Het onkruid rukt op in Maastricht
Voor de grap zeg ik wel eens dat, als het op een gegeven moment niks meer zou worden met mijn werkzaamheden, ik nog altijd bij de plantsoenendienst kan gaan werken. Een beetje schoffelen is mij wel toevertrouwd en de tien verschillen tussen bloemen en onkruid kan ik gedecideerd benoemen en aanwijzen. Maar stel dat de situatie zich echt zou voordoen, dan zou ik nog een probleem hebben. Want ik vermoed dat ze in ieder geval in Maastricht de plantsoenendienst hebben opgedoekt.
Op de nodige plekken waar eerst fraaie bloemenperken te bewonderen vielen, en die door de gemeentelijke tuiniers met de seizoenen aangepast werden, staat nu het onkruid welig te tieren. Kennelijk heeft de gemeente besloten dat het te veel geld kost, die plantsoenendienst, en dat het budget naar andere posten moet worden overgeheveld. Soms zie ik nog wel wat mannen in oranje hesjes staan te harken en te schoffelen in iets wat nog een bloemenperk moet voorstellen, maar al gauw zie je dan dat dit geen ervaren tuiniers zijn, maar types die door de rechter gestuurd zijn in het kader van een of andere taakstraf. Je kunt meteen zien dat die mannen in heel andere zaken behendig zijn dan het onderhouden van een lieflijk perk. Er zijn nog stukjes ‘openbaar groen’ die redelijk verzorgd worden. Maar dat gebeurt tegenwoordig met dank aan sponsoren, die bijvoorbeeld een rotonde adopteren.
Daar waar er nog wel bloemen worden geplant en waar het onkruid nog enigszins verjaagd wordt met degelijk schoffelwerk, daar staan grote borden bij met de naam van het plaatselijke notariskantoor, de advocaat, de chocolatier en de makelaar. Meestal vier borden, zodat je de naam als automobilist niet kunt missen, van welke richting je ook komt. Op zich heb ik niks tegen sponsoring en de publiek-private samenwerking kan zo haar voordelen hebben. Maar in dit geval vind ik het toch een beetje armoedig. Niet zozeer vanwege die sponsoren, al vind ik de borden nogal groot (de bloemen staan er deels achter) en heeft de een ‘zijn’ of ‘haar’ rotonde beter op orde dan de ander. Maar gewoon het idee dat de gemeente het niet meer belangrijk vindt dat de stad mooi aangekleed wordt met bloemenperken, dat vind ik een beetje klein denken.
Nu kunt u zich afvragen, waar maakt die man zich druk om, bloemenperken en plantsoenen, zoiets burgerlijks. Nou, een stad hoort naar mijn idee te glanzen en te stralen. Met bloemen en fonteinen. Die zorgen voor een feestelijke, om niet te zeggen bruisende ambiance. En me dunkt, de bewoners betalen zich suf aan allerlei lokale belastingen, die ook nog eens jaarlijks veel sneller stijgen dan de index. Zoals de onroerend goed belasting bijvoorbeeld. Nou, dan mag je als burger ook verlangen dat het bestuur met dat geld zorgt voor een goed functionerende en schoongehouden stad; een versierde stad. In zuidelijke landen, waar de steden vaak minder budget hebben, hechten ze in het algemeen veel meer waarde aan bloemen langs de boulevards en op de rotondes.
In Cannes bijvoorbeeld waren tijdens het filmfestival de perken allemaal mooi verzorgd met fleurige leeuwenbekjes en petunia’s. Hier en daar werden ze weliswaar platgelopen door fotografen en fans, op zoek naar filmsterren, maar toch, de bloemen boden een plezierig contrast met de honderden zwaar bewapende politiemensen en militairen, die voor de veiligheid moesten zorgen. Er zijn mensen, vooral mannen, die bloemen maar tuttig vinden. Daar hoor ik niet bij. Bloemen horen naar mijn idee, samen met vrouwen, tot de mooiste creaties die de natuur heeft voortgebracht. De helaas te vroeg gestorven Belgische fotograaf Marc Lagrange maakte prachtige beelden van naakte vrouwen, heel stijlvol, als ode aan de schoonheid. En hij hield veel van bloemenpracht. Het gaat om de esthetische schoonheid.
Dat is geen tuttigheid maar kunst van de natuur. Niet voor niets zie je op TEFAF prachtige schilderijen van weelderige boeketten. Maastricht pretendeert ‘sjiek en sjoen’ te zijn en de stad heeft vanwege het historische karakter en de ligging aan de Maas inderdaad een behoorlijke mate van aantrekkelijkheid. Zo’n stad verdient het niet om te worden overwoekerd door onkruid.