De rivaliteit in de Champagne
Champagne kennen we allemaal, in Nederland wordt het steevast op oudjaarsavond geschonken, maar wordt het vooral in menig goed restaurant per glas geserveerd, in combinatie met een uitgebreide selectie per fles.
Dit terwijl de concurrentie voor champagne groot is. Denk aan Franciacorta uit Italië, cava/Corpinnat uit Spanje, verschillende Duitse en Oostenrijkse sekts en de verschillende crémants uit diverse Franse streken. Daarnaast hebben wij in Limburg lokaal nog veel wijnmakers die goede mousserende wijn produceren, maar ook een land als Engeland heeft geweldige voorbeelden.
Ondanks deze concurrentie weet Champagne zich in de markt te blijven positioneren als dé mousserende wijn. Dit komt vooral omdat ze zeer goede mousserende wijnen maken en geweldig zijn in hun marketingcampagnes. De meeste wijn die we drinken wordt gemaakt van druiven uit één oogstjaar. In de Champagne is het juist andersom, we drinken vooral champagne gemaakt uit meerdere oogstjaren. Hierdoor kunnen wijnmakers elk jaar zeer constant produceren en zijn ze minder afhankelijk van één oogstjaar. Alleen in de beste jaren wordt vintage champagne gemaakt.
De grote huizen domineren al jaren de markt en zijn internationaal zeer goed vertegenwoordigd. De meeste grotere champagnehuizen zijn négociant manipulant. Dit type producent is één van de zeven soorten champagneproducenten en verreweg de grootste. Deze wijnhuizen hebben soms veel wijngaarden, maar soms juist helemaal geen eigen wijngaarden, wat betekent dat het fruit van (meestal erg veel) verschillende druivenboeren wordt gekocht. Een ander soort producent, waarvan we er steeds meer zien, is de récoltant manipulant, een champagnemaker die zijn eigen druiven produceert. Doordat steeds meer boeren ervoor kiezen om zelf champagne te gaan maken en minder of geen fruit meer aan de huizen te verkopen, zien we een opkomst van dit type producent. Doordat deze boeren vaak geen grote reserves hebben om uit te putten, zijn de champagnes die zij produceren grotendeels uit één jaar. Hierbij zien we ook een toename van het gebruik van champagnes uit één wijngaard – om terroir van de desbetreffende in de champagne te laten zien – en niet altijd te blenden.
Doordat deze ‘nieuwe’ wijnmakers op de markt meer zelf produceren, is er ook minder fruit voor de négociants om te kopen. De markt is opgeschud door kleine boeren die zeer goede champagnes maken. Zijn ze persé goedkoop? Nee, hoewel de kleinere boeren veel minder geld in marketing hoeven te stoppen, waardoor ze hun producten vaak tegen wat scherpere prijzen kunnen aanbieden. Zijn veel champagnes héél erg goed? Ja. De concurrentie in de Champagne zelf is denk ik is nog nooit zo groot geweest.
Goede wijnboeren van wie het zeker waard is om hun champagne te proberen, zijn bijvoorbeeld: Person, Rémi Leroy, Sylvie Moreau, Maurice Choppin en Jules Brochet. Dit is een kleine selectie waar ik afgelopen jaar erg van onder de indruk was, heb mogen proeven en ook mogen bezoeken. De grote merken hebben complete tourprogramma’s voor bezoekers en toeristen, bij de kleine boeren gaat het er wat persoonlijker aan toe.