Geweldig drinken, eenvoudig eten

Wat maakt een wijn geweldig? Wat maakt eten eenvoudig? Dit is voor iedereen natuurlijk anders. Soms geniet ik het meest van een grootse en complexe wijn, in combinatie met iets eenvoudigs op het bord. De focus ligt op de wijn in het glas.

Nu vraagt u zich misschien af waar dit verhaal naar toe gaat of juist waar dit vandaan komt. Na een middag wandelen in het bos gaat er een speciale fles open. Een Vin Jaune van domein Fumey Chatelain.

Deze letterlijk vertaald ‘gele wijn’ wordt gemaakt in de Jura, een klein gebied gelegen tussen de Bourgogne en de Zwitserse grens. Gemaakt van het lokale druivenras savagnin, wordt deze meer dan 6 jaar op eikenhout gerijpt onder een laag van diverse levende gistcellen. Deze laag wordt lokaal ‘voile’ genoemd. De goede wijnboeren laten de terroir nog steeds spreken in het glas en uiteraard heeft zo’n lange biologische rijping veel invloed op de smaak.

Naast Fumey Chatelain is het zeker waard om eens een vin jaune van Jean-Francois Ganevat, Daniel Dugois of Bénédicte et Stéphane Tissot te proeven.

Terug naar het begin. Deze Vin Jaune van Fumey Chatelain is voor mij een geweldige wijn. De herkomst, druif, stijl en wijnboer (althans de vinificatie) zijn te proeven in het glas. Kracht en elegantie tegelijkertijd. De wijn ruikt naar rijpe appels, peren en gedroogde abrikoos. Bij dit fruit komt een fijne toets van hazelnoot en geschaafde amandel. Maar wat zou ik hier nu bij eten? Verrassing, het komt ook uit de Jura. Een goede en oude comté. Niks anders erbij; enkel kaas op het bord en wijn in het glas. Deze wijn heeft veel zuur, meer dan genoeg om het vet van de kaas op te vangen. Het notige karakter van de wijn pakt goed uit in combinatie met het boerse en ziltige karakter van comté.

Simpel? Zeker weten. Superlekker? Absoluut. Zo kan eenvoud op het bord extra genot van het glas wijn geven.