Michelin en TEFAF
Los van alle ellende die ook deze week weer de media vulde, waren er voor Chapeau twee belangrijke momenten: de presentatie van de Michelin-gids in Amsterdam en de ondertekening van het nieuwe contract met TEFAF Maastricht.
In het Delamar Theater in Amsterdam viel het weer op dat de landelijke media voor hetzelfde evenement eerder geneigd zijn om uit te rukken als het in de Randstad wordt gehouden, dan in het zuiden. Nieuwswaardigheid speelt met name bij de Nederlandse omroepen niet altijd de belangrijkste rol. Lekker dichtbij, dat schijnt ook belangrijk te zijn. Of Michelin de presentatie in Amsterdam blijft houden, is overigens nog de vraag. In de toekomst zal de uitgever van de rode culinaire bijbel vooral gaan kijken welke locatie in het land het meest te bieden heeft. Dus wie weet maakt Maastricht nog een keer kans.
Niet trouwens meer op de officieuze titel ‘culinaire hoofdstad van Nederland’. Die kwalificatie werd enige jaren geleden nog min of meer opgeëist door restaurateurs in de Limburgse hoofdstad. In die zin hadden ze gelijk dat de gastronomie vanuit Frankrijk en België als eerste Maastricht (en Valkenburg) heeft bereikt. Dat klopt. Dat was decennia geleden, toen ze zich in de Randstad nog behielpen met spruitjes en varkenslapjes.
Maar ik denk dat we het nu maar beter niet meer hebben over die titel, want bij de presentatie van de nieuwe Michelin-gids bleek overduidelijk dat hét momenteel in de Randstad gebeurt. De nieuwe sterren gingen andermaal naar vooral Amsterdam en Rotterdam, terwijl Zeeland het trouwens ook goed doet, zeker met nu die derde ster voor Inter Scaldes.
In Limburg kwam er niks bij, sterker nog, er ging er eentje af, en dat bij de lieftallige Margo Reuten van Da Vinci, die van 2 naar 1 ging. Werner Loens, de hoofdinspecteur van Michelin, was tegenover Chapeau duidelijk: ‘er gebeurt momenteel niet veel in Limburg, zelfs niet in Maastricht. We zien een stilstand, dat is jammer. En Margo kookt nog altijd heel lekker, maar ze evolueert niet. En dat is wel waar de tweede ster voor bedoeld is.’
Harde taal dus, tijd voor een culinaire wake-up call in Limburg. Natuurlijk, Amsterdam is veel groter dan Maastricht en de internationale markt van gasten is daar sterk. Maar Zeeland scoort ook, Limburg niet, terwijl hier toch ook sprake is van een economische opleving. Het wordt hoog tijd dat de jonge garde het initiatief neemt en lef gaat tonen. Meer verrassing op het bord, dat wil Michelin. En de gast eigenlijk ook.
Gelukkig trok Amsterdam wel aan het kortste eind voor wat betreft de strijd om de TEFAF-kunstbeurs. Ik las en hoorde her en der dat het weliswaar fijn was, dat er nu een nieuw contract voor maar liefst 10 jaar is getekend, maar dat we daar niet opgewonden over hoeven te doen, want de organisatie van ’s werelds belangrijkste beurs op kunstgebied zou anders toch wel in het MECC zijn gebleven. Mooi niet dus, maar dat weten alleen degenen die het onderhandelingsproces de afgelopen maanden van nabij hebben meegemaakt. Er waren wel degelijk een aantal handelaren die openlijk pleitten om te verhuizen naar Amsterdam, Brussel, Keulen enzovoorts, omwille van een groter vliegveld, en meer hotels en restaurants. Ik kan ze met de neus aanwijzen. En de RAI-directie ging niet voor niets in mei naar TEFAF New York om daar met de beursleiding te praten.
Maar gelukkig heeft Maastricht deze keer doortastend gereageerd, meteen bij de eerste signalen dat er onrust was. Onder leiding van het Provinciebestuur met gedeputeerde Twan Beurskens in dit geval als kopman, werd niet gekozen voor een afwachtende houding, die we in Limburg al te lang hebben gehad. Nee, deze keer werd de aanval ingezet in de vorm een pakket van extra faciliteiten om zodoende actief te investeren in dit wereldevenement. En dat bleek een schot in de roos. Gemeentewethouder John Aarts haakte in op dat proces en zo werd de handschoen opgenomen, met op het speelveld de strateeg Guido Derks (algemeen directeur van de Provincie) en de terriër Rob van de Wiel (directeur MECC).
TEFAF was rijp voor een partnership, zoals bij grote evenementen in de wereld tegenwoordig vaker te zien valt. Eisen waren er van die kant uiteraard wel, zoals onder meer de verzekering dat er een verbinding komt vanaf Maastricht Aachen Airport met een internationale luchthaven. Want je kunt als regio nog zoveel te bieden hebben, als je niet in de computer staat van alle internationale vliegbestemmingen, dan kun je het schudden. Dat je dan vliegvelden over de grens hebt, dat kan de meeste beurs- en congresgangers geen moer schelen.
‘Het zuiden’ heeft zich verzekerd van minstens 10 meer jaren een internationaal topevenement dat de hele streek veel geld in het laatje brengt. We hebben nog geen 3-sterrenrestaurant, maar wel een 3-sterren evenement. Nu de rest nog.
Jo Cortenraedt