Culinair|Health

Judith en Eugène Vaessen van Restaurant De Gerardushoeve over de corona-crisis

tekst Maarten van Laarhoven

Het coronavirus heeft ons in zijn macht en de wereld staat even stil. Het is geen gemakkelijke tijd. Het officiële overheidsstandpunt is dat we er alleen doorheen komen als we de handen ineenslaan. Chapeau Magazine spreekt de komende tijd met relaties over de manier waarop zij met de corona-crisis omgaan. Over hoe ze het aanpakken en hoe ze – ondanks alle onzekerheid – positief blijven. Vandaag Judith en Eugène Vaessen van Restaurant Gerardushoeve.

Toen hij op zondag 15 maart om half zes hoorde dat hij een half uur later moest sluiten, was dat een klap in zijn gezicht, zegt Eugène Vaessen van Restaurant De Gerardushoeve in Epen. ,,Begrijp me niet verkeerd: ook wij vinden het volkomen terecht dat de overheid deze maatregel heeft genomen. Maar de aankondiging viel exact samen met wat voor ons traditioneel het begin van het seizoen is: de tijd waarin we een financiële buffer moeten opbouwen voor de winterperiode. Toen we hoorden dat het over was, lagen onze koelingen barstensvol. Bovendien hadden voor die bewuste avond zo’n veertig man gereserveerd.”

Natuurlijk hadden ze bij De Gerardushoeve – in 2017 door Chapeau en 1Limburg uitgeroepen tot de horecazaak met ‘het beste terras van Limburg’ – ook zelf de nodige voorzorgsmaatregelen genomen door de richtlijnen van het RIVM op te volgen. ,,We hadden alles zo gepland dat we de eerstkomende tijd op geen enkel moment meer dan honderd mensen in onze zaak zouden hebben, zowel op het terras als binnen. Bovendien hadden we ervoor gezorgd dat gasten op veilige afstand van elkaar konden plaatsnemen. Voor ons was dat al erg ingrijpend: alleen al ons terras heeft 200 zitplaatsen. Daarnaast hebben we binnen nog eens 180 couverts. Geluk bij een ongeluk is dat er via Koninklijke Horeca Nederland compensatie voor de horeca geregeld is. Overigens is ook hier nog veel onduidelijk. We zijn nu twee weken verder, maar weten eigenlijk nog helemaal niet hoe een en ander zal gaan uitpakken. Dat geldt overigens niet alleen voor ons, maar voor alle horecaondernemers in het Heuvelland, zoals bijna iedereen weet een gebied dat het in economisch opzicht grotendeels moet hebben van het toerisme.”

Systeem bedenken
Ook voor de wat langere termijn is er veel onzekerheid, voegt Eugènes echtgenote Judith eraan toe. ,,Het is sterk de vraag hoe de consument straks gaat reageren. Logischerwijze komt er een moment dat iedereen naar buiten wil, de natuur in. Net zoals koeien een sprongetje maken op het moment dat ze – na lang op stal te hebben gestaan – voor het eerst weer naar buiten mogen. We gaan er vanuit de we met Pasen nog gesloten zullen zijn. Maar hoe gaan we het regelen als we bijvoorbeeld met Pinksteren en Hemelvaart wél gasten mogen ontvangen? Er vanuit gaande dat er ook dan nog beperkingen gelden, zullen we mensen moeten weigeren. We hebben een grote parkeerplaats, dus iedereen zet bij ons de auto neer. Gelukkig hebben we goede contacten met andere ondernemers. Wellicht is het dus mogelijk – en daarover zijn we in gesprek met collega’s – om een systeem te bedenken waarbij we gasten die we niet kunnen toelaten een alternatief bieden, bijvoorbeeld door hun een kaartje mee te geven waarop aangegeven staat hoe ze het snelst bij een van de andere zaken kunnen komen. We doen dat nu ook al op kleine schaal en dat werkt goed.”

