Geen categorie

Ver van huis en toch dichtbij (6)

Auteur: Leah Raskin

De jonge modestudente Leah Raskin uit Keulen verdiept zich in het kader van haar studie in de overeenkomsten en verschillen tussen Nederland en Duitsland. In een serie blogs voor Chapeau belicht ze tevens het studentenleven in Aken en Maastricht. Daarnaast schrijft ze over haar eigen stad en haar inwoners. Opmerkelijk genoeg zijn er veel raakvlakken met Maastricht.

In dit stuk, maar ook in mijn volgende bijdrage, wil ik je wat meer vertellen over Keulen, de stad waar ik ben geboren en ben opgegroeid. Van de inwoners van Keulen wordt wel gezegd dat ze meer van hun stad houden dan andere Duitsers en dat ze, als het op feesten aankomt, niet te evenaren zijn. Maar waar ligt dat aan?

Vooropgesteld: Keulen is absoluut niet de mooiste stad van Duitsland. Steden als Hamburg en München hebben aanzienlijk meer te bieden, of het nou gaat om oude en nieuwe gebouwen of om historische straten. Keulen is tijdens de Tweede Wereldoorlog zwaar gebombardeerd; van de mooie oude huizen en straten van weleer is nog maar bitter weinig over. Jammer, want Keulen zag er vroeger schitterend uit. Tegenwoordig staan er veel naoorlogse huizen en wooncomplexen.

Oude woningen zijn in Keulen uiterst zeldzaam en zeer moeilijk te verkrijgen. Rheinauhafen, een jonge aantrekkelijke woonwijk, is met zijn opvallende kraanhuizen en andere architectonische hoogstandjes goeddeels geïnspireerd op de havens van Hamburg en Düsseldorf, om niet te zeggen ’afgekeken’. Ondanks dit alles beschikt Keulen over een onbestemde charme die elke nieuwkomer in de stad voelt en ook leert lief te hebben. 

Wat in elk geval zeker is, is dat het ’wij-gevoel’ en de liefde voor Keulen gevormd worden door het beroemde Kölner Carnaval. Tussen de elfdevandeelfde en februari of maart staat de hele stad op zijn kop. Vanaf november is het volstrekt normaal als mensen verkleed, dan wel carnavalsliederen zingend, door de straten lopen. Velen zullen denken dat dat niet normaal is, maar de echte Kölner valt het nauwelijks meer op – bij ons geldt zoiets als volstrekt normaal.

Carnaval is alles. Zes dagen per jaar, van het Oude Wijven Bal op donderdag tot Aswoensdag, geldt in de stad een uitzonderingstoestand. Grote, belangrijke straten worden afgesloten, iedereen valt elkaar in de armen en iedereen houdt van iedereen, wat elk jaar opnieuw een ongelooflijk leuke stemming met ich meebrengt. Jong of oud, het maakt niet uit; iedereen viert feest met elkaar. Zo zit onze stad in elkaar. Als geboren Keulse (22 jaar), heb ik het tot nu toe niet over mijn hart kunnen verkrijgen om ook maar één carnaval verstek te laten gaan en tijdens de vrije dagen met vakantie te gaan. Die geweldige stemming, eenmaal per jaar, mag je gewoon niet aan zich voorbij laten gaan.

 

Die geweldige stemming is ook de reden waarom zoveel mensen uit zoveel verschillende andere steden naar ons toe komen. Voor velen is het niet alleen belangrijk, maar ook een levensdoel, om ten minste een keer in het leven het Kölner Karnaval te hebben meegemaakt. 

Maar afgezien van het carnaval, en ondanks het gebrek aan oude gebouwen, beschikt Keulen natuurlijk ook over een rijke historie. Die begint bij de oude Romeinen en is eigenlijk nooit  opgehouden. Overal in de stad zijn resten van oude muren, torens en kastelen te vinden. Ons grote uithangbord is natuurlijk ons beroemde stuk werelderfgoed: de Dom van Keulen. Iedereen die voor het eerst geconfronteerd wordt met die grote kerk met die twee enorme torens, raakt vanzelf ontroerd. Onvoorstelbaar hoe mensen er in vroeger tijden in geslaagd zijn om zoiets neer te zetten.

Als het op tips voor ‚een dagje Keulen’ aankomt, kan ik (voor kunstliefhebbers) natuurlijk niet om het Ludwig Museum heen. Voor liefhebbers van geschiedenis is er het Römisch-Germanische Museum. Wie daarentegen het moderne Keulen wil leren kennen, doet er goed aan een lange wandeling langs de Rijn te maken.

Voor de echte shopaholics, zowel mannen als vrouwen, zou ik het Belgische Viertel willen aanbevelen, net als de Mittelstraße, de Ehrenstraße en de Apostelstraße. Ver weg van het toerisme en de doorsneewinkels. Hier vind je de prachtigste straatjes en de mooiste boetiekjes, met een aanbod bestaande uit de mooiste dingen. Aan cafés en restaurants heeft deze wijk ook al geen gebrek. Welke winkels en welke horecagelegenheden tot mijn favorieten behoren? Dat vertel ik je graag de volgende keer.

Deel dit artikel:
Meer artikelen over:
Geen categorie

Gerelateerd nieuws