Werner Loens legt het anonieme masker af: Michelin-baas aan het einde van zijn carrière
Na 37 jaar trouwe dienst zwaait Brusselaar Werner Loens dit voorjaar af als hoofdinspecteur / directeur van Guide Michelin Benelux, meer bepaald de tak die zorgt voor de jaarlijkse roemruchte restaurantgids, die apart in Nederland en in België / Luxemburg tegenwoordig in digitale vorm (app) verschijnt. In een exclusief interview kijkt hij uitgebreid terug op zijn ervaringen door de jaren heen en geeft hij een kijkje in de keuken van de wereldwijd dominante ‘rode bijbel’, die voor veel chefs heilig is.
Negen lunches en diners per week, dat is de taak van een Michelin-inspecteur. Werner Loens (62), heeft dat meer dan twintig jaar gedaan. En de ruim zeventien jaren erna was hij directeur en hoofdinspecteur, tot dit voorjaar, nu hij met vervroegd pensioen gaat. ,,In die laatste periode at ik gemiddeld toch nog zo’n 140 keer per jaar op locatie, dat is nog altijd drie keer per week. Voor de rest bestudeerde ik vooral rapporten van mijn collega’s.“
Al die tijd moest Werner Loens anoniem blijven bij de restaurateurs om zodoende de objectiviteit te kunnen waarborgen, maar de laatste jaren werd dat steeds lastiger. De chefs hadden hem al vaker in z’n eentje aan tafel gezien, ook al reserveerde hij telkens onder een andere naam. Nu hij terugtreedt, hoeft de fotograaf hem in de Founders Bar achter Brasserie Harry’s in Hotel Beaumont, in Maastricht niet meer anoniem te maken. Zijn open geest en humor krijgen eindelijk de ruimte. Aan tafel heeft hij de menukaart snel doorgenomen, wijnadviezen van de attente sommelier neemt hij met plezier over.
Zó vaak uit eten, hoe pakt zo’n job uit voor de gezondheid?
„Ik begrijp dat veel mensen denken dat het een heel ongezonde baan is. Maar dat hangt ervan af. Ik moet zeggen dat mijn jongere collega’s in het algemeen nogal slank zijn. Dat was bij mij in het verleden niet zo. Ik had al wat kilo’s aan mijn lijf toen ik eraan begon en daar kwamen er nog wat bij, tot boven de honderd. Een paar jaar geleden heb ik rigoureuze maatregelen genomen om er vanaf te komen. En inderdaad, het is wel een verschil als je je kunt voortbewegen met veel minder kilo’s. Het ligt overigens ook aan jezelf. Want je kunt ook zeggen dat de inspecteurs juist gezond eten, want het zijn meestal topproducten die je in de goede restaurants krijgt, en geen vette hap. Al was dat in mijn beginjaren nog wel anders, de porties waren groter en de sauzen zwaarder.”