Limburgse horeca moet investeren in eigen kracht
,,Jullie Limburgers hebben het allemaal”, zei laatst een collega uit de Randstad tegen mij. ,,De mensen zijn vriendelijker en charmant, de steden zijn romantisch, de heuvels zijn adembenemend en jullie horeca is klassiek en gastvrij. Het probleem is dat de ontwikkeling van jullie provincie blijft hangen in de vele commissies en praatgroepjes die jullie zo graag oprichten.”
Erg geloofwaardig vond ik deze collega niet, vooral omdat hij een glas melk dronk tijdens onze lunch, maar dat terzijde. Toch vond ik dat hij ergens een punt had. In de afgelopen jaren zijn er veel commissies, praatgroepen en besturen opgezet om Limburg en zijn producten te promoten en om de provincie te ontwikkelen. Naar mijn mening speelt de horeca in deze ontwikkeling een van de grootste rollen.
Limburg is op zoek naar een nieuwe identiteit op het vlak van toerisme. Zoals mijn collega Jo Cortenraedt al aangaf in zijn zaterdagblog presenteerde VVV Zuid-Limburg op haar nieuwjaarsreceptie nieuwe plannen om buitenlandse toeristen naar Limburg te lokken, waarbij het Limburgs Cultureel Erfgoed nieuw leven moet worden ingeblazen. Een op marktonderzoeken gebaseerde promotie, of weer een zoveelste commissie met een ‘ludiek’ plan?
Want wat hebben de vele praatgroepen en commissies ons tot nu toe gebracht? Als ik op horecagebied nadenk herinner ik me zo snel een klaprozenpad langs verschillende hotels waar verdwaalde wandelaars om de paar kilometer een eenzame klaproos terugvonden, het Mergellandhoen, en een over het paard getild Livar-varken dat op elke menukaart terug te vinden is. En dan heb ik het nog niet eens gehad over het initiatief ‘Met Fruit erop uit’, waarbij kinderen bij een foodtruck hoorntjes met fruit kunnen halen.
Naar mijn mening moet de Limburgse Horeca meer investeren in datgene wat onze provincie al lang en breed heeft: de authentieke ambachtelijkheid en gastvrijheid waar we zo bekend om staan. Storytelling bij nieuwe concepten is hierbij van groot belang. Toeristen en gasten worden aangetrokken door een beleving. Kijk als voorbeeld naar Het Hijgend Hert, de enige berghut van Nederland. Uniek, Limburgs en het puilt er uit van de mensen!
Een goed voorbeeld van storytelling van een Limburgse ambacht is de minidocumentaire van Patisserie Peter Lemmens. Daarin vertelt Vivianne Lemmens over de bakkerij uit Gronsveld en hoe Peter Lemmens de ambitie had om met meer filialen uit te breiden naar het noorden. ‘Es get good lup, wil se ‘r mier van’ (‘Als iets goed loopt, wil je er meer van’). Dat een typisch ambachtelijk Limburgs bedrijf als dat van Peter Lemmens goed zou lopen in het noorden werd voor mij laatste weer eens bevestigd toen een Limburgse collega ons hotel in Amsterdam bezocht met een vlaai van Lemmens. De ‘Hollanders’ waren er ondersteboven van. ,,Zo lekker, dat kan alleen door Limburgers zijn gemaakt.”
Hotels moeten ook een beleving brengen voor de toeristen. Viersterrenhotels zoals Château St. Gerlach weten wel hoe dit moet, maar ook de kleinere hotels in Valkenburg, Epen en Vaals moeten aan de bak. Haal die roze rokken en groene, in een waaier gevouwen servetten van tafel en breng de identiteit van de Limburgse gerechten in lijn met de huidige trends.
Ook Limburgse hotels moeten op hun manier kunnen concurreren met de huidige concepten die draaien rond fashion, authentiek design, beter en gezonder leven of pronken met hun eigen identiteit of locatie. Een goed voorbeeld is het Kruisherenhotel in Maastricht dat bij het binnenlopen door de koperen ingang al een beleving is of het nieuwe concept van het QO hotel in Amsterdam dat volledig is gericht op een duurzaam verblijf gericht op de wereld om ons heen.
Wat ik hiermee wil zeggen is dat de horeca een belangrijk aspect is in het ontwikkelen van een nieuw toeristisch Limburg. Gasten gaan na een re-branding van het Drielandenpunt echt niet enthousiast de heuvel beklimmen als ze te weten komen wat voor horeca er zich nu op de top van de Vaalserberg bevindt.
Bij een nieuw plan voor het aantrekken van toeristen moeten we goed beseffen wat de sterktes van Limburg zijn en ons niet concentreren op de zwaktes. De tijd dat er bussen met Duitsers Valkenburgse hotels binnenstromen is voorbij. Denk aan wat de Nederlanders altijd zeggen: ,,Het is net of je in het buitenland bent. Een stukje Frankrijk in eigen land.” En dat moeten we uitbuiten!