Limburgse conclusies uit Michelin
Limburgse conclusies uit Michelin
Dat de Michelin-gids qua status en invloed in de gastronomie nog niets van z’n waarde heeft verloren, bleek deze week weer bij de presentatie van de Nederlandse gids in Amsterdam. Helaas voor Maastricht was er de afgelopen maanden een sterke lobby vanuit de Amsterdamse horeca en toerisme, ondersteund door het stadsbestuur, om Michelin naar de hoofdstad van het land te lonken. Een verleiding waar Michael Ellis, de Amerikaanse algemeen directeur van de rode restaurantgids, geen nee tegen wilde zeggen. Want, zo zei hij, ‘Amsterdam is a great city’. En dat is het natuurlijk ook, en internationaal gezien nu eenmaal enige maten groter dan Maastricht.
Een beetje sneu is het misschien wel dat uitgerekend in Maastricht serieuze stappen zijn gezet om de presentaties van de gids meer publiek te maken. Daarmee werd de geheimzinnigheid voor een deel afgeschud. Sterker nog, de Maastrichtse aanpak gold op het hoofdkantoor in Parijs als hét voorbeeld van hoe het zou moeten.
Van de andere kant moet ook geconstateerd worden dat je in Amsterdam meer landelijke pers trekt dan in Maastricht, omdat menige redactie uit Amsterdam of Hilversum Limburg nog altijd beschouwt als de andere kant van de wereld.
Hoe dan ook, er waren behalve heel wat journalisten ook vele chefs. En de belangrijksten staken niet onder stoelen of banken: hoeveel gidsen, websites en blogs er ook bestaan in de wereld van de gastronomie, er is maar één gids echt leidend en dat is Michelin. Niet alleen omdat het een instituut is, maar ook omdat de gids die door de bandenfirma in vele landen wordt samengesteld, een resultaat is van vele bezoeken van full time inspecteurs. Bij alle andere gidsen en websites gaat het toch vooral om ‘liefhebbers’, mensen die houden van culinaire traktaties, maar daarnaast bijvoorbeeld tandarts zijn of notaris of schrijver of wijnhandelaar. Dat is het grote verschil.
Dus is een waardering door Michelin voor de meeste koks dan ook de kroon op het werk, zoals een vakdiploma. Al hoeft dat niet per se altijd meer omzet te betekenen, daar is meer voor nodig.
Nederland is inmiddels een volwassen land in de gastronomie, zo concludeerde hoofdinspecteur Werner Loens. Hij was vriendelijk voor Limburg in zijn commentaar, te zien en te horen in de uitzending van Limbourgeois dit weekeinde. Maar toch, eenvoudig rekenwerk leert dat er in Limburg de laatste jaren niks meer bij is gekomen aan sterren. En dat terwijl de sterren via Limburg ooit het land binnenkwamen. Hier was er al een Bourgondische cultuur, toen ze in de rest van het land bij wijze van spreken nog boerenkool met worst als het hoogste goed in de keuken beschouwden.
Maar de tijden zijn veranderd, de andere regio’s van Nederland hebben ons ingehaald, we zijn niet meer dé culinaire regio van Nederland, ook al roepen we dat nog wel.
Het wordt tijd dat de gevestigde orde van sterrenchefs in Limburg gezelschap krijgen van jonge talenten die er voor gaan, die ook aan de top willen. En waar nodig moeten die jonge gasten geholpen worden, zodat we niet verder wegzakken maar juist een tussensprint maken om zodoende weer in de kopgroep terecht te komen. Daar hebben we wel wat ideeën over. Daar kom ik tegen die tijd nog op terug.
Jo Cortenraedt