Geen categorie

Na TV Limburg

Het doek voor TV Limburg is dan gevallen. De collega’s mogen daar nog tot en met 30 juni televisie maken, maar dan is het afgelopen. Na een verlies van 12 miljoen euro in de afgelopen jaren vond moederbedrijf Concentra in Hasselt het wel genoeg zo. Vooruitzichten op een verbetering van de cijfers waren er niet. En daarmee verdwijnt voorlopig ook een droom van dochterbedrijf Media Groep Limburg om meer multimediaal te worden, niet alleen kranten en online, maar ook televisie. Online delen ze trouwens met L1, de concurrent van TVL.

Echt verrassend is het nieuws in wezen niet. De commerciële zender had al tijden slechte kijkcijfers. En als je geen kijkers hebt, ben je ook niet interessant voor adverteerders. Als je dan ook nog moet opboksen tegen een publieke regionale zender die een serieuze bijdrage krijgt van de overheid, en veel betere kijkcijfers haalt, dan is dat niet te doen. Eigenlijk is het veel verrassender dat Concentra nog zo lang is doorgegaan en de zender destijds überhaupt heeft overgenomen.

Want naar mijn idee is er maar plaats van één televisiezender in een provincie. Niet dat ik voor monopolies ben, maar de markt is gewoon te klein voor twee. Dat Concentra in het begin gedacht heeft om van TVL in Nederlands Limburg een kopie te maken van TVL in Belgisch Limburg, ligt enerzijds voor de hand, maar is anderzijds toch te naïef geweest. Ik heb dat onze Belgische vrienden destijds en desgevraagd ook een keer zo gezegd. Maar goed, zij meenden dat het succes aan de Belgische kant van de grens vanzelfsprekend door te trekken zou zijn.

Nu is sowieso niet alles hetzelfde in Nederlands en Belgisch Limburg, ondanks de open grenzen, dezelfde taal enzovoorts. Er zijn wel degelijk cultuurverschillen. Maar het belangrijkste verschil is simpelweg dat TVL vanuit Hasselt een monopolie in de provincie heeft. In Nederlands Limburg was dat onmogelijk vanwege de aanwezigheid van L1. Dus in feite was TVL-NL naar mijn idee vanaf dag 1 een doodgeboren kindje, hoe spijtig het ook is voor de medewerkers die er nog zitten en nu naar een andere baan moeten zoeken.

Wie weet zullen die mensen nog proberen een doorstart te maken met zogeheten ‘geldschieters’, maar naar mijn idee is de kans dat zoiets kan slagen klein. Sowieso zijn er tegenwoordig maar weinig partijen die nog in dergelijke avonturen willen stappen. En nogmaals, de markt is gewoon te klein. Televisie maken is duur, daar heb je miljoenen voor nodig. Op eigen benen, zonder overheidsbijdrage, is dat in zo’n regio onbegonnen werk. In andere provincies in Nederland zie je ook geen twee zenders in dezelfde regio. Dat zal wel niet voor niks zijn.

Het lijkt me beter om met vereende krachten ervoor te zorgen dat de Limburgse regionale zender L1 voldoende onafhankelijk van Hilversum en Den Haag kan blijven. Het eerste deel van de nieuwe mediawet is helaas aangenomen en zorgt al voor fikse bezuinigingen bij de regionale zenders. Maar politiek kan er nog van alles gebeuren – er komt nog een tweede ronde – en misschien komen voldoende politieke partijen in Den Haag alsnog tot het inzicht dat ze van de regionale zenders af moeten blijven.

Waar ik helemaal een hekel aan heb, dat is het idee dat een stuk verantwoordelijkheid wordt gelegd in Hilversum. En dat van daaruit ‘meegedacht’ wordt aan de invulling van de programma’s in de regio. Dat gaat niet werken. Een regionale redactie weet veel beter wat er speelt. Ik was van 1981 tot 1997 correspondent voor het NOS-journaal in Limburg. Dat was in de tijd dat, als je met een camera op straat liep, je nog een bezienswaardigheid was. De samenwerking met Hilversum was prima en collegiaal. Vooral ook omdat ze mij beschouwden als een buitenlands correspondent. Ik was net nog niet Michel Maas in Indonesië, maar Limburg was in ieder geval ver weg. En dus had ik de vrijheid en vertrouwden ze mijn waarnemingen. Maar hoe aardig ze ook waren in het dagelijkse contact, ze hadden in feite echt geen idee wat zich in Limburg afspeelde en hoe ze dat moesten inschatten. Dat lieten ze toen dan aan mij over. Ik zou zeggen, houden zo. In dit geval niet aan mij, maar aan L1.

 

Jo Cortenraedt

 

Deel dit artikel:
Meer artikelen over:
Geen categorie

Gerelateerd nieuws