Processie door de tunnel
Daar zaten we dan met z’n allen in de bus, dubbeldeks nog wel. Op zich is er niks bijzonders aan om door een tunnel te rijden, maar blijkbaar riep de opening van de A2-tunnel door Maastricht toch emoties op bij de inzittenden.
Dat had er waarschijnlijk mee te maken dat het al tientallen jaren zo’n probleem is, dat traject dwars door de stad. Altijd gelazer, nooit eens soepeltjes er doorheen, behalve ’s nachts.
Iedereen was dus in opperste stemming. Wethouder John Aarts sprak over wonderen die zich voordeden. Burgemeester Annemarie Penn: ‘ik voel me opgewonden’. Zelfs minister Melanie Schultz van Haegen, die toch al wat infrastructuurprojecten heeft geopend, was kinderlijk blij. „Deze is toch wel heel bijzonder.”
En ook de mensen van Rijkswaterstaat, van directie tot chauffeur, iedereen was apetrots.
Louis Prompers, de directeur van het hele project, beleefde zijn ‘finest hour’. Uit andere landen zoals uit België lopen ze de deur bij hem plat. Hoe Maastricht dit zo voor elkaar heeft gekregen. Hij denkt nu mee in Antwerpen, hoe ze daar uit de verkeersknoop moeten zien te komen.
Een heel belangrijke man, die wat bescheiden overkwam, was Gerard Sanderink. Hij is de baas van Strukton en dankzij hem beleefde het project geen gigantische vertraging toen zowel het andere bouwbedrijf Ballast-Nedam als ook onderaannemer Imtech financieel in zwaar weer kwamen. Strukton trok het zaakje vlot, zodat het ongelooflijke kon worden waargemaakt, namelijk om precies vijf jaar na de start open te gaan op de beloofde datum. Dat komt bij dit soort megaprojecten bijna nooit voor, bijna altijd loopt men vertraging op.
De rit op zich was op zich niet spectaculair, gewoon door een tunnel. Maar wel een splinternieuwe en bovendien rij je er op zo’n moment nog even alleen, met slechts twee wagens van Rijkswaterstaat voor je. Het gevoel van ‘we were there’. Het was eigenlijk een soort processie. Het ging ook langzaam.
Ook wij van Chapeau waren in onze nopjes. Of een tunnel nou hoort bij het ‘goede leven in het zuiden’, dat durven we niet meteen te zeggen. Maar het gaf ons wel een goed gevoel. Bovendien, het blijkt dat de gezamenlijke overheden en bedrijven toch nog wel iets paraat krijgen, iets goeds, ondanks de negatieve geest die op veel plekken rondwaart tegenwoordig.
Kinderlijk blij, maar dan op een wel héél erg onhandig moment, was ook onze buschauffeur. Uitgerekend toen de minister van verkeer (en dus ook van verkeersveiligheid) naast hem werd geïnterviewd, ging de goede man al rijdend met zijn mobieltje het tv-gesprek filmen. Waarbij hij niet begreep dat de tv-camera van L1 niet alleen op de minister, maar ook op hem was gericht. Hij keek af en toe op de weg en af en toe helemaal niet, want toen was hij ineens cameraman. Het allerslechtse voorbeeld dat je kunt geven als buschauffeur, in dit geval dodelijk in de gelukkig nog figuurlijke betekenis van het woord. Het was een vriendelijke man hoor, maar op dat moment dacht ik toch wel even: wat een oliebol.
Foto’s: Harry Heuts