Veltmeijer Group verovert Europa vanuit Echt
Een vorm van entertainment die de laatste jaren een grote vlucht heeft genomen is ‘gamen’ op apparaten met de laatste nieuwe snufjes. Grote arcadehallen, omgedoopt tot Gamestate trekken veel enthousiaste spelers, van jong tot oud. Big business, geleid vanuit het hoofdkantoor van de Veltmeijer Group in Echt, dé marktleider in Europa.
Het blinkt nog aan alle kanten, het nieuwe hoofdkantoor van de Veltmeijer Group op het bedrijventerrein in Echt. Van hieruit worden de activiteiten aangestuurd, inmiddels naar vijf landen met in totaal bijna vijftig vestigingen. En niet alleen dat, alle apparatuur die vanuit de hele wereld komt, wordt eerst in Echt nagekeken en zover nodig in elkaar gezet en geprogrammeerd, voordat die naar de betreffende locatie gaat. Roel Veltmeijer is de derde generatie van het familiebedrijf en hij heeft de koers, samen met compagnon en aangetrouwd familielid Roger Tubée, helemaal verlegd. „Mijn opa is het bedrijf in 1957 gestart. In Beek, waar hij overigens niet vandaan kwam. Nee, hij was een echte Rotterdammer en werkte daar al voor een baas om jukeboxen, tafelvoetbalspellen en flipperkasten te repareren. Op enig moment wilde hij voor zichzelf beginnen en dan niet in hetzelfde gebied als zijn baas. Bovendien vond hij het hier in Limburg fijner wonen en daarnaast lag de markt voor dergelijke speeltoestellen nog open. Uit die periode heb ik nu een van zijn Seeburg-jukeboxen uit Chicago laten opknappen voor bij mij thuis. Prachtig apparaat.”
Onderhoud
Het bedrijf begon klein en ook bij de tweede generatie bleef het aanvankelijk nog beperkt in omvang. „Mijn vader en zijn zwager reden in een kleine DAF rond om her en der in cafés die apparaten te onderhouden. Ruim veertig jaar heeft mijn vader in het bedrijf gewerkt. Op een gegeven moment ontdekten ze ook de kansspelautomaten en zijn ze daar ingestapt. Daarmee groeide het bedrijf aanzienlijk. Uiteindelijk hebben ze die tak verkocht aan Janshen Hahnraths.”Voor Roel Veltmeijer leek het er aanvankelijk niet op dat hij in het familiebedrijf zou stappen. Enkel het kleine onderdeel Arcade in een aantal vestigingen van Center Parcs bleef over, plus een tak vastgoed. „Ik was wel blij dat het onderdeel kansspelen was verkocht, want ik heb niks met gokken. Je ziet nu ook dat dit maatschappelijk gezien een lastige branche is.”Vijftien jaar geleden stapte hij alsnog in het bedrijf om zich te oriënteren welke richting nog toekomst had. „Een paar jaar later ging ik naar New York en op Times Square verbaasde ik me erover dat daar in een gebouw op de vierde etage een grote arcadehal te vinden was, waar Beyoncé ooit haar nieuwste cd presenteerde. Een prachtige hal vol met innovatieve games. In Nederland waren arcadehallen ouderwets en sleets, maar in de VS juist hot and happening. Ik dacht, die kant moeten wij ook op in Europa.”
Kerkraadse try-out slaat Internationaal aan
Uitgerold
Terug in Limburg ging Veltmeijer aan de slag en niet veel later werd in Kerkrade in de Leisure Dome bij het Roda-stadion de eerste arcadehal geopend. Vol met eigentijdse game-apparatuur. „Dat was best spannend, het was voor ons een try out, maar het sloeg gelukkig aan. We hebben toen het concept Gamestate doorontwikkeld, een grote hal met een grote variatie aan allerlei games en dat in een vriendelijke, mooi aangeklede ambiance. We hebben dat uitgerold naar de acht grootste steden van Nederland en naar onder andere alle Center Parcs, waar wij al een arcade hadden.”Onder de verschillende formules Gamestate, Gamecity en Gametown wordt alles wat in de gamewereld voorhanden is, gepresenteerd. „Het zijn een soort van mini-pretparken, altijd indoor. Je speelt altijd tegen iemand anders en door dat sociale aspect is het populair van jong tot oud. Je koopt bij de ingang een pasje met een tegoed. Je kunt geen geld winnen, hooguit een bepaalde prijs in de vorm van een product, maar dan gaat het nooit om een megawaarde. Het gaat om de spanning, om het plezier. Van virtual reality tot aan het flipperen van vroeger, als het maar leuk is. Zo’n negentig procent van de bezoekers is tussen de twintig en 35 jaar. Het publiek is heel divers. In Utrecht bijvoorbeeld krijgen we op een zaterdagavond al gauw driehonderd studenten over de vloer. Die komen een of anderhalf uur plezier maken en gaan dan verder op stap.”In een periode dat iedereen via de computer, laptop of mobiele telefoon ook snel toegang kan krijgen tot games, is het opmerkelijk dat de gamecentra van de Veltmeijer Group groeien als kool. „Maar dat zie je ook in de filmwereld. Je kunt thuis naar allerlei films kijken, maar toch vinden de mensen het fijn om samen naar de bioscoop te gaan. Dat is een andere beleving, je gaat samen op stap.”
