Faalmoed
Het is 7u55 op een maandagmorgen. Ik open de glazen deur van mijn kantoor, trek mijn jas uit en zet mijn handtas op zijn vaste plek achter mijn bureaustoel.
Mijn wijsvinger reikt uit naar mijn computer en drukt kort het “aan”-knopje in.
Terwijl de computer zacht brommend opstart, wandel ik naar het kleine keukentje vlakbij.
Even later zit ik met een dampende kop koffie aan mijn bureau.
De computer vraagt me mijn wachtwoord in te geven. Maar, mijn oog valt op de gele post-it die vastkleeft op de linkerbenedenhoek van het scherm.
In blauwe drukletters is er gekrabbeld: “I am getting things done”.
Het is één van de affirmaties die ik regelmatig herhaal.
Altijd in de ik-vorm. En, altijd in de tegenwoordige tijd. Alsof het al zo is. Alsof het al realiteit is.
Zo werkt dat nu eenmaal met affirmaties, leerde ik al jaren geleden.
Terwijl ik de woorden in stilte opzeg, voelt het alsof ik mezelf een vriendelijk, maar kordaat duwtje in de rug geef.
Een positieve, maar toch ook lichtjes dwingende aanmoediging om de twijfelende ik in mezelf vandaag zeker niet de overhand te laten nemen.
Ik ken ze immers maar al te goed, die aarzelende ik. 🙂
De ik die, als ik ze laat, altijd wel een reden kan bedenken waarom ze nog wat meer tijd nodig heeft.
Om iets af te werken. Of net om ergens aan te beginnen.
De ik die het nemen van een beslissing eindeloos kan uitstellen uit schrik om de verkeerde te nemen.
De “ik” die houdt van een tot in de puntjes uitgewerkte voorbereiding waarin niets aan het toeval wordt overgelaten.
Alles om te voorkomen dat het zou mislopen.
Ja, die “ik” kent mij door en door en weet precies welke argumenten aan te halen om me veilig en wel in mijn comfort zone te houden.
Toch kies ik bewust om haar niet de kapitein van mijn schip te laten zijn.
Ik wil namelijk vooruit. Ik wil leren en evolueren. Ik wil ondernemen met Gervi. En dat vergt nu eenmaal een gezonde dosis durf.
De durf om te springen.
Ook al ben ik niet zeker dat iets écht 100% de juiste beslissing is.
Ook al ben ik niet perfect voorbereid.
Meer zelfs, ik zal het vaker wel dan niet moeten doen met een minimale voorbereiding en zal het onderweg, met vallen en opstaan, allemaal moeten uitzoeken.
Het doet me denken aan uit een vliegtuig springen en onderweg leren hoe je die parachute nu precies naait…
Daar heb je faalmoed voor nodig. De moed om te falen.
Het woord faalangst kende ik allang – maar faalmoed, dat woord voegde ik pas het voorbije jaar toe aan mijn woordenschat nadat ik het las in een magazine.
Ik zag het meteen als een kwaliteit die ik in mezelf wilde ontwikkelen.
Want, zo las ik in dezelfde artikel, hoe sneller en hoe vaker je faalt, hoe sneller en hoe vaker je ook succes kan ervaren.
Elke faling, klein of groot, leert je iets. Transformeert je.
Laat je groeien en katapulteert je naar die volgende versie van jezelf.
Die met net nog iets meer ervaring en wijsheid als alles goed is. 😉