Hoe ik zonder veel extra moeite mijn ideale dag creëer
Eind 2023 pikte ik – scrollend door Instagram – de hashtag #24in24 op.
Het advies erachter? Maak een lijst van 24 dingen die je in 2024 wilt doen.
Een soort van Bucket List zou je kunnen zeggen. Maar, dan voor een jaar. En beperkt tot 24 items om af te vinken.
Gezien ik 1) van lijstjes maken hou, 2) aan het einde van het jaar graag bewust intenties zet voor het volgende, en 3) de woordspeling 24in24 in mijn hoofd bleef hangen, pakte ik dus mijn notitieboekje.
Voor 2023 erop zat was mijn lijst klaar.
Het eerste puntje? Twaalf boeken lezen (een per maand dus). Maar vooral, zo voegde ik snel toe aan mijn eerste ‘to-do’: het zou niet bij louter lezen blijven. IK wilde ‘iets’ doen met de kennis die ik zou gaan opdoen tijdens het verslinden van die twaalf (non-fictie) boeken.
Als boekenwurm hou ik ervan te lezen. Het ene boek is nog niet uit, of het volgende ligt al klaar. Gulzigheid naar (nieuwe) kennis is me niet vreemd.
Maar, wat blijft er nu eigenlijk van hangen? En vooral, wat pas ik toe?
Niet genoeg, zo besloot ik begin dit jaar. Misschien werd het eens tijd om meer van al die kennis bewust in wijsheid om te zetten?
Inspiratie halen uit boeken is leuk. Maar kennis toepassen en er effectief iets mee doen, zou het nog véél leuker maken, besloot ik.
De ideale dag – Hoe je van ochtend tot avond fit en vol energie blijft, geschreven door Paul en Carolien Van Den Bosch was als eerste aan de beurt. Ik las het amper in een weekend uit.
Ik koos het omwille van de sprekende titel. Die verwoordde precies wat ik wilde bereiken: energiek en fit blijven van de ochtend tot de avond.
Heel anders dan het nu geregeld is. Ik arriveer ’s avonds thuis en voel me uitgeblust en lusteloos. Energie-dips in de namiddag zijn me ook niet vreemd.
Dus… welke kennis uit het boek implementeerde ik inmiddels in mijn ideale dag?
De rode draad zat hem voor mij vooral in het feit dat we vaak denken dat grote, tijdrovende inspanningen noodzakelijk zijn om écht iets te veranderen. Maar niets is minder waar.
Het boek leerde me dat kleine – soms onbenullig lijkende – aanpassingen wel degelijk iets in beweging kunnen zetten. Maar wel op voorwaarde dat je ze dagelijks, zonder fout, doet.
Bijvoorbeeld; elke ochtend tien minuten stevig doorwandelen voor je werkdag van start gaat. Doe dat tijdens je lunchbreak nog eens. En vervang een telefoongesprek dat je normaal zittend achter je bureau voert, door een call terwijl je wandelt.
Op die manier beweeg je per dag zomaar dertig minuten extra. Dat is tweeënhalf uur op een werkweek. Hou je dat een maand vol, dan heb je die maand maar liefst tien uur meer gewandeld.
Fantastisch, toch?
Geloof me, dát voel je!
