Frankrijk Anno 2014
Eind september, begin oktober hebben mijn vrouw en ik twee weken vakantie aan de Côte d’Azur doorgebracht. Naar achteraf bleek, een zelfs voor Franse begrippen hectische periode, die begon met de laffe moord door IS van Hervé Gourdel. Halverwege de vakantie werd de Rhônedelta getroffen door de ergste overstromingen in vijftig jaar en de vakantie eindigde met de presentatie door de Franse regering van haar begroting 2015-2018.
Onwillekeurig dringt zich de vergelijking op met ons land, waarbij een aantal zaken me, in willekeurige volgorde, opviel. De morgen van onze aankomst in Nice was Frankrijk in shock door de brute moord op Hervé Gourdel, een volstrekt onschuldige berggids uit Nice die twee dagen ervoor door de terroristen van IS was opgepakt. De shock in Frankrijk was even groot als onze ervaring met het MH17 drama in de Oekraïne, evenals de hiermee gepaard gaande verontwaardiging. In de daarop volgende dagen trokken de Fransen met tienduizenden de straat op, verenigd ongeacht cultuur, afkomst of geloof, om te demonstreren tegen deze vorm van terrorisme. Meest gehoorde opmerking was ‘ce sont des bêtes’; Fransen zijn nu eenmaal expliciet in hun mening als het dit soort zaken betreft.
In Nice aangekomen, bleek het grootschalige infraproject waarbij de hele centrale as van het centrum verkeersvrij, duurzaam en groen wordt gemaakt, afgerond te zijn en omgetoverd in een futuristisch park met geweldige speelmogelijkheden voor de jeugd. Even een iets ander niveau dan de discussie een week ervoor in de gemeente Maastricht, waar de politiek zich afvroeg of de plantsoenen en pleinen uit bezuinigingsoogpunt niet eenvoudiger uitgevoerd dan wel verhuurd konden worden. Maar ja, al doende leert men, hoewel ik dat betwijfel!
En dan het onderwerp economie waarover u op deze pagina een mening van mij mag verwachten.
Bij de presentatie van haar begroting 2015-2018 gaat de Franse regering uit van een groei van 1% in 2015, oplopend tot 2% in 2018. Pas in 2018 bereikt Frankrijk met haar tekort de EMU-norm van 3% en de Franse staatsschuld bedraagt dit jaar ruim tweeduizend miljard euro (vanwege de vele nullen heb ik het bedrag uitgeschreven). Dat alles in een periode dat president Hollande op het laagste niveau ooit staat qua vertrouwen van de Franse bevolking en een oude bekende, Nicolas Sarkozy, zich warm loopt om de strijd met Hollande aan te gaan om het presidentschap.
In feite is in Frankrijk in versterkte mate hetzelfde aan de gang als in ons land. De gemiddelde werknemer in de bouw in Nederland houdt van een bruto salaris van €4600 nog €2300 netto over; voor de werkgever kost deze werknemer €7000. De collectieve lastendruk in ons land is zo hoog opgelopen, dat deze als een molensteen om de nek van de economische groei hangt. Slechts een structurele herziening van ons belastingstelsel, gepaard met een blijvende lastenverlichting voor bedrijven en burgers, en het aanzienlijk opschroeven van de overheidsinvesteringen in kennis, innovatie en infrastructuur biedt soelaas. Ook zal de overheid moeten nadenken over hoe om te gaan met een niet tegen te houden, verdergaande flexibilisering van de arbeidsmarkt.
Zo ver is men in Frankrijk nog lang niet. Het geld wordt daar gehaald door de prijs van de postzegels te verhogen en de nationale musea i.p.v. zes, zeven dagen per week open te stellen.
En de piloten van Air France krijgen het voor elkaar om nadat vrijwel al hun eisen ingewilligd zijn, vrolijk door te blijven staken in een sector waar de marges sowieso onder druk staan. Een verlies van tientallen miljoenen per dag zou zelfs Poetin met een boycot nooit voor elkaar krijgen.
Wim Weijnen, directeur Limburgse Werkgevers Vereniging