Voor de laatste keer een ‘sapke’ bij Figaro in Hasselt
Wat zijn grootste wens was? Dat hij nog heel lang verder mocht gaan, in een goede gezondheid. ,,Mijn energie is nog lang niet op”, verzekerde de grote Hasseltse chef Jacques Colemont mij toen ik hem ruim twee jaar geleden opzocht in verband met de 50ste verjaardag van zijn gerenommeerde restaurant Figaro.
De prachtige witte villa, waar iedereen zich altijd onmiddellijk thuis voelde zodra hij ook maar één voet over de drempel had gezet, lag te schitteren in de zon. Colemont was er zeker van, verzekerde hij me bij een ‘sapke’ – lees: een glas champagne van zijn favoriete champagneboer Claude Penot –, deze gelukzaligheid nog jaren vast te houden. Mét heel veel mooie sapkes, dat was zijn grote droom.
Tijdens mijn carrière als verslaggever ben ik maar weinig chefs tegengekomen de mij net zo inspireerden als deze immer goedlachse en altijd vriendelijke chef, die bovendien een wandelende culinaire encyclopedie is. Toen hij in maart dit jaar bekendmaakte dat hij het per 1 juli voor gezien zou houden, kwam dat voor mij persoonlijk als een schok.
Ik was lang niet de enige. Ik ken in mijn omgeving diverse mensen die net zo verbijsterd waren als ik toen ze vernamen dat het einde voor het gastronomische instituut Figaro nu toch echt nakende was. Maar ja, als je 75 jaar bent en ruim zestig jaar met veel plezier in de pannen hebt geroerd, is het natuurlijk volkomen logisch dat je er als chef een keer een punt achter zet.
Onmiddellijk na de bekendmaking van het nieuws ontstond er een stormloop op het digitale reserveringssysteem van het restaurant. Kennelijk wilde geen enkele van de trouwe fans zich de kans laten ontnemen om nog een keer de benen onder de tafel te kunnen schuiven in het chique restaurant in een buitenwijk van Hasselt. Dat gold ook voor mij. Herhaalde pogingen een tafeltje voor twee te reserveren, leverden helaas niets op.
Ik vertelde het terloops tegen een zakelijke relatie die ‘van het leven genieten’ tot ware kunst verheven heeft. Een paar weken geleden nodigde hij mij uit voor een zaterdaglunch. Waar zijn mooie auto ons naar toe zou brengen, wilde hij bij wijze van verrassing nog even in het midden laten, maar het zal inmiddels duidelijk zijn.
Ik leerde Jacques Colemont vele jaren geleden kennen. Ik interviewde hem naar aanleiding van het feit dat hij zich, na een stage bij het legendarische Catalaanse driesterrenrestaurant El Bulli, als eerste in de wijde omtrek de kunst van het moleculair koken had eigengemaakt. Het viel in goede aarde. Vanuit heel België reisden lekkerbekken af naar Hasselt om het resultaat te kunnen proeven.
Ik herinner me een voorgerecht dat sprekend leek op een zorgvuldig zachtgekookt ei, maar zodra je er met een vork inprikte en er een hapje van nam, proefde je iets anders. Zo ging het die middag maar door. Het sluitstuk was een sigaar die werd geserveerd op een asbak. Ook in dit geval bleek de schijn een bedrieger van formaat: het bleek in werkelijkheid een ongelooflijk spannend dessert met het zoete aroma van tabak.
Heel lang zou de sympathieke chef zijn in vloeibare stikstof gedompelde avontuur niet volhouden. Op een zeker moment had hij het wel gezien en keerde hij terug naar zijn culinaire roots: de klassieke Franse keuken, met hier en daar een hedendaagse twist.
Eten in een van de gerenommeerdste Belgische restaurants op de voorlaatste dag van zijn ruim tweeënvijftigjarig bestaan. Het werd een waar feest, zelfs al moesten we vanwege de overweldigde belangstelling veel langer dan gebruikelijk wachten op ons voorgerecht: een ingenieuze combinatie van nieuwe haring en kreeft, gevolgd door kalf met ris de veau en paddenstoelen en tot slot een licht soepje van vers zomerfruit. De wijnkaart, met daarop veel grote, klassieke wijnen uit lang vervlogen jaren tegen uiterst bescheiden prijzen, deed de rest.
Nooit meer inspirerende gesprekken op een prachtige locatie in een buitenwijk van Hasselt, nooit meer vechten om een tafeltje. Wie vandaag de site van restaurant Figaro bezoekt wordt nog slecht getrakteerd op een warm afscheidswoord. ,,Meer dan een halve eeuw kookplezier, warme vriendschap, appreciatie, aanmoediging, knuffels na de service, onvergetelijke gesprekken. Dat kregen wij allemaal van u, lieve gast, beste vriend. U stimuleerde ons om het beste in onszelf te ontdekken, u gaf telkens weer zin aan wat we deden. U verschafte ons zoveel herinneringen om te koesteren. Duizend en-een-maal dank, moge het u goed gaan!”
Merci chef! Dank voor alle mooie verhalen. Ga lekker genieten in Frankrijk en vergeet niet om geregeld een ‘sapke’ te drinken.



