Hoogste tijd dat Limburg Wijnland zijn marketing op orde brengt
Dat Limburg zich in rap tempo ontwikkelt tot een wijnland van formaat, is een gegeven waar eigenlijk niemand meer aan twijfelt. De vraag naar Limburgse wijn is nauwelijks bij te benen. Sommige wijnboeren hadden de wijnen van het oogstjaar 2020 al min of meer verkocht terwijl de druiven nog aan de stokken hingen. Een medewerkster van Thiessen Wijnkoopers, Nederlands oudste wijnhandel, vertrouwde me onlangs toe dat zo’n driekwart van de klanten die de winkel in de Maastrichtse binnenstad bezoeken vragen naar Limburgse wijn.
Jaren geleden zat ik op een mooie avond in het pittoreske centrum van Cagliari, de hoofdstad van Sardinië. Voor mijn neus stond een karaf met daarin een halve liter witte wijn. Uiteraard della regione. Een Oost-Europese bard, die – bij gebrek aan een Italiaanse tenor – bekende traditionele canzone ten gehore bracht, zorgde voor een bijna onnavolgbare Italiaanse sfeer.
Mijn blik op het menu werd plotseling onderbroken door een Engels stel dat had plaatsgenomen aan het tafeltje vlak naast me. In de mannelijke helft van het duo meende ik de Britse acteur Christopher Thimothy te herkennen, een grootheid die in de jaren ’80 op tv furore maakte als de ietwat schuchtere plattelandsdierenarts James Herriot in de onvolprezen NCRV-serie Alle schepsels groot en klein.
Toen de cameriere de bestelling op kwam nemen, en informeerde wat ze wilden drinken, zei ‘James’ dat hij heel graag wijn dronk, zolang die maar niet uit Italië kwam. Want Italiaanse wijn vond hij niet lekker. Terwijl ik van plaatsvervangende schaamte in mijn schulp kroop, zag ik de ober beleefd en quasi-begrijpend knikken.
Waarom moeten we in de meest bourgondische stad van Nederland nog altijd op zoveel plaatsen genoegen nemen met laffe ‘wijntjes’ uit verre oorden?
Nog geen twee minuten later kwam hij terug met een fles Australische wijn. Geen idee waar die vandaan kwam. Wellicht dat de eigenaar van het restaurant haar ooit cadeau had gekregen van een uit Down Under afkomstige gast, maar het nooit over zijn hart had kunnen verkrijgen haar te ontkurken. De rest van de avond werd ik gedreven door maar één verontwaardigde gedachte: hoe haalt iemand het in zijn hoofd om in deze wonderlijke omgeving niet te kiezen voor een mooie regionale wijn? Waarbij moet worden aangetekend dat je in verreweg de meeste gevallen eenvoudigweg geen keuze hebt.
Wat dit alles met onze eigen regionale wijn te maken heeft? Welnu: als ik in Limburg op een terrasje zit, verbaas ik me onophoudelijk over de kwaliteit van de ‘huiswijn’ die geschonken wordt. Vaak gaat het om ‘fabriekswijn’ bijvoorbeeld uit de Languedoc of Puglia. ‘Wijntjes’ die weliswaar goed zijn voor de omzet, maar op geen enkele manier een relatie hebben met onze eigen regio en al helemaal te ‘dom’ zijn om voor een ‘slimme’ huiswijn door te gaan.
Intussen vraag ik me in gemoede af: waar blijft het brede assortiment aan Limburgse wijnen op de Limburgse borrelkaarten? Waarom moeten we in de meest bourgondische stad van Nederland – nota bene in het hart van Europa – nog altijd op zoveel plaatsen genoegen nemen met laffe ‘wijntjes’ uit verre oorden?
Limburgse wijn is veel te duur om per glas te schenken, is een overweging die ik vaak hoor. Maar klopt die redenering wel? Waarom zou je op een terras in Limburg wel 5,50 euro betalen voor een acceptabele rosé uit de Provence en niet – ik noem maar een dwarsstraat – 7,50 euro voor een glas Apostelhoeve of Hoeve Nekum? Wijnliefhebbers die het kunnen betalen, hebben het er graag voor over; toeristen waar de Limburgse horeca het in belangrijke mate van moet hebben al helemaal.
Volgens mij ligt het antwoord voor de hand: veel horecaondernemers zijn nog altijd niet of nauwelijks op de hoogte van wat er leeft of speelt in Limburg Wijnland. En als ze het al weten, beschikken ze niet over de kennis – laat staan het enthousiasme of het juiste personeel – om het mooie spul ook aan de man te brengen. En hoezo te duur? Een mooi glas Limburgse wijn vormt al snel een opmaat naar een tweede, of zelfs een derde glas. Dat zoiets ook goed is voor de omzet, behoeft nauwelijks betoog.
Waarom regelen de Limburgse cafés en restaurants hun marketing niet beter als het op Limburgse wijnen aankomt? Zo verschrikkelijk moeilijk kan dat toch niet zijn? Het gekke is dat de krijtborden bij de Limburgse terrasjes doorgaans wél melding maken van de beschikbaarheid van (verse) Limburgse vlaai en Limburgs speciaalbier, maar nooit van de aanwezigheid van een ruim assortiment aan Limburgse wijn.
Waarom niet eens de met Limburgse vlaai geplaveide wegen verlaten en voortaan in levensgrote letters op de borden kalken: ‘Hier (verse) Limburgse wijn! Derde glas voor de helft van de prijs’! Succes verzekerd.