Kleine ondernemers
Overigens wordt niet alleen de horeca hard getroffen, maar ook de vele kleine ondernemers in de dorpen in het Heuvelland met wie de horeca nauw samenwerkt. Eugène: ,,De bakker, de slager en de groenteman hebben het in deze tijd ook lastig. De omzet die ze normaal gesproken binnenhalen via de horeca, zijn ze voorlopig kwijt. Wij leven ontzettend met hen mee, want die mensen werken ontzettend hard. Als ik een oproep zou mogen doen, zou ik de mensen willen vragen: ‘alsjeblieft, ga niet hamsteren bij Albert Heijn, maar doe de lokale bakker, slager en groenteman een plezier’.”

Punt van zorg is wat Eugène en Judith Vaessen betreft ook het moment dat de coronacrisis is bedwongen en de horeca weer echt kan gaan ondernemen. Eugène: ,,Ik hoop dat horecaondernemers verstandig zijn en niet allemaal gaan beginnen met allerlei onverantwoorde aanbiedingen, in de hoop zo snel mogelijk weer wat omzet binnen te halen. Daar is het op dit moment niet de tijd voor. Van al die ‘deals’ word echt niemand beter, integendeel. We moeten deze crisis als horecabranche samen door zien te komen. We hebben immers allemaal hetzelfde economische belang. Laten we alsjeblieft één lijn trekken en het geld wat we verdienen investeren in de eigen streek.”

Creatieve dingen doen
Zuid-Limburg heeft altijd de mond vol van streekproducten, maar de makers van die producten staan op dit moment net zo goed onder druk, aldus het echtpaar Vaessen. Eugène: ,,De wijnproducent met wie wij werken heeft enorme voorraden die hij op dit moment niet kwijt kan via zijn belangrijkste afzetkanaal. De vele koeien, varkens en eenden die uiteindelijk met mooie producten hun bestemming vinden in de horeca, houden niet even op met groeien, dus daar moet iets op verzonnen worden. Zelf hebben we zestig koeien rondlopen.” Judith: ,,Daar proberen we creatieve dingen mee te doen, bijvoorbeeld door de beste delen te verwerken in producten die lang houdbaar zijn, zoals pastrami. We hebben al de vraag gekregen wat er moet gebeuren met de hammen die we hadden besteld: ‘Hang ze maar op’, hebben we gezegd. ‘Laat ze maar lekker negen maanden rijpen’.”

Eugène: ,,Als we slim zijn benutten we deze crisis om het streekproduct een echte kans te geven, vooral ook in de horeca. Bij De Gerardushoeve werken we er al heel lang mee; gasten komen er speciaal voor. Als horecaondernemers in het Heuvelland hebben we nu de mogelijkheid om er samen voor te gaan. Niet alleen het publiek; ook mijn collega’s zou ik willen vragen zoveel mogelijk in de kopen bij kleine producenten, zeker ook als het gaat om wijn. Hopelijk duurt het niet lang meer voordat elke Zuid-Limburgse horecazaak Limburgse wijn als huiswijn schenkt.”

Voedselbank Limburg-Zuid
Overigens is voor de inhoud van de uitpuilende koelingen ook een passende oplossing gevonden. ,,We hebben alles geschonken aan Ki van de Ven, een jonge chef-kok en eigenaar van een cateringbedrijf, die al bij ons over de vloer kwam toen hij nog een heel klein jochie was. Ki haalt met zijn wagen overal overtollige voorraden op en schenkt die aan de Voedselbank Limburg-Zuid. De negenhonderd gezinnen die ervan afhankelijk zijn, kunnen het mooi gebruiken. We hebben iedereen in ons netwerk op de hoogte gesteld van dit hartverwarmende initiatief en gevraagd om ruimhartig te doneren. Waarom zou je die bussen slagroom bewaren tot het moment dat ze niet meer goed zijn? Daarnaast hebben we tegen Ki gezegd: ‘Zolang dit project loopt en jij voor de Voedselbank door Limburg rijdt, betalen wij jouw benzine’.”

Deel dit artikel:

Gerelateerd nieuws