Armoede van Rio 2016
De Limburger Raymond Kerckhoffs volgt voor de Telegraaf al meer dan 25 jaar de belangrijkste wielerkoersen over de hele wereld. Voor Chapeau maakt hij een aantal persoonlijke notities.
The worst games ever. Reeds een paar dagen nadat het olympische vuur in Maracanã ontstoken was, hoorde je deze slogan opduiken bij alles wat er ook maar in Rio de Janeiro mis dreigde te gaan. Nog ver voordat Epke van zijn rekstok viel, Sanne haar balk goud kleurde en we ons realiseerden dat ‘onze’ Dafne ook boos kan kijken, was al duidelijk dat deze Olympische Spelen meer in het teken van overleven kwamen te staan dan in een feeststemming van sport vieren. Hoe fantastisch en romantisch was het nog toen op 2 oktober 2009 het IOC de Zomerspelen aan Rio de Janeiro toewees. Brazilië was op dat moment een van de belangrijkste emerging markets en het grootste sportevenement zou deze wereldeconomie alleen nog maar verder aanjagen.
De Copacabana zou veranderen in het ‘carnaval des sports’. Helaas was daar de afgelopen weken weinig van te merken. Op de Copacabana waren er meer protesttochten tegen de Zomerspelen dan dat er de samba werd gedanst. De Cariocas (inwoners van Rio) vrezen dat deze games wel eens het faillissement voor deze regio kunnen betekenen. De recente economische crisis heeft Brazilië fors geraakt. Vooral het ineenstorten van de grondstofprijzen zorgde voor een enorme krimp. De nationale munt, de real, daalde naar een historisch dieptepunt. Steeds meer mensen kwamen onder de armoedegrens te leven. Hoe romantisch Barry Manilow ook over de roemruchte Copacabana zong, de realiteit is dat het strand er steeds meer verloederd uitziet. Zelfs tijdens de Spelen was je blij wanneer je er ’s avonds tijdens een wandeling niet besprongen werd door hoeren en moest je continue waken voor zakkenrollers. Geregeld vroeg je je af of de Olympische Spelen daadwerkelijk in Rio plaats vonden.
Vrijwel nergens in de stad leefde het olympische gevoel. Als je op zoek ging naar de vijf ringen, dan moest je echt je best doen. Dat beeld weerspiegelde zich ook in de lege stadions. Bij de zilveren medaille van Tom Dumoulin op de tijdrit aan het strand van Pontal waren minder mensen dan bij een gemiddelde juniorenwedstrijd in Limburg. Zelfs bij het koningsnummer, de honderd meter finale van Usain Bolt, was het olympische stadion niet uitverkocht. Natuurlijk heeft de economische weerslag in Brazilië zich enorm afgetekend op deze Zomerspelen. Eigenlijk is het wonderbaarlijk hoe het grootste sportevenement met een failliet organisatiecomité alsnog zonder echte kleerscheuren heeft kunnen plaatsvinden.
Voor de televisiekijker leek het zelfs nog allemaal gelikt uit te zien. Achter de schermen was het echter een behoorlijke puinhoop. Het Olympic Park in Barra was nog één grote bouwput. Waar normaal dit park met diverse stadions het kloppende hart van de Spelen is, waande je je nu in een betonnen omgeving. Een verdere aankleding was er niet. De laatste bouwfases moesten hier allemaal nog plaats vinden. De vele militairen op straat met de mitrailleurs in de aanslag en de politiewagens die 24/7 met de zwaailichten aan op vele kruisingen stonden waren het dagelijkse bewijs dat je je echt geen moment veilig kon wanen. Nee, het is Rio de Janeiro niet gelukt om zich in positieve zin op de wereldkaart te zetten. Waar Sydney in 2000 na de Zomerspelen een wereldstad werd, daar laat Rio een beeld van armoede achter. En dan moet er voor de Braziliaanse stad gevreesd worden dat het ergste nog moet komen. Dat The worst games ever in Rio de Janeiro nog meer armoede achter laten.
Foto’s: Shutterstock