Melancholie in Verviers
Het feit dat de stad Verviers deze week het toneel werd van het internationale terrorisme, was extra schokkend omdat het zo dichtbij is. Het ligt op een kwartiertje rijden van de Zuid-Limburgse grens. En hoewel er twee terreurverdachten om het leven kwam, kun je gevoeglijk – gezien de informatie – ervan uitgaan dat er nog een aantal potentiële terroristen zitten. Immers, de naar schatting tien teruggekeerde Syrië-gangers die de stad zou tellen, hebben hun denkbeelden waarschijnlijk niet in het Midden-Oosten achtergelaten.
En er blijken ook heel wat Tsjetsjenen en Albanezen te wonen. Zonder alles over dezelfde kam te scheren, doorgaans komen deze bevolkingsgroepen – als ze tot hier zijn gereisd – ook niet in het nieuws met positieve zaken.
Verviers is niet alleen vlakbij, het is ook een stad waar ik goede herinneringen aan bewaar. Zeker aan Château Peltzer, waar we prachtige feesten hebben bijgewoond. Het kasteel stamt uit de tijd dat de stad welvarend was door de textielindustrie. De fabrieken rond Verviers en Pepinster zorgden voor veel werkgelegenheid. Textielbaron Peltzer liet een mooi kasteel bouwen in de heuvels aan de rand van de stad, tegenover het huidige ziekenhuis.
Maar met de textiel in Verviers ging het op een gegeven moment net zo bergafwaarts als met het staal in Luik. Import uit goedkope arbeidslanden deed deze industrieën hier de das om.
Nog meer dan Luik verpauperde Verviers. En dus ook Château Peltzer. Totdat de familie Thomas het enkele decennia geleden kocht en het prachtig renoveerde. Zo heb ik nergens mooiere toiletruimten gezien dan daar, met de mooiste marmer die te krijgen is. Het restaurant en de feestzalen met marmerenvloeren, grote kroonluchters en warme gordijnen, het was alleen al een feest om te zien.
Maar in 2012 ging de zaak failliet, het kasteel was prachtig maar had pakweg bij Genève, Nice of nog beter Hollywood moeten liggen. Niet Verviers in ieder geval, waar de stijlvolle herenhuizen door gebrekkig onderhoud staan te verpieteren, waar de winkels uitstralen dat de koopkracht hier ver te zoeken is.
Verviers ademt vooral melancholie uit. Ooit was het er mooi. Nu is het een en al droefenis. En blijkbaar trekt die atmosfeer veel verkeerd volk aan. Zeg maar gewoon criminelen. Want natuurlijk, het gaat naar hun eigen zeggen om religie en om de zuiverste leer. Het zal wel. Maar nuchter beschouwd gaat het toch vooral om het beramen van criminele acties zoals aanvallen op politiemensen. Dat daar dan een religieuze saus overheen wordt gegoten, moet het voor andere dwalende jongeren aantrekkelijk maken om zich aan te sluiten.
Ik lees dezer dagen dat de economische verpaupering van een stad als Verviers als een van de oorzaken wordt gezien van terrorisme en ‘radicalisering’. Ik begrijp uiteraard wel de link tussen het al of niet krijgen van kansen in de samenleving en de wijze hoe je je ontwikkelt. Maar als al degenen die het op een of andere manier maatschappelijk hier niet ‘gemaakt’ hebben, de wapens op gaan nemen om diezelfde maatschappij te bevechten, dan is het einde van de beschaving in zicht. Het is trouwens diezelfde samenleving die doorgaans wel zorgt voor een niet onaardige uitkering. Er zijn maar weinig landen in de wereld waar die voorziening überhaupt bestaat.
Zelfde groeide ik op in een arbeidersbuurt. Niemand had het er breed. Er werd geen honger geleden, maar dan had je het ook wel gehad. In vergelijking met de hedendaagse normen was het in feite armoede.
Toch leidde dat niet tot uitwassen van criminaliteit. Er was destijds – zo besefte ik als kind – toch iets van een moraal, ook al wist ik toen niet wat dat betekende. Een aantal zaken waren ‘not done’. Het ergste wat er kon gebeuren, was een knokpartij tijdens de jaarlijkse kermis. En dan was het dorp al te klein van ontzetting en schande.
Nee, wat dat betreft is de huidige maatschappij niet de goede kant op geschoven. Trouwens, of het met Château Peltzer ooit nog goed komt, weet ik ook niet. In 2012 ging het de verkoop in voor 4 miljoen euro, nu is de prijs gezakt naar minder dan de helft. Het zal toch niet zo zijn dat straks de Syrië-boys gaan dansen op de glimmende marmeren vloer, terwijl de kalasjnikovs in de wijnkelder worden opgeslagen.
Jo Cortenraedt