Aantal meters
Inmiddels zit Veltmeijer met de genoemde formules in vijf Europese landen: Nederland, België, Duitsland, Frankrijk en Tsjechië. De komende maanden worden nieuwe hallen geopend in Brussel, Antwerpen, Praag en Oberhausen. Het gemiddelde vloeroppervlak is zo’n duizend meter, die in Antwerpen wordt maar liefst drieduizend meter. Steden hebben de voorkeur. „Dat heeft ook met beleving te maken, daar trek je gemakkelijker publiek. Ik ga zelf op zoek naar de goede locaties. Veel gemeenten beginnen nu ook te begrijpen dat het goed is dat je ook ’s avonds, naast horeca, nog andere trekpleisters hebt in de binnensteden. Als je maar kwaliteit biedt.”Met Gamestate en de twee daarvan afgeleide concepten is Veltmeijer momenteel de absolute marktleider in Europa en ligt een verdere snelle groei in het verschiet. De verwachting is dat er per jaar zes à zeven nieuwe locaties open gaan en dat het aantal landen zal groeien. Het bedrijf telt in totaal ongeveer vierhonderd werknemers. „Technisch gezien liggen wij niet voor op de hallen in Amerika en Azië, maar wij voegen daar de Europese sfeer aan toe. Dat maakt het gezelliger. Daar komt bij dat we maatschappelijk de wind mee hebben. Je ziet in Europa dat de overheden af willen van puur gokken. Gamehallen zijn dan een mooie en vriendelijke invulling.”
China
Hoewel de Veltmeijer Group zich vooral concentreert op Europa, liggen activiteiten buiten de Europese grenzen in het verschiet. „Dat heeft te maken met de groei van Center Parcs dat inmiddels al naar China gaat. Als een soort shop-in-shop zullen wij waarschijnlijk meegaan. Ik durf niet op voorhand te zeggen dat we daar geld gaan verdienen, maar als ondernemer wil ik die uitdaging wel aangaan en dan zien hoe het uitpakt.”Hoewel alle seinen voor het bedrijf op groen staan, was er vorig jaar een serieus oranje knipperlicht in de vorm van corona. „Uiteraard had je daar niet opgerekend als bedrijf. Onze locaties zijn gemiddeld tien maanden gesloten geweest. Dat hadden we niet getrokken zonder hulp van de overheid. Vooral Nederland heeft dat goed opgepakt, daar mogen we dankbaar voor zijn.”Roel Veltmeijer is ook blij dat zijn vader, die aanvankelijk dat gameconcept niet zo zag zitten, heeft gezien dat het succesvol is. „Het bedrijf is groter dan ooit. Natuurlijk zullen wij als marktleider gekopieerd gaan worden, dat hou je niet tegen. Maar onze voorsprong is groot en door de lat steeds hoger te leggen als A-merk, kunnen we onze positie zo behouden. Het is ook goed dat onze hoofdvestiging in Limburg is gebleven, want die ligging is gezien onze Europese activiteiten veel centraler dan de Randstad.”
Amsterdam Diner
Dat geldt niet voor hem privé, want hij woont zelf in de Amsterdamse binnenstad, doorgaans in het weekend, want door de week is hij deels in Echt en deels op reis langs de internationale locaties. „Die afwisseling geeft mij energie. In Amsterdam zet ik me naast ontspanning vooral maatschappelijk in via het event Het Amsterdam Diner. Dat is in 1992 gestart als benefietgala ter bestrijding van aids. Het is het meest succesvolle benefietgala’s van Nederland, waar heel veel bekende Nederlanders, topondernemers en politici aanwezig zijn en hun betrokkenheid met het onderwerp tonen, net zoals prinses Mabel die al sinds jaar en dag onze stichting helpt. Sinds begin dit jaar ben ik voorzitter van dat evenement en daar wijd ik wekelijks een aantal uren aan. Mijn ambitie is om het diner uit te breiden met meerdere events en ook onderwerpen als diversiteit en inclusiviteit op de kaart te zetten. Maar HIV blijft belangrijk, want nog altijd 38 miljoen mensen wereldwijd lijden eraan. Gelukkig kun je er nu oud mee worden mits je toegang hebt tot goede medicatie die helaas de helft van de mensen niet heeft. Maar toch, er zijn intussen veel meer mensen aan aids overleden dan aan corona. Waarmee ik de pandemie niet wil relativeren, maar om aan te geven dat deze andere ziekte bepaald nog niet verdwenen is. Net als bij ons bedrijf doe ik ook dit met passie, anders kun je niet de energie opbrengen.”