Kunst en Cultuur

Hicham Khalidi leidt 75-jarig instituut de toekomst in

tekst Ludo Diels
, fotografie Hugo Thomassen

Directeur Hicham Khalidi van de Jan van Eyck Academie in Maastricht spreekt eerder van deelnemers of residenten, dan van studenten. Dat terwijl dit inmiddels 75-jarige instituut wel degelijk te boek staat als een postacademische opleiding met een sterke poot van onderzoek en educatie en niet te vergeten een imposante lijst met gevierde, veelal internationaal doorgebroken alumni. De Jan van Eyck is echter veel meer dan enkel een opleiding. „Al 75 jaar agendeert de Jan van Eyck onderwerpen die de wereld aangaan; van dekolonisatie tot diversiteit. We jagen nieuwe discoursen aan.”

 Kunst staat bij ons voor onderzoek en voor maatschappelijke relevantie. Onze deelnemers komen uit dertig landen met verschillende sociaal-culturele achtergronden

De Jan van Eyck heeft zich door de jaren heen ontwikkeld van vervolgopleiding voor talentvolle kunstenaars tot een toonaangevende multidisciplinaire, internationale postacademie die de maatschappelijke betekenis van kunst, vormgeving en andere creatieve praktijken onderzoekt in relatie tot de overkoepelende mondiale vraagstukken als klimaatcrisis, sociale inclusie en rechtvaardigheid.

Hicham Khaludi

Markante locatie

We spreken Hicham Khalidi in zijn minimalistisch ingerichte kantoor van het door architect Frits Peutz ontworpen gebouw aan het lommerrijke Academieplein in Maastricht. Al vanaf 1961 is het instituut op die markante locatie gevestigd. Alles ademt modernisme. Het glas, de witgepleisterde gevels en de doorlopende horizontale raamstroken. Voor wie niet beter weet: een mooi staaltje Bauhaus in Maastricht. Khalidi lacht: „We hebben juist een brief opgesteld tegen de naam New Bauhaus die EU-voorzitter Ursula von der Leyen heeft gelanceerd als drijvende kracht achter het verwezenlijken van de Green Deal. Wij – een groot aantal professionals uit het internationale kunst- en cultuurveld – hebben protest aangetekend omdat we die titel niet inclusief genoeg vinden. In de relatief korte tijd dat Bauhaus bestond, 1919-1933, was het namelijk vooral een westers, modernistisch en eurocentrisch fenomeen. We pleiten voor een andere titel. Eentje die recht doet aan een meer pluralistische benadering die een verbindende stem geeft aan de veelheid van stemmen en geschiedenissen.”

Zo! Daar had uw interviewer niet van terug. Meteen bevinden we ons in het kerngebied waarin de Jan van Eyck actief is. „Eén van de gebieden”, vult de directeur op vriendelijke toon aan. „ Het gaat ons er niet om dat we de relevantie of esthetische bekoorlijkheid van Bauhaus willen relativeren. Noch staan we negatief tegenover de ambitieuze plannen van de EU om met die Green Deal zero emissies te bereiken. Juist integendeel, dat juichen we hartstochtelijk toe. Maar we willen de discussie oprekken, haar niet beperken door terug te vallen op een oude ideologie, denkwijze, stijl of mode die een groot deel van de wereld buitensloot. Wij staan voor pluralisme en sociale inclusie.”

Khalidi vervolgt: „Het modernisme en het Bauhaus kwamen uit een andere tijd. Een tijd overigens waarin je het verhaal van het modernisme niet los kunt zien van de geschiedenis van het kolonialisme: de vormgeving van een betere wereld steunde op koloniale dominantie en uitbuiting. Tegenwoordig groeit het besef dat moderniteit ten onder gaat aan de ecologische rampspoed en sociale ongelijkheid die het teweegbracht. We moeten ons realiseren dat we het verleden altijd mee de toekomst in nemen. Je kunt het heden niet losknippen van het verleden. T.S Eliot verwoordde het treffend in een gedicht uit de cyclus Four Quartets: ‘time present and time past. Are both perhaps present in time future, And time future contained in time past. If all time is eternally present.”

