Bienvenues-Bâtard-Montrachet met bitterballen
Velen waren ervan op de hoogte dat hij alweer een hele tijd met zijn gezondheid sukkelde, maar toch kwam het verscheiden van de grote Maastrichtse ‘bourgognefilosoof’ Henri Vojacek (hij overleed de afgelopen week op 81-jarige leeftijd) voor mij geheel onverwacht. In mijn gedachten leeft hij voort. Denkend aan Vojacek, zie ik een grote ranke wijncauseur, die met zijn enorme handen de ene na de andere grote bourgogne opentrekt en je bij elke slok verder meezuigt in een schitterend verhaal.
Ik zal Henri Vojacek vooral ook blijven herinneren als de man die mij op meeslepende en overtuigende wijze bijbracht dat je tegenover de mooiste en meest uitgesproken wijnen beter geen ingewikkelde gerechten kunt zetten. Integendeel zelfs. Bij een tedere Chambolle-Musigny of een delicate Morey-Saint-Denis paste naar zijn stellige overtuiging het beste een gehaktbal. En een sappig stuk worst bij een Richebourg of een La Tâche? Daarmee was in zijn ogen ook niets mis. Helaas, verzuchtte hij, willen ze in de meeste restaurants maar niet begrijpen dat een gerecht het in alle vrijwel gevallen aflegt tegen een waarlijk grote wijn, hoe mooi en ingenieus de bereiding ook in elkaar steekt.
Hobbyruimte
In de zomer van 2007 was ik – als samensteller van de wijnrubriek Flessentrekken voor de Limburgse dagbladen – een middagje te gast bij de op dat moment 69-jarige Vojacek – samen overigens met hoofdredacteur Jo Cortenraedt van Chapeau, die deze week een fraaie en zeer herkenbare obituary over hem schreef. In een groot, verborgen vertrek ergens in het Jekerkwartier in Maastricht (hij sprak zelf over ‘mijn hobbyruimte’), had hij honderden dozen met de fraaiste bourgognes staan.
Na zijn afscheid van het door hemzelf opgerichte wijnhuis Vojacek, Négociant en Vins, dat inmiddels werd geleid door Vojaceks twee zonen, had hij besloten opnieuw voor zichzelf te beginnen, dit keer onder de welluidende naam Cuvée Henri. Nu hij weer geheel op eigen benen stond, kon hij doen en laten wat hij wilde en dat was het publiek laten kennismaken met wijnen die hijzelf het allerlekkerst vond.
Romanée-Conti
Regelmatig genieten van een echt grote bourgogne was er destijds, in 2007 – vooral gezien de snel stijgende prijzen – voor de meeste mensen al niet meer bij. Bijna twaalf jaar later kun je vaststellen dat die gekte nog niet voorbij is. In maart dit jaar ging een magnumfles Domaine Romanée-Conti 2005 uit de boedel van de failliete Wijnmakelaarsunie tijdens een veiling op Kasteel Genoelselderen in Riemst, georganiseerd door Winefield’s Auctioneers, weg voor de ongelooflijke hamerprijs van 60.500 euro (omgerekend ruim 5.000 euro per glas). Vlak daarvoor tikte een anonieme koper 42.000 euro af voor anderhalf litertje Domaine Romanée-Conti 2004. Deze wijn was daarmee een heel stuk goedkoper dan zijn één jaar jongere evenknie, maar toch heb je het omgerekend nog altijd over 3.500 euro. Voor een glaasje rood! Knappe sterrenchef die met een bijpassend gerecht meer indruk weet te maken!
Wijncritici
Henri Vojacek was een uitgesproken liefhebber van beschaafd Bourgondisch geweld. Het mocht ook best wat centen kosten. Maar met de torenhoge prijzen, die de ene na de andere week verder werden opgedreven door gezaghebbende wijncritici, had hij hoegenaamd niets. La Bourgogne heeft voor elke portemonnee iets mooi te bieden, zei hij. Zelf kwam hij er al ruim 30 jaar. Zelfs nu hij was gepensioneerd, reisde hij een paar keer per maand af richting het zuiden om vanaf Dijon simpelweg zijn neus te volgen. Een TomTom had hij niet nodig. Hij kende er elk hoekje, elk straatje, elk weggetje en niet te vergeten elke producent. De meeste producenten waar hij kind aan huis was waren klein. En daarin school voor hem meteen het grote voordeel. ,,Het gaat om producenten die nauwelijks opvallen, omdat de grote internationale tijdschriften ze nog niet hebben ontdekt. Maar dat wil niet zeggen dat ze geen goede wijnen maken. Integendeel: ze bieden vaak uitstekende kwaliteit tegen relatief lage prijzen.”
Charcuterieplank
De ene na de andere mooie fles ging die middag open, waarbij werd afgetrapt met enkele relatief eenvoudige witte bourgognes, die overigens alleszins een goede indruk maakten, gevolgd door twee jaargangen Chassagne-Montrachet 1er Cru van Domaine Coffinet-Duvernay. Bij de Bienvenues-Bâtard-Montrachet 2001 van Paul Pernot voegde Henri Vojacek de daad bij het woord: er kwam een flinke charcuterieplank op tafel met daarop een ware uitstalling droge worst en een in dikke halve plakken gesneden reusachtige gehaktbal van Traiteur Saveurs in Maastricht. Henri Vojacek nam een stukje gehakt, rook maar weer eens aan het glas (‘Il est gras’) en stuurde een bulderende lach de met dozen gevulde ruimte in. ,,Restaurants zouden eens wat vaker gehaktballen moeten gaan serveren”, zei hij. ,,Dan kunnen de mensen van het geld dat ze besparen op het eten een fatsoenlijke wijn uitkiezen. Nu nemen ze het eten als uitgangspunt, betalen daar soms fors voor, en laten de wijn vervolgens sluitpost zijn. Dat is niet eerlijk. Dat moet anders en naar mijn mening kan dat ook.”
Als wijnschrijver leerde ik die middag een belangrijke les. Als ik een echt mooie wijn te proeven krijg en men vraagt mij om een wijn-spijs advies, neem ik – Henri Vojacek indachtig – geregeld het woord ‘gehaktbal’ in de mond. Soms durf ik het zelfs aan om, bij wijze van plaagstootje, maar met een serieuze ondertoon én een ingehouden lach, ‘bitterbal’ te zeggen. Moet je ze eens zien kijken!