Rudy Beerens viert postuum het leven tijdens Maastricht Gallery Weekend
In Gallery Kalkman in de Hondstraat in Maastricht is tijdens het Maastricht Gallery Weekend een deel van het kleurrijke oeuvre te bewonderen van de in april dit jaar overleden kunstenaar Rudy Beerens. De expositie is in de eerste plaats een eerbetoon aan een eigenzinnig artiest en aardig mens, vertelt galeriehouder Hubert Kalkman.
Met het Maastricht van André Rieu, TEFAF en het Preuvenemint had hij niet bijster veel op. Niet dat hij er iets tegen had, integendeel. Maar kunstenaar Rudy Beerens was nu eenmaal geen man van het traditionele Maastricht. Leven en laten leven, luidde een van zijn motto’s. Maar het ‘sjiek- en sjoen’-gehalte van Maastricht? Dat vond hij meer bij anderen passen, vertelde hij Beerens in 2012 in een interview Chapeau. ,,Om het in Maastricht gezellig te hebben, organiseer ik mijn eigen party.”
Onder de veelzeggende titel Life’s A Party is tijdens de tweede editie van Maastricht Gallery Weekend – van 20 tot en met 22 oktober – een deel van het werk te zien van de kunstenaar die zich in 1974, na een aantal omzwervingen over de hele wereld in Maastricht vestigde, om daar zijn artistieke talent te beproeven aan de kunstacademie.
Rudy Beerens stond bij leen en welzijn te boek als een culturele duizendpoot – recalcitrant en vriendelijk – die bij veel Maastrichtenaren geliefd was. Hij liet geregeld zijn gezicht zien in de kroeg, die hij beschouwde als het verlengstuk van zijn eigen woonkamer. ,,Rudy heeft mij op zijn sterfbed gevraagd door te gaan met de verkoop van zijn werk”, vertelt zijn goede vriend Hubert Kalkman, die zich heeft ontfermd over een groot deel van het kleurrijke werk van de markante artiest. ,,Speciaal voor dat doel heb ik de Rudy Beerens Collection Estate opgericht, dat ik beheer namens zijn dochter. Door de jaren heen is zijn werk te zien geweest in veel publieke tentoonstellingen, waar kunstliefhebbers goede herinneringen aan hebben.”
De werken van Beerens zijn terug te vinden in een groot aantal openbare collecties, waaronder musea. Veel ervan hebben ook een plaats gekregen in de verzamelingen van private collectioneurs, vertelt Kalkman, die schat dat er in totaal zo’n 3000 werken van Beerens in omloop zijn. ,,Ongeveer de helft daarvan zit in de Rudy Beerens Collection Estate”, aldus de Maastrichtse galerist. ,,Zijn meest memorabele publieke tentoonstelling was in 2018 te zien in het Bonnefantenmuseum in Maastricht, met zowel nieuw werk als grotere werken uit het depot van het museum.”
Rudy Beerens was de eerste kunstenaar met wie Kalkman ging werken toen hij in 2015 zijn galerie oprichtte. Hij zette daarmee de toon voor een groot aantal kunstenaars in de categorieën pop-art, street-art en conceptual art.
In de loop der jaren is een bijzondere vertrouwensband tussen de twee ontstaan. ,,Ik verkoop geregeld werk van Rudy”, vertelt Kalkman in zijn galerie, waar ook buiten het Maastricht Gallery Weekend altijd wel een deel van Beerens’ werk hangt. ,,Rudy schilderde in een zeer kerkenbare stijl. Zijn werk, bestaande uit onder meer honderden scherpte en realistische portretten en stillevens, wordt wel gekenmerkt als pop-art realism.”
Chapeau omschreef Beerens in 2012 als ‘tegendraads, aardig, met af en toe een onvriendelijke blik als gevolg van een aangeboren oogafwijking. Ruud – de naam Rudy was gereserveerd voor zijn vrienden – was een kind van de jaren zestig. Hij rookte met ‘enige regelmaat’ een jointje en was sociaal betrokken. Het woord ‘vrijheid’ had voor hem een bijzondere betekenis. ,,Voor mij is vrijheid heel belangrijk. Het staat voor ontwikkeling. Al sinds mijn studie aan de sociale academie in Den Bosch houd ik me met het vrijheidsvraagstuk bezig. Kunstbeschouwing opende de wegen naar vrijheid. Voor mij zijn kunst en vrijheid synoniemen. Ik raak er niet meer van los”, aldus de kunstenaar die zich regelmatig liet ontvallen dat hij Maastricht vooral leuk vond omdat je er de boot naar Luik kon nemen.
Bij de zelfbenoemde ‘culturele bobo’s in Maastricht’, zoals hij bepaalde cultuurmakers in de Limburgse hoofdstad omschreef, voelde Beerens zich in het geheel niet thuis. De ontwikkelingen rond Maastricht Culturele Hoofdstad – die stukliepen omdat concurrent Leeuwarden met de eer ging strijken – volgde hij weliswaar op de voet, maar aan hem werd nooit iets gevraagd, vertelde Beerens ruim tien jaar geleden – overigens zonder zich te beklagen – tegenover Chapeau. ,,Ik denk dat ik redelijk wat zaken, zoals diverse kunstenaarsinitiatieven, concerten en exposities van de grond heb gekregen, maar van de culturele bobo’s heb ik nooit iemand gezien. Men weet kennelijk niet wat ze met me aan moeten. En misschien bevalt die positie me ook wel. Maar de deur staat altijd open. Voorlopig heb ik nog ideeën genoeg. Ik blijf nog wel even bezig.”