Teamspirit: de kracht van MAA
De medewerkers op Maastricht Aachen Airport hebben door de jaren heen al veel meegemaakt. Vooral wat de toekomst van hun bedrijf betreft, is er vaak onzekerheid geweest. Ging de uitbreiding met de Oost-Westbaan nou wel of niet door, de strategie van de overheid, de complexe verhouding met een aantal omwonenden, de economische crisis. Martin Wolffs werkt sinds 1986 bij Maastricht Aachen Airport. „Die ups en downs waren niet gemakkelijk. Maar we hebben altijd volgehouden en langzamerhand begint het optimisme de boventoon te voeren.” Dat optimisme is ook te bespeuren bij Sjors Webers, manager security. „We hebben hier al veel meegemaakt. Tot en met mededelingen van de directie dat het vanwege de economische situatie zuiniger moest, inclusief het inleveren van een stukje loon. Ondanks alle tegenslagen zijn we er als één groep voor blijven gaan en daar ben ik best trots op. We doen er werkelijk alles aan om bijvoorbeeld het laatste toestel nog op tijd geladen te krijgen, zodat die voor sluitingstijd om 23 uur kan vertrekken. Goed voor de luchthaven, goed voor de omgeving.”
Kleinschalig
Het geloof in de toekomst leeft ook bij Bart van der Meer, ‘Onscene Commander’ bij de luchthavenbrandweer. „Zeker de laatste tijd zie je echt vooruitgang, zelfs in corona-tijd.” Het mooie aan MAA vindt hij dat het een relatief klein bedrijf is met een vriendelijk karakter. „Je komt overal en kent alle collega’s. Je kunt hier ook alles tegen iedereen zeggen.” Door dat kleinschalige karakter heeft Bart ook bijzondere ontmoetingen gehad. „Ik heb een keer gesproken met Sir Frank Williams, toen eigenaar van het legendarische Formule I-merk. Boeiende man.” Via wat omzwervingen, onder andere de brandweer, is Martin Wolffs nu Airport Authority Officer. „Het is een soort politie van de luchthaven. Wij zorgen voor orde en veiligheid.” Martin heeft een drukke baan maar gelukkig met de nodige afwisseling. Een van zijn taken is controleren of de start- en landingsbaan in goede staat is. Dat doet hij in zijn dienstauto, de ‘Airport One’. „Als het nodig is, verjagen we ook vogels van het terrein.” Martin en zijn team zijn ook verantwoordelijk voor het up to date houden van het calamiteitenplan. Dit calamiteitenplan kwam in november 2017 goed van pas: „Mijn avonddienst zat er bijna op. De laatste Boeing 747 had toestemming om te vertrekken, toen ik kort daarna twee zware knallen hoorde. Ik kon niet goed inschatten wat er was gebeurd en stuurde de brandweer aan om te gaan kijken. Uiteindelijk bleek dat de Boeing 747 naast de landingsbaan terecht was gekomen. Dan moet je snel en goed handelen want als je een melding maakt, komen de hulpdiensten uit de regio naar je toe met manschappen en voertuigen. Als je dan handelt volgens je eigen calamiteitenplan en alles verloopt goed, ben je trots”, stelt hij tevreden vast.
Springsteen en Rieu
Ook hij heeft zo zijn bijzondere momenten op MAA. „Ik sta twee keer op de foto met ‘The Boss’ Bruce Springsteen. Met André Rieu reed ik over het terrein op zoek naar zijn pianostemmer, die niet durfde te vliegen”, zegt Martin met een lach als hij eraan terugdenkt. „Ik zou wel een boek kunnen schrijven over alles wat ik hier al heb meegemaakt.” Stel het gaat onverhoopt mis op het vliegveld, dan staat Bart van der Meer met zijn team van de brandweer paraat. Hij werkt al bijna twintig jaar voor Maastricht Aachen Airport. Het is niet zo gek dat Bart daar werkt, zijn vader werkte ook bij de brandweer op het vliegveld en nam afscheid toen Bart begon. „Ik heb het met de paplepel ingegoten gekregen.” Bij calamiteiten stuurt Bart zijn ploeg aan. „Gelukkig komt dat niet vaak voor. Maar ondanks dat, is het nooit saai. Elke dag is er een oefening van twee uur. Dat loopt uiteen van voertuig- en terreinkennis tot communicatie.” In de tijd dat Bart begon bij MAA was brandweerman een soort bijbaan. Nu is dat wel anders. „Er zijn per dienst minimaal zeven brandweerlieden aanwezig die, als het vliegverkeer het toelaat, diverse andere afdelingen ondersteunen.” Bart kijkt trots naar de glimmende brandweervoertuigen die netjes naast elkaar staan opgesteld. Robuuster dan een gewone brandweerauto, omdat ze over het ruwe terrein moeten rijden. Zelf gebruikt Bart het vliegveld ook als hij op vakantie gaat. „Voor Spanje en Griekenland. Hier ben je zo van de incheckbalie, langs de douane bij de gate. Op een ander vliegveld moet je vaak nog een stuk lopen om alleen al bij je gate te komen.”
Corona
Als manager security is Sjors Webers verantwoordelijk voor de beveiliging. Voor Sjors is transport het boeiendste dat er bestaat. „De hele wereld heeft logistiek nodig. Het is heel belangrijk werk.” Dat merkte hij ook tijdens de coronacrisis. “Luchthavens en hun medewerkers behoren tot de vitale sectoren. Wij transporteren onder andere levensmiddelen en bijvoorbeeld medicijnen voor de zorg en gezondheid van mensen.” In 2005 begon Sjors bij Cargo Office als cargo controller en hij ziet zichzelf niet snel ergens anders werken. „De dynamiek is leuk. Het bedrijf is continu in beweging. Cargo Office bijvoorbeeld is onder andere verantwoordelijk voor een luchtwaardige verpakking van goederen. Hoe die verpakking uitziet, kan enorm verschillen per product. De ene dag ben je bezig met het transport van paarden en de volgende dag met zogenaamde ‘dangerous goods’.” Het mooiste aan het werk van Sjors zijn die unieke goederen. „Sommige waardevolle spullen zijn zo goed ingepakt dat je er niets van ziet. Maar wij hebben ook een keer een albino wallaby gehad. Die mocht niet verder omdat hij in een te klein hok vervoerd werd.” In de tijd dat Sjors op MAA werkt, heeft hij al aardig wat indrukwekkende vliegtuigen gezien. „Uiteraard de ‘Air Force One’, het vliegtuig waarmee de Amerikaanse president George Bush aankwam. Ik stond een paar meter bij dat toestel vandaan. Maar ook sommige privéjets maken indruk. Daar zit echt alles op en aan. Als je werkt tijdens de TEFAF, dan kijk je je ogen uit. Nee, ik verveel me hier niet.”