niveau, soms heel ingetogen, vaak ook feestelijk als de mooiste hoogmis.
Tussen het ‘tanken’ van zoveel cultuur door biedt Salzburg de mogelijkheid om ook anderszins te ontspannen. De binnenstad staat in haar geheel op de werelderfgoedlijst van UNESCO, met veel barokke, goed onderhouden gebouwen, waarvan vele in zachte tinten gekleurd zijn. In deze stad aan de rivier de Salzach staat onder meer het geboortehuis van Mozart, dus dat geeft al het nodige cachet. De stad trekt vooral in de zomer vele toeristen uit alle windstreken van de wereld. Die vinden er een gevarieerd aanbod van restaurants, van traditionele schnitzels tot een creatieve keuken op tweesterrenniveau. Met een goed winkelaanbod, van typische winkels met traditionele kerstspullen tot aan de grote Franse modehuizen. En met sowieso een mooie historische binnenstad, in de onmiddellijke nabijheid van veel ongerepte natuur, om de geest te verruimen en gezonde berglucht in te ademen.