Hoe je met een eenvoudige truc de Tripadvisors van deze wereld overbodig maakt
Soms heb ik in professioneel opzicht voor enkele dagen een ‘ander behangetje’ nodig. Bijvoorbeeld op momenten dat mijn inspiratie even niet doet wat ik van haar verwacht. Ik wijk dan graag uit naar het buitenland om vandaaruit te werken aan de diverse projecten waar ik mee bezig ben. Een van de eerste dingen die ik doe nadat ik mijn spullen heb gedropt in mijn hotel of appartement, is de stad afstruinen op zoek naar leuke eetadresjes, die mijn verdere verblijf al op voorhand tot een succes maken. Werk, maar wel leuk werk, zou je kunnen zeggen.
Zo’n speurtocht door onbekende straten – verbazend vaak zijn het kleine steegjes – is op zichzelf al een inspirerende bezigheid. Je bent – in de goede zin des woords – overgeleverd aan je eigen indrukken en je eigen voorkeuren, waardoor je niet alleen een vreemde stad leert kennen, maar je ook nog eens veel tijd bespaart.
Al jaren constateer ik dat het – ondanks de Tripadvisors van deze wereld – nagenoeg ondoenlijk is om online de juiste tips te vinden. Dat wil zeggen: nuttige tips, die me in een voor mij nieuwe, vreemde omgeving op plekken brengen waar ik graag wil zijn. In mijn geval zijn dat restaurants en andere eetgelegenheden die eigenlijk alleen bekend zijn bij de locals, al was het maar omdat ze niet – of heel lastig – op internet te vinden zijn. Je zou zeggen dat zoiets niet meer bestaat, maar de werkelijkheid is anders. Door zelf op zoek te gaan en je neus te volgen – in dit geval zowel figuurlijk als letterlijk – ben je niet alleen verzekerd van een onvergetelijke culinaire ervaring; je leert er als je goed om je heen kijkt ook het nodige over de plaatselijke gebruiken. Een van de vele mooie extraatjes die je vaak krijgt, is dat het bedienend personeel zich zo vereerd voelt dat je voor een tweede of derde keer komt, dat je op alle mogelijke manieren in de watten wordt gelegd.
Een kleine maand geleden werkte ik een dikke week vanuit de Zuid-Portugese stad Faro, een kleine, gemoedelijke stad die zich in niets laat vergelijken met de metropolen waar ik doorgaans graag vertoef. Ook hier is mijn ervaring tot nu toe dat als je ergens twee keer bent geweest, je wordt behandeld als een vaste gast. Zo ook in 2 Irmãos, een traditioneel Portugees restaurant met een uitstekende keuken op een verder weinig zeggend pleintje aan de rand van de binnenstad, waar ik voor de vierde keer binnen korte tijd was neergestreken.
Toen ik aan het einde van de maaltijd – geheel tegen mijn gewoonte in – geen digestiefje bij de koffie had besteld, merkte de vriendelijke ober op dat dat eigenlijk niet kon. Even later kwam hij opnieuw naar mijn tafeltje gelopen. Dit keer met een dienblad, met daarop een cognacglas en een groene fles met onbestemde inhoud en een verweerd etiket. Het bleek een Portugese ‘brandy’ te zijn uit 1919. Het kostelijke – en ongetwijfeld ook kostbare – drankje, afkomstig uit een kast met tientallen oude digestieven, zo leerde ik later – werd mij aangeboden door het huis. Een fantastische geste, waarvan je zou vermoeden dat die het op bijvoorbeeld op Tripadvisor goed zou doen, al is de kans groot dat mijn positieve bevinding totaal verloren gaat tussen de miljoenen posts van anderen.
Het zal inmiddels duidelijk zijn: ik ga liever af op mijn eigen oordeel dan op Tripadvisor, waar het wemelt van de amateurrecensenten die kennelijk zo weinig zijn gewend, dat ze zaken waar ze kleffe hamburgers serveren met overduidelijk in de magnetron opgewarmde frietjes met het grootste gemak van de wereld de hoogst mogelijke score bezorgen. Dit nog los gezien van het feit dat het genoemde platform zelf ook regelmatig de conclusie trekt dat veel van de geboden informatie niet blijkt te kloppen.
Toch hoef je niet altijd zelf opnieuw het wiel uit te vinden. Eigenlijk is het vinden van topadresjes, ook in een stad die je niet kent, heel gemakkelijk: je posteert je tegen de klok van één uur ’s middags in de buurt van een bank, in dit geval Banco Santander, of een overheidsgebouw, en wacht rustig af tot de medewerkers naar buiten komen. Je kunt ze heel gemakkelijk onderscheiden van klanten of burgers. Door de manier waarop ze zich kleden, maar ook door de doelgerichte tred waarmee ze zich richting uitgebreide lunch begeven. Je hoeft ze maar achterna te lopen en het is raak: ze brengen je regelrecht naar piepkleine restaurantjes die niet onmiddellijk als zodanig herkenbaar zijn, maar desondanks fungeren als eetadresjes waar de lokale ambtenarij graag de benen onder de tafeltjes schuift. Uiteraard niet dan nadat de vitrine met kraakverse vis en ander zeebanket aan een grondige inspectie is onderworpen. Wat een bezoekje aan een dergelijk huiskamerrestaurantje – waar je ook als niet-ingezetene van harte welkom bent; zelfs al spreek je de taal niet – extra leuk maakt, is dat je moeite moet doen om een goede fles wijn te vinden die meer dan 12 euro kost.
Of de door mij beproefde methode ook op andere plekken werkt, weet ik niet. Mocht het wel werken, dan kan ik met trots zeggen dat ik voor de ideale zoektocht naar de juiste restaurants een methode heb gevonden, die het reusachtige en oppermachtige Tripadvisor en zijn soortgenoten overbodig maakt.