De rode draad in mijn leven is mijn afkomst. Ik voel me loyaal aan Nederland en Marokko. Door de jaren heen heb ik in onder andere Berlijn, Parijs en Casablanca gewoond. Die ontstane meervoudige loyale identiteit vind ik fascinerend

Hicham Khaludi
Hicham Khaludi

Maatschappelijke relevantie

Tijdens het gesprek staat Khalidi op. Loopt naar de hoek van de tafel, wrijft over de randen en tikt op het blad. ,, Alles is vormgegeven. Neem deze tafel. De vorm bepaalt hoe we ons aan tafel begeven. En waar we gaan zitten. Op de hoek, in het midden, aan kop? Bij een ronde tafel is dat anders dan bij een langwerpige. Je kunt vragen blijven stellen over de wijze waarop de vormgeving onze positie bepaalt. In huiselijke kring geldt dat evenzo als in de samenleving. Want alles is op de keper beschouwd vormgegeven; ook ons leven. Alles is cultuur, een uitspraak. En juist daarom is reflectie vanuit de kunsten zo wezenlijk, zeker wanneer je er meerdere disciplines bij betrekt en letterlijk grenzeloos mee aan de slag gaat. Kunst staat bij ons voor onderzoek en voor maatschappelijke relevantie. Onze deelnemers komen uit dertig landen met verschillende sociaal-culturele achtergronden en disciplines. Onze institutionele focus biedt veel ruimte aan een breed discours en creëert een kader dat een diversiteit aan praktijken en een veelheid aan stemmen omvat. Er zijn schrijvers, dichters, architecten, ontwerpers, kunstenaars van velerlei pluimage aanwezig.”

Hicham Khalidi werd geboren in Marokko en groeide op in Den Haag. Zijn cv verraadt een kosmopolitische, breed georiënteerde belangstelling. Opgeleid is hij als bedrijfseconoom en curator. Hij was associate curator bij Lafayette Anticipations in Parijs, curator van de groepstentoonstelling

ACT II van de Sharjah Biënnale in Beiroet 2017, trad op als curatorial attaché voor de Sydney Biënnale in 2016 en was hoofdcurator van de Marrakesh Biënnale in 2014. In 2018 werd hij benoemd tot directeur van de Jan van Eyck. Dit jaar is hij curator voor de Nederlandse inzending voor de Biënnale van Venetië.

„De rode draad in mijn leven is mijn afkomst. Ik voel me loyaal aan Nederland en Marokko. Door de jaren heen heb ik in onder andere Berlijn, Parijs en Casablanca gewoond. Die ontstane meervoudige loyale identiteit vind ik fascinerend. Door mijn levensloop met die diverse halteplekken ben ik veel gaan nadenken over het waarom van de dingen die ik doe. Ik denk dat ik mezelf beschouw als een soort breuklijn tussen verschillende culturen. Ergens sluimert er in me een soort conflict – latent, maar niettemin aanwezig. Dat conflict probeer ik op te lossen. Het drijft me. En het geeft me tegelijk energie en inspiratie. Door zelfonderzoek leer je uiteindelijk de ander kennen, daar gaat het om.”

Avant-garde

Hicham Khalidi zegt op grote schaal te zoeken naar verbinding, naar manieren waarop de Jan van Eyck zowel kan samenwerken met hogescholen, de Brightlands-campussen en de universiteit, alsook zich openstelt voor de directe omgeving. „We opereren in een internationaal speelveld en verhouden ons tot andere instituten die op dezelfde leest geschoeid zijn. Dat levert een interessante uitwisseling van ideeën op. In de wereld genieten we een goede reputatie. Ons netwerk is groot. Ik durf te stellen dat we sinds jaar en dag vooroplopen. De Jan van Eyck is avant-garde. We zijn intrinsiek gemotiveerd. Het is overigens geenszins zo dat onze wapenfeiten – zowel nationaal als ook internationaal – niet worden opgemerkt. Zo mogen we zeker niet klagen over de subsidie die we ontvangen.”

„We verhouden ons dus tussen wereld en wijk. Een aantal jaren geleden is mijn voorganger, Lex ter Braak, al begonnen om de Jan van Eyck meer open te stellen voor mensen van buitenaf. Die lijn hebben we doorgezet. Die openheid is van groot belang. We zoeken de dialoog juist op. Het opgezette foodlab is bijvoorbeeld voortgekomen uit projecten die we hebben uitgevoerd over landschap en voedselproductie. Als onderzoeksplatform ondersteunt het Food Lab kunstenaars en ontwerpers op zowel theoretisch als praktisch vlak in hun voedselgerelateerde projecten. Het faciliteert niet alleen experimenten en artistieke praktijken, het kijkt ook naar het grotere verhaal van voedselconsumptie en -productie. En het mooie is dat ons café-restaurant uit dit foodlab voortkomt. Dit is het kloppende hart van de Jan van Eyck, de ontmoetingsplek. Ook voor mensen van buitenaf.’’

Hicham Khaludi

Wereldmakende praktijken

Op de vraag wat Maastricht en de regio hebben aan het avantgardistische programma van de Jan van Eyck glimlacht Khalidi minzaam. „We zijn een community waar nieuwe ideeën tot wasdom komen. Dat werkt inspirerend en heeft met zekerheid ook zijn waardevolle uitwerking op de stad en de regio. We werken aan zogenaamde ‘wereldmakende praktijken’, praktijken die letterlijk de wereld beter maken. En dan zijn er natuurlijk nog onze residenten die hier een poos verblijven en ook iets teruggeven aan de stad. Het mooie van de Jan van Eyck is dat mensen naast elkaar werken. Ze leren van elkaar, er vindt uitwisseling plaats.”

Hicham Khalidi woont met zijn vrouw en kinderen net over de grens in Kanne. Maastricht bekijkt hij vanaf een kleine afstand. Hoewel hij soms de grote stad zegt te missen voelt hij zich er op z’n gemak. „Ik begrijp het minderwaardigheidsgevoel van Limburg niet zo goed. Er is zo veel om trots op te zijn. De nabijheid van Luik en Aken met de diverse cultuurinvloeden is even boeiend als de bijzondere landschappelijkheid. Ook de rijkdom aan talen fascineert me, met die aparte dialecten die van dorp tot dorp verschillen. Dat is uitermate boeiend. De TEFAF ken ik uiteraard ook en hoewel een heel andere tak van de kunsten, zie ik ook gelijkenissen, zoals in de internationale uitstraling en de diversiteit van kunstpraktijken. Daarbij is het natuurlijk geweldig dat dit allemaal in het kleine Maastricht terug te vinden is.”

Al rondlopend langs de ateliers en het café-restaurant lost de mogelijke zweem van vaagheid en elitarisme in een mum op. Er zijn mensen aan het werk. Je voelt dat er in een hoopvolle geest, ergens tussen waarneming en werkelijkheid, een deur wordt opengezet naar nieuwe werelden.

Biënnale Venetië

Hicham Khalidi treedt op als curator voor de nu al spraakmakende Nederlandse inzending voor de Biënnale van Venetië waarvoor kunstenaar en filmmaker Renzo Martens samen met het Congolese kunstenaarscollectief CATPC tekenen. De presentatie zal op twee plaatsen te zien zijn vanaf 24 april 2024: in het Rietveldpaviljoen van de Giardini in Venetië en in het door Martens en CATPC opgebouwde Congolese kunstcentrum White Cube in Lusanga. Met de opbrengst van de objecten uit de in Lusanga verbouwde cacao en palmolie, die in Europa worden verkocht, kopen de boeren hun land terug. „Het project is gebaseerd op het idee van een aanklacht en raakt verder aan thema’s als circulariteit, koloniale geschiedenis en inheemse kennis en cultuur, indigenous knowledge. De restitutie van koloniaal erfgoed zal in beide presentaties een grote rol spelen, zoals in het werk van Renzo Martens de postkoloniale verhoudingen doorgaans het belangrijkste thema zijn.”

Deel dit artikel:
Meer artikelen over:
Kunst en Cultuur

Gerelateerd nieuws