Een Italiaanse verrassing uit 1982
De meeste wijn die wordt geproduceerd in de wereld, is gemaakt om binnen één tot twee jaar op te drinken. Dan hebben we het vooral over massaproductie: wijnen die absoluut geen baat hebben bij zuurstof en die je vooral terugvindt in de supermarkt.
Kwaliteitswijn daarentegen – zowel wit als rood – kan baat hebben bij een aantal jaren in de kelder. Tenminste, als de kelder voldoet aan een aantal eisen. Zo moet deze een constante temperatuur hebben. Is dat niet het geval, dan kan de kurk krimpen, waardoor de wijn gaat oxideren of zelfs lekken. De ideale temperatuur voor een wijnkelder is overigens 12 tot 15 graden. Daarnaast moet het er donker zijn, want UV-straling kan wijn kapotmaken, én licht vochtig, zodat de kurk vochtig blijft. Zo makkelijk is het wegleggen van een fles wijn dus niet.
Dat heb ik zelf meermaals aan den lijve mogen ondervinden. Met grote regelmaat bewaar ik een fles wijn in mijn eigen wijnkelder. Jaren wacht je dan op het juiste moment om vervolgens vol verwachting een fles te openen en in veel van de gevallen teleurgesteld te worden. Zelfs als de omstandigheden in de kelder perfect zijn, kan zo’n experiment mislukken, simpelweg omdat de wijn niet geschikt is om lang te bewaren.
Maar voor elke teleurstelling zijn er ook de flessen wijn die na jaren in de kou nog steeds kunnen verbazen en verrassen. Zo had ik nog een fles Brunello di Montalcino liggen, van het wijnhuis Casanova di Neri. Een fles uit 1982, zowel in Bordeaux als Toscane een legendarisch wijnjaar. Goed om te weten is dat de betere producenten van Brunello erom bekendstaan wijnen te maken die goed kunnen ouderen, ze mogen zelfs pas vanaf het vijfde jaar na de oogst verkocht worden.
Van deze specifieke fles was de afvulling niet super en volgens de meeste bronnen was de ideale periode om deze wijn te drinken al heel lang voorbij. Mijn verwachtingen waren dan ook niet al te hoog. Sterker nog: ik verwachtte dat de wijn kapot zou zijn. Op het moment suprême zit ik met een paar vrienden, die al net zo gek zijn op wijn als ik, aan tafel. Bij het openmaken merk ik direct dat de kurk nog in topconditie is. Zou deze wijn dan toch nog goed zijn? We schenken voorzichtig in, ruiken en proeven. We zijn verbluft: dit is nog super om te drinken. Krachtig met smaken van paddenstoel, gedroogde tabak en op de achtergrond gedroogde aardbeien, pruim en wat rozijntjes.
Wat een verrassing! Een onverwacht, ontzettend mooi glas. Zo zie je maar: in de wereld van wijn ben je nooit uitgeleerd, nooit uitgeproefd en belooft elke nieuwe (of oude) fles de mogelijkheid om je volledig omver te blazen.