Midden in het groen: Brasserie Hoeve de Eik in de race voor publieksprijs ‘Terras van het Jaar 2025’
Op het zuidelijkste puntje van Nederland, verscholen in het Limburgse heuvellandschap, ligt Hoeve de Eik. Een bourgondische brasserie met panoramaterras en vakantieappartementen, omringd door niets anders dan groen. De zaak, in het dorpje Epen, wordt vol trots gerund door vriendinnen Nadine Vinken en Bo Keijenberg — en dat blijft niet onopgemerkt: ze staan in de top 5 van de publieksprijs Terras van het Jaar 2025.
„De ligging van ons terras is echt uniek,” zegt Bo vol trots. „Dit uitzicht vind je nergens anders: je kunt hier uitkijken over heel Limburg.’’
Brasserie Hoeve de Eik staat bekend om haar toegankelijke en gemoedelijke sfeer. Gasten komen van dichtbij en ver af. Niet alleen voor het prachtige, bijna on-Nederlandse, uitzicht, maar ook voor de uitgebreide borrelplanken en andere nieuwe lekkernijen op de kaart.
Wat het terras daarnaast bijzonder maakt, is het team dat er staat. „We zijn het meest trots op de samenwerking binnen ons bedrijf,” vertelt Bo. „Toen we twee jaar geleden als vriendinnen aan deze reis begonnen, wisten we niet hoe dat zou uitpakken. Dankzij ons personeel zijn we de afgelopen jaren gegroeid tot een drukbezochte plek. Momenteel wordt er hard gewerkt aan de vernieuwing van de appartementen, en zijn we volop aan het plannen om ook de brasserie in een nieuwe jas te steken.”
Rust staat centraal op het terras. Ook als het druk is, blijft de sfeer ontspannen en neemt het personeel echt de tijd voor de gast.
Dat de brasserie in Epen zoveel stemmen kreeg, was een verrassing. „Epen is maar een klein dorpje,” vertelt Bo. „Maar blijkbaar is ons bereik groter dan we dachten.”
Deze stemronde is gesloten. De winnaar worden 24 april bekend gemaakt.
Dit jaar is bovendien een bijzonder jaar: het familiebedrijf bestaat precies 100 jaar. „Wat zou het mooi zijn om dat jubileum te vieren met de titel ‘Terras van het Jaar 2025’. Een eeuw vol verhalen, een toekomst vol beleving. — dat is waar deze plek voor staat.’’
