Een dagje Spa-Francorchamps
Een niet nader te benoemen Franse motorleverancier, die toevallig ook zo’n brullend exemplaar in de Red Bull-wagen van Max Verstappen stopt, was zo sympathiek ons met een enkele relaties uit te nodigen voor de VIP-box op het circuit van Spa-Francorchamps. En wel aan de achterkant van de pitstraat, daar waar coureurs pal na de finish en een bocht van 180 graden prachtig de heuvel (de Eau Rouge) op vliegen. Een schitterend gezicht. En misschien wel de beste plek van het circuit dat als mooiste op aarde bekend staat.
Dat is nog eens wat anders dan die saaie straten in Dubai of Singapore, waar ze het spannend moeten maken door de race ’s avonds te houden, met schijnwerpers op het circuit.
Nee, dan ‘ons’ eigen parcours in de heerlijke Ardennen. Glooiend en draaiend, een lust voor het oog.
Ik heb eens ooit de twijfelachtige eer gehad om in een Formule 2-wagen (G2), maar dan voor de gelegenheid eentje met een duozit achter de ‘chauffeur’, die hele rond mee te mogen rijden. Hoewel dat nog geen twee minuten duurt, waren het wel de langste minuten in mijn leven, qua beleving. En qua angst vooral. Ik dacht dat ik in een niet ophoudende 8-baan zat, en dat is toch al niet mijn favoriet onderdeel in een gemiddeld pretpark, dat ik in z’n geheel sowieso tracht te vermijden.
De piloot zei dat als ’t te snel ging, ik maar even op z’n help moest kloppen. Nou, dat deed ik onophoudelijk, de hele ronde lang, als of ik met een drumband op het bondsconcours speelde. Maar het hielp geen steek, ik stierf honderd doden.
Vanuit de VIP-box, met een koel glas champagne in de aanslag, is de racerij echter alleszins uit te houden. De mensen die ik gevraagd had mee te gaan en die stuk voor stuk zowat de hele wereld al gezien hadden, die hoefden zich geen seconde te bedenken om mee te gaan. Volwassen mannen worden langs zo’n circuit ineens weer jonge jongens, die dromend naar de voorbij scheurende bolides turen.
Het was allemaal goed georganiseerd op de vrijdag, een bewuste keuze, want dan heb je niet de megadrukte van de zondag. Geen file onderweg, en we waren zo op het circuit. En ook weer rap terug. Geen stress, alleen maar ontspanning. Met dan ook nog als toetje dat Max de snelste trainingstijd noteerde. Jawel, dan komt het nationale maar zeker ook het Limburgse gevoel toch naar boven, zo eenvoudig werkt dat. Op de vrijdag zaten er al duizenden Nederlanders op de tribunes om hem toe te juichten. Mooi gezicht.
Wat het ook gaat worden, met 50.000 Nederlanders bij de echte wedstrijd heeft Max mentaal al gewonnen. Het is – op zijn 18e – in feite al ‘zijn circuit’. Maar goed dat ze de tent enige jaren geleden weer geopend hebben. Want de Waalse Groenen ‘Ecolo’ hadden het voor die tijd klaargekregen om de Grand Prix vanwege het milieu weg te krijgen.
Enerzijds begrijpelijk want het is zeker een herrie en dat in zo’n mooi groen gebied. Maar ook de Groenen kwamen erachter dat het circuit wel het hele jaar door voor heel veel business en werkgelegenheid zorgt in de hele omgeving, en zo werden de regels gelukkig toch weer versoepeld.
Ik hou niet zo van kabaal, zeker niet als in het weekeinde al die motorrijders met hun hels lawaai door het heuvelland rijden. Nutteloos, blijf thuis of kom met de racefiets. Maar de Grand Prix van Francorchamps, dat is heilige grond. Daar mag het af en toe knallen.
Jo Cortenraedt