Au Revoir Tefaf
Het laatste weekeinde van de kunstbeurs TEFAF Maastricht is voor mij altijd een bijzondere gewaarwording. Maanden hebben we er naartoe gewerkt bij Chapeau, twee volle weken lang zijn we op de beursvloer geweest voor het dagelijkse TEFAF TV News, voor de ontvangsten in onze Limburgse stand, voor de distributie van ons magazine op de beurs en niet te vergeten voor het kijken naar de schitterende kunst, die als een tsunami over je heen komt.
Het voelt als een afscheid van iets moois, waarvan je gelukkig wel weet dat het er volgend jaar weer is. Nog even en dan maken de doorgaans smaakvol geklede gasten en standhouders plaats voor de mannen in werkkleding, die in een razendsnel tempo het tijdelijke museum afbreken. Het geluid van heftrucks en boormachines, de aanblik van verscheurd plastic en verwelkte bloemen. Een gevoel van tristesse, dat ik op de zondagavond dan met een goed glas rode wijn tracht weg te spoelen.
Vele dagen achter elkaar vertoefden we in een wereld die niet de werkelijke wereld is. Binnen in het MECC ben je tijdens TEFAF even op een andere planeet. Niet die van Wilders, de Krim, de veiligheidsconferentie in Den Haag. Jawel, er lopen veel bewakers rond en als de bezoekers weg zijn, zelfs met onvriendelijke honden.
Elke dag op een beurs, in een gebouw waar de lucht noodgedwongen niet erg vers is, dat is op zich geen pretje. Ook niet qua ritme. Maar doordat de beurshallen dan onherkenbaar zijn veranderd in het mooiste museum en er een collectie topkunst hangt, die onvoorstelbaar uitgebreid is (30.000 werken van grote kwaliteit), kom je in andere sferen. Je geest, je gevoel, je zweeft een beetje. En dat is in dit geval niet onprettig.
Het afscheid bereid ik voor als een piloot voor een landing. Je kunt een toestel dat hoog in de lucht hangt, niet in een paar minuten veilig op de grond zetten. Dus begin ik vanaf de vrijdagavond, na de zogeheten Farewell Drink (borrel voor de beursdeelnemers) aan een soort landingsprocedure voor mezelf. Geleidelijk aan probeer ik hoogte te verliezen. Op zaterdag ga ik wat korter naar de beurs, loop nog langs een aantal topstukken en ook langs een paar stands waar ik toch nog te weinig van gezien heb. Ik probeer dan wat meer daglicht mee te krijgen, dat ik al die tijd nagenoeg gemist heb, alsof ik een tijdje in de mijnen heb gezeten. Hoewel elke andere vergelijking met de mijnen hier gelukkig mank gaat. Een wandeling door de tuin moet vervolgens het zuurstofgebrek wat compenseren. En ondertussen kan ik dan waarnemen hoe de lente niet stil heeft gestaan tijdens de beurs.
’s Avonds ga ik meestal nog even de stad in, om toch weer iets te proeven van die geweldige internationale sfeer. En op de zondag nadert het afscheid dan razendsnel. Nog even naar de beurs, maar nog wat korter dan op de zaterdag, in het kader van het afkick-schema. Nog een paar rondjes, hier en daar een hand en ‘see you next year’.
Au revoir TEFAF. Volgend jaar staat ie er weer, alsof de beurs er altijd is. Maar dat zou geen leven zijn. Een droom is altijd gauw gedaan, ook al lijkt ie een eeuwigheid te duren.
Jo Cortenraedt