Afscheid van m’n slager
Het moet ongeveer 25 jaar zijn geweest, dat ik naar m’n vaste slager ging, pal over de grens. Een paar keer per maand toch wel. Je moest het adres weten, want al langs rijdend zou je nauwelijks een idee hebben dat daar een slagerswinkel gevestigd was.
Een piepkleine uitspanning, met een compacte koelvitrine en aan de voorkant plaats voor hooguit vier klanten. Met een beperkt assortiment en maar twee dagen open, op de vrijdag en zaterdag. De andere dagen deed hij de voorbereiding, want alle vleeswaren maakte hij zelf.
Niet echt klantvriendelijk zou je zeggen. Máár, de goede man heeft een koksopleiding achter de rug, jaren restaurantervaring en pas daarna slager. Biologische slager, dat wel en vol overtuiging. Alleen eigen beesten, ik ben zelf met hem gaan kijken. In een simpel houten rekje dan nog wat biologische spullen zoals wat wijn, noten en rijst.
Ook niet de goedkoopste slager, maar wel eentje met principes. En alles had smaak, veel smaak. En dat was wat voor mij telde.
Op de laatste zaterdag van deze maand zou hij gaan stoppen. Geen opvolging. Maar hij had een keurig pensioen opgebouwd. Plus nog zin in een nieuw leven. Een schildercursus, natuurwandelingen door de Ardennen, vissen, yoga en nog zo wat activiteiten.
Dit weekeinde had ik al in mijn gedachte wat ik wilde gaan koken, dus ging vrolijk naar de slager. Een van de laatste keren. Maar er brandde geen licht. De deur stond op een kiertje open. De koelvitrine was leeg. Her en der stonden poetsspullen. Hij verontschuldigde zich. Hij was al een week bezig om alles schoon te krijgen. Sinds de overstroming van het riviertje de’Berwinne’ oftewel ‘de Berwijn’. Bij hem in de zaak stond het water een meter hoog . Het vlees dreef rond in het modderwater.
Hij had besloten om nu maar meteen te stoppen met het bedrijf. Zijn machines waren door de modder beschadigd. En om voor een paar weken nog nieuwe te kopen, dat had geen zin. Op de verzekering wachten ook niet, die zijn nooit zo snel.
“Ja”, zegt ie. „Het einde van mijn zaak had ik me wel anders voorgesteld. Nu heb ik geen afscheid van mijn trouwe klanten kunnen men. Het lijkt wel de Titanic. Ineens kopje onder.”
Ik drukte hem ferm de hand en dankte hem voor al die jaren topkwaliteit. Hij wilde wat terugzeggen maar hij kon niet meer. Hij perste zijn lippen samen. Met een bemoedigende blik nam ik afscheid en liep de deur uit. Einde van een tijdperk van wederzijds vertrouwen.