Geen onderdeel van een categorie

Ludo Diels: Wat is mijn normaal?

Elke dag doet een van onze medewerkers verslag van zijn of haar functioneren in deze uitzonderlijke tijden. Vandaag is dat Ludo Diels, als journalist en columnist al jaren verbonden aan Chapeau.

Wat is mijn normaal?

Wat normaal is, vraag ik me tijdens deze wereldomvattende gezondheidscrisis vaker af. En daarbij besef ik maar al te goed dat mijn normaal soms afwijkt van het gangbare normaal. Want in feite voelt die quarantaine voor mij niet eens zo uitzonderlijk. Het grootste deel van mijn bestaan in de schrijverij krijgt immers gestalte binnen de muren van mijn appartement. U hoeft zeker geen medelijden met mij te hebben. De koelkast is vol, er is voldoende leesvoer en ik ben digitaal verbonden met de buitenwereld.

Toch vraag ik me juist nu af wat ik tot dusver in mijn pré-corona tijd altijd normaal heb gevonden.

Was het normaal dat mijn agenda soms uitpuilde, dat ik van een koffieafspraak naar de volgende lunchmeeting rende? Hoe vaak heb ik het gaspedaal onfatsoenlijk diep ingetrapt om op tijd te komen voor een meeting die ik achteraf graag had gemist? En dan die verplichte netwerkborrels of nieuwjaarsrecepties, waar ik me altijd met veel moeite doorheen sloeg en waar ik – als enige waarschijnlijk – nog nooit een opdracht aan heb overgehouden. Wat had ik daar eigenlijk te zoeken, vroeg ik me vaak in gemoede af. En dan die obligate begroetingsrituelen, die door menige dame ervaren werden als een heuse kusterreur. Handje geven, of een kus? Drieklapper of gewoon één beleefdheidszoen? Grote vragen.

Als abnormaal zou ik die bijeenkomsten nu willen typeren. En het is nog maar de vraag of de netwerkborrel oude stijl – dus met het handengeefritueel en gekus – überhaupt nog wel terugkeert op de agenda van de netwerktijger. Als dan ook nog een mondkapje op dat soort bijeenkomsten verplicht wordt gesteld door de overheid, wordt het nuttigen van – al dan niet alcoholische – drankjes nog een hele toer. De lol is er dan heel snel vanaf, vrees ik.

Opeens komt door corona de jachtigheid van ons bestaan tot stilstand. Maar dit keer zijn wij het niet zelf die met onze agenda in de hand afspraak na afspraak en deadline na deadline afzeggen. Nee, het coronavirus jaagt ons en maakt onszelf tot potentiële prooi. Onze jager is een onzichtbaar virus dat niet discrimineert (hoewel het een voorkeur schijnt te hebben voor de meest kwetsbaren onder ons). 

Wat doet deze crisis met mijn mensbeeld nu iedere medemens in principe een drager kan zijn van een dodelijk virus? Afstand houden is essentieel. Wie in het openbaar hard niest of in een hoestbui is verzeild, wordt nu geen gezondheid meer toegewenst, maar juist gemeden als de pest, bekeken als een potentieel gevaar en beschouwd als de terrorist van de openbare ruimte. Toch breekt er geen onrust uit. De bevolking ondergaat de situatie gelaten en met alle vertrouwen in de regering. We leveren tijdelijk veel in- zelfs privacy- als dit levens redt. 

De huidige anderhalve meter samenleving maakt ons op paradoxale wijze allerminst onverschillig voor de noden van de medemens. We isoleren onszelf immers vooral om de kwetsbaren niet te besmetten. In die zin nodigt deze crisis uit tot reflectie over de toekomst. Gaan we straks als de coronadampen zijn opgetrokken door alsof er nooit een crisis is geweest of trekken we collectief lering uit deze tijd?

Als deze noodsituatie mij als hobby-profeet of gelegenheidsfilosoof iets leert, dan wel dat we als individu een collectieve verantwoordelijkheid dragen. Dat wíj, de mensen, het verschil kunnen maken en we elkaar nodig hebben. En dat solidariteit (ook met Zuid-Europese landen en laten we in godsnaam de vluchtelingen niet vergeten!) een overlevingsmechanisme is.

Misschien is na uitroeiing van het coronavirus ook wel de tijd aangebroken om keihard te gaan werken aan de realisatie van de Europese Green Deal (o.a. nul uitstoot in 2050), die zo vurig wordt bepleit door vicevoorzitter van de Europese Commissie Frans Timmermans. Een unieke kans wellicht om de economie duurzaam circulair vorm te geven.

Een pandemie verbindt ons op een pijnlijk letterlijke manier met de wereld. In die zin hoop ik dat er niet alleen een vaccin wordt gevonden tegen de ziekte, maar ook een alternatieve visie op de toekomst van onze planeet. Hallelujah! Zo maar een paar gedachten en wensdromen vanachter mijn vensterglas. Feit is dat we leven in interessante tijden. Tijden die uitnodigen om eens wat langer bij Gott und die Welt stil te staan.

Digitaal, achter ramen en in de media zijn we nabij. We zoeken elkaar op, maar blijven uit de buurt. Oog hebben we ineens gekregen voor de beroepsgroepen die we vaak met de nek hebben aangekeken en die we te lang met een schamel loontje de hete kastanjes uit het vuur hebben laten halen. We noemen ze vitale beroepen. Nu het land tot stilstand komt zien we wie de echte helden zijn.

In de wieg gelegd voor een heldenrol ben ik niet, noch beoefen ik een vitaal beroep. Het enige waar ik in uitblink is in bewondering. Respect heb ik voor de mensen in de vuurlinie van deze crisis. Diepe bewondering koester ik voor de wetenschappers evenals voor de vuilnisophalers, leraren en de zwoegende mensen in de zorg. Het koren wordt van het kaf gescheiden, zo lijkt het. In deze tijden kunnen we het inhoudsloze gekakel van de gebruikelijke BN’ers  aan de talkshowtafels (nog meer) missen als kiespijn. Inhoud wint het voorlopig van quatsch.

Wat doet dit bizarre tijdsgewricht met mij, luidde de opdracht. Met mij persoonlijk doet het (gelukkig) weinig. Nu de pas vertraagd is, neem ik meer tijd om te kijken en de ontluikende natuur te zien. Ik ervaar de lege agenda als een weldaad. Nog even zo doorgaan en ik kan ook die paar ambities die ik had aan de wilgen hangen. Eigenlijk is dat wel een lekker gevoel. Vrijheid. Ik ben een monnik geworden zonder dogma’s of een dwingend tijdsregime. Stiekem ervaar ik dit als een luxe. Bevrijd zijn van de onzinnigheid. Ik geef mijn gedachten nu meer tijd en mijn ideeën lucht.

Poëzie en muziek bewijzen juist nu hun dagelijks nut als ik naar de bundels of de albums grijp en me de tijd gun om de woorden en klanken te laten indalen, beelden te laten oprijzen. Kunst, zo realiseer ik me in deze onzekere tijd van gesloten musea en theaters, is geen hobby, maar vormt een wezenlijke pijler onder ons bestaan en biedt troost en schoonheid. Ik hoop daarom dat we de kunst- en cultuursector ruimhartig zullen behandelen als de coronadampen zijn opgetrokken. Buiten brood op de plank hebben we ook verbeelding van node. Verhalen om in te geloven of ter verstrooiing. Kunst en cultuur zijn immers een mensenrecht.

De ervaring van alledaagse schoonheid ervaar ik tijdens de wandelingen die ik elke dag maak. Kijken naar de wereld om me heen, een vogel horen fluiten, de eerste vlinder zien. Al die indrukken ontroeren me; alsof ik nog gevoeliger ben geworden voor de dingen waar ik voorheen gedachteloos aan voorbij raasde. Juist nu realiseer ik me hoe kwetsbaar het leven, ook mijn leven, is. Het virus haalt alles dichterbij, zo lijkt het. Ik denk vaak aan mijn dierbaren en maak me zorgen om hun welzijn. We houden weliswaar anderhalve meter afstand, geven geen hand, maar voelen ons door dat gedeelde lot wel met elkaar verbonden. Gelukkig prijs ik me dat ik in deze uitzonderlijke tijden alleen maar voor mezelf hoef te zorgen en dat niemand van mijn dierbaren in acute nood verkeert. Ik ben alleen, niet eenzaam. Niet fysiek samen, maar wel met elkaar verbonden. Dankbaar voor de dingen die ik kreeg zonder erom te vragen.

Is er dan helemaal niks wat ik mis? Natuurlijk. Ook ik ben een wezen dat – net als een hond – graag aangeraakt wordt. Alle digitale mogelijkheden ten spijt zou ik graag iemand in mijn armen sluiten, vrienden omhelzen en er zelfs weer lustig op los kussen (bij wederzijdse toestemming uiteraard). De mens leeft bij wijze van aanraking. Ik mis de huid van een ander mens. Maar ik houd vol omdat we allemaal volhouden. Er staat veel op het spel. Vooralsnog blijf ik overeind in een onwerkelijke, abnormale tijd. Ik ben benieuwd of we die lege agenda straks weer gaan missen. Wordt het abnormale weer normaal? Ik vrees het ergste.

_________________________________________________

Chapeau Nieuwsbrief
Wil jij wekelijks het laatste nieuws ontvangen over het goede leven in Limburg NL/BE? Schrijf je dan in voor onze mooie nieuwsbrief -> inschrijven <

Deel dit artikel:

Gerelateerd nieuws