Recepties en carnaval
Terwijl de problemen in de grote wereld alleen maar erger werden, was er deze week toch ook nog ontspanning. In de studio’s van L1 merkte ik dat het carnaval er al vroeg staat aan te komen, overal slingers, ballonnen en hoempa-muziek. Ik kan er maar moeilijk aan wennen, ook al heb ik het als kind wel gevierd. Het zegt me nu weinig, maar dat heeft wellicht ook te maken met het feit dat ik ooit het carnaval in Rio de Janeiro mocht bezoeken. Mocht dat hier om de hoek liggen, dan zou ik daar elk jaar in februari te vinden zijn. Opzwepende muziek, prachtige praalwagens en inderdaad, een onophoudelijke optocht van prachtige, afgetrainde en schaars geklede dames. Ik heb er niet naast gekeken, laat ik niemand wat wijsmaken.
Opmerkelijk overigens was dat uiteraard alle versiertrucs daar door velen van beide geslachten werden toegepast, maar ondanks dat menige dame nagenoeg niet gekleed ging, zag je daar toch geen toestanden van aanrandingen en ander seksueel geweld. In Zuid-Amerika heerst weliswaar een macho-cultuur, maar van de andere kant wordt de vrouw als een soort kunstwerk van de natuur geadoreerd. Daar kan ik me wel in vinden. Niet toevallig dat miss-verkiezingen in landen als Venezuela, Colombia en Argentinië zo populair zijn.
Je zag wel veel politie daar bij het carnaval, maar die moesten vooral jacht maken op zakkenrollers, want die waren in ruime mate vertegenwoordigd, zo konden wij zelf ook merken. Zo kan ik me herinneren dat ik op straat ten dans werd gevraagd door een ware schone, maar al swingend trok die me iets te enthousiast naar de zijkant van de straat, richting een groepje mannen die ongetwijfeld eens wilden kijken wat deze buitenlander zoal in zijn zakken had steken. Maar gelukkig had ik het op tijd in de gaten en waren mijn vrienden in de buurt, dus konden we het vege lijf redden.
Maar goed, na Rio is het met mijn beleving van het carnaval in Limburg nooit meer helemaal goed gekomen, wat niet wil zeggen dat ik kan genieten van mensen die ik zie genieten van het carnaval. Prima. Maar laveloos volk hoef ik niet over me heen te krijgen, dat zie je trouwens in Rio niet.
Deze week heb ik ook nog enige nieuwjaarsrecepties bezocht en wat mij betreft is het seizoen nu wel gesloten, hoewel ze in België nog tot begin februari daarmee doorgaan. Voor mij was de opening de receptie in het gouvernement en daar tref je een hoop zakelijke relaties, dus dat is wel zo praktisch. In de massaliteit heb ik de catering aan mij voorbij laten gaan, ik heb nog geen cracker of een glas spa genomen. Als het moet, kan ik heel sober zijn. Maar ik zag wel dat de restaurants Tout à Fait en Manjefiek zorgden voor uitstekende gerechtjes en er werd gul wijn en bier geschonken. Zo hoort dat ook in gastvrij Limburg, ik vind dat geen verspilling van belastinggeld, integendeel.
Dezer dagen was ik nog op de receptie van cultureel Maastricht in het Bonnefanten en later op de avond op de receptie van VOKA in Hasselt, dat zijn de ondernemers van Belgisch Limburg. Het verschil was enorm, in kleding, in drank, in eten, in aankleding. Is zondagavond te zien in Limbourgeois op L1. In het Bonnefanten was het karig, al begrijp ik dat ook weer, want de cultuurbudgetten zijn mager, zeker in Maastricht waar de politiek wel erg weinig op heeft met cultuur. Niet handig voor een stad met internationale ambities. In Hasselt was het een receptie op z’n Belgisch. Champagne, mooie wijnen, oesters, mooie gerechten, mooie kostuums en jurken, muziek, dat alles voor zo’n 3.000 man. Dat ligt me dan toch beter. Maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat die Belgen het slim speelden: de gasten moesten gewoon betalen: 100 euro voor leden en 200 euro voor niet-leden. Reken maar uit.
Ik overweg sterk om volgend jaar januari zelf een nieuwjaarsreceptie te organiseren voor een paar duizend man, op deze leest geschoeid. Dan heb ik mijn accountant meteen aan het begin van het jaar al tevreden gesteld.
Jo Cortenraedt