Keuzestress tussen de Limburgse wijnranken
Wijnarrangementen. Ik heb er hoegenaamd niets mee. Zeker niet als het begrip voorafgegaan wordt door het woord ‘bijpassend’. Of een wijn écht past bij een gerecht, is afhankelijk van talloze factoren en zeker niet alleen van het oordeel van de wijnschenker van dienst. Niet alleen de smaak van het eten, de gebruikte kruiden en de sauzen zijn bepalend, ook het weer kan een voorname rol spelen bij de vraag of een bepaalde combinatie passend is of niet. Datzelfde geldt voor de stemming waarin je verkeert en uiteraard je gezelschap.
Soms ligt het nog veel eenvoudiger. De ene keer heb je zin in wit, de andere keer in rood. Zet je schroom opzij en kies gewoon iets wat je lekker lijkt. Probeer bijvoorbeeld eens een niet al te zware rode wijn bij vis of een stevige witte bourgogne bij een wat zwaarder stuk vlees of gevogelte, een volgorde van schenken die in het geval van wijnarrangementen eigenlijk nooit tegenkomt. Maak je het al te bont door je keuze van de wijnkaart te laten vallen op iets wat echt niet kan, kan de ervaren sommelier nog altijd diplomatiek ingrijpen. Overigens denkt de sommelier heel graag met je mee. Het houdt zijn vak uitdagend en afwisselend.
Natuurlijk worden al die ‘passende arrangementen’ niet voor niets in het leven geroepen. Zo kunnen ze de niet al te ervaren wijndrinker immers helpen een aanvaardbare keuze te maken. Toch verdwijnt met al die arrangementen een belangrijk stukje culinaire educatie. Het van tijd tot tijd bestuderen van een wijnkaart leidt tot inzichten waar je de rest van je leven je voordeel mee kunt doen. Bovendien: hoe jonger je ermee begint, des te meer je ervan leert.
Met mijn stellige overtuiging dat wijnarrangementen lang niet altijd even optimaal zijn, laad ik overigens wel een behoorlijke verantwoordelijkheid op me. Bijna altijd als ik in gezelschap uit eten ga, word ik geacht een keuze te maken. Wat ik overigens maar al te graag doe.
Er zit echter één belangrijk nadeel aan vast: een wijnarrangement naast je neerleggen (en dus een in alle rust door het team gemaakte keuze) leidt al snel tot keuzestress: altijd als ik een uitgebreide wijnkaart in mijn handen krijg geduwd, voelt het selecteren van de ‘juiste kandidaten’ als het maken van een lastig examen.
‘Heeft iemand een pen voor me?’, vroeg ik afgelopen week aan de vier personen die samen met mij te gast waren in de succesvolle culinaire pop-upformule Wijnrestaurant op het Land in Voerendaal. Ik had zojuist de acht pagina’s tellende – op stevig papier gedrukte – menukaart in mijn handen gedrukt gekregen. Behalve van landeigenaar en ‘gastheer’ Ruud Verstegen, van wie het volledige gamma geschonken werd, waren alle belangrijke Limburgse wijndomeinen (plus een uit het Belgische Dinant) er met één van hun wijnen opgenomen.
Waarom ik een pen nodig had? Nou, gewoon: om alvast – krassend en strepend – een voorselectie te kunnen maken. En er tevens zeker van te zijn dat ik de plank niet mis zou slaan. Niet zozeer omdat ‘een foute’ keuze voor de hand lag, eerder omdat dit een uitgelezen kans was mijn gezelschap – inclusief twee bons vivants uit België – te laten zien wat voor moois Limburg tegenwoordig in het vat heeft zitten.
Niemand had een pen. Dus moest ik zonder enige aantekening mijn keuze zien te maken. Ietwat nerveus liet ik mijn blik over de lijst met ruim veertig Limburgse referenties glijden, waarvan het ik overgrote merendeel de afgelopen jaren heb gedronken of geproefd.
Met een glas Vonkeltje Vriendschap – een vrij strakke, ‘champagneachtige’ riesling brut – onder handbereik, probeerde ik me een voorstelling te maken van de smaaksensaties die we aanstonds zouden gaan beleven. Een gemakkelijke opgave was het niet. De leden van mijn gezelschap vertrouwden weliswaar volledig op mijn ‘deskundigheid’. Maar zouden zij mijn smaak – en daarmee mijn gemoedstoestand – ook delen?
Gelukkig viel het allemaal mee. De Pinot Blanc 2021 van Wijndomein Aldeneyck uit Maaseik vormde een gouden combinatie met de creatie van Kuusj, filet van Limburgs scharrelvarken, met mosterd, spitskool en aardappel. Toch had een soepele, rode pinot noir ook heel goed gekund. Net als misschien wel twintig andere wijnen op de – op de keper beschouwd – nog alleszins overzichtelijke wijnkaart.
Ook de twee andere keuzes die ik na zorgvuldig wikken en wegen maakte, doorstonden de toets der kritiek met glans: van de Pinot Noir Rosé 2020 van Wijndomein Stokhem in Wijlre werd het stukje zalmforel met venkel bijna zichtbaar blij. De Cabernet Dorsa 2017 van Château Bon Baron uit Sorinnes (Dinant) – een wijn van syrah-achtige allure en by far mijn grootste wijnrevelatie van dit jaar – deed het dan weer uitstekend bij zowel het zacht gegaarde vlees van Blanc Bleu Belge, als bij de door een perfect stukje krokante polenta vergezelde eendenborstfilet met een saus van braam.
Wat een prachtig en leerzaam avontuur daar tussen de volop uitdijende wijnranken in Voerendaal. Eén ding lijkt zeker: er staat Limburg de komende jaren nog heel veel moois te wachten. Waarmee de keuzestress dus alleen maar toeneemt.
Bij het afrekenen viel mijn oog op een bak met pennen. De subtiele wraak van een gedreven sommelier op een eigenwijze